-04-

1.2K 92 2
                                    

De stem schalde door de hele straat, doordat het zo leeg en verlaten was, hoorde je het heel hard. Louis kreeg er spontaan de rillingen van, maar hij liep toch, iets wat onzeker, richting Harry. Zijn stappen werden zacht gezet, maar zoals deze nacht al eerder had laten merken, liet het alles harder klinken. Hij liep zo langzaam mogelijk, zijn voeten sleepten over de tegels, zijn schoenen zouden verslijten, maar hij lette er niet op. Het enigste wat hem deerde was dat hij zo diep in de problemen zat, dat er geen uitweg meer was. Wat hij ook zou doen, het zou slecht eindigen.

Harry klemde zijn vingers hardhandig om Louis' bovenarmen, wat rode striemen achterliet. Hij sleurde Louis de steeg uit, wat gepaard ging met gestruikel en gestommel. Louis was in die minuten dat ze door de straten strompelde zich veel meer bewust geworden van het feit dat hij ontvoerd werd. Terwijl hij hier nu de straat passeerde liep hij letterlijk zijn eigen ontvoering in. Hij had een naar, beklemd gevoel in zijn onderbuik. Zo eentje die wel eens hebt als je een toets terug krijgt waarvan je zeker weet dat je hem slecht heb gemaakt, maar Louis' gevoel was momenteel honderd keer zo erg.

Ze kwamen aan bij een gloednieuwe auto, door het duister kon Louis niet duideljk zien welk merk, maar wat deed het er toe. Hij keek in plaats daarvan omhoog naar de sterren. Het waren net allemaal kleine kaarsjes die zich geringd hadden om de grootste kaars, de maan. Hij vroeg zich af of hij voor het laatst de sterren zou zien. Hij keek elke avond door zijn raam omhoog, om van de lichtjes te genieten en te dromen.

Louis kreeg een duw in zijn rug en viel tegen de auto aan. Zijn borst klapte tegen het gekleurde metaal en hij hoorde een sarcastisch gelach achter hem.

"Sloop alsjeblieft mijn auto niet, hij is net afbetaald," gromde Harry met een rommelende keel. Louis deed niks anders dan met tegenzin knikken, hij had helemaal niks gedaan, het was Harry's eigen schuld.

Louis sloot zijn vingers om het koude metaal van de autodeur-klink. Met een stompend geluid trok hij eraan en vloog de deur krakend open. Harry, die achter Louis stond zuchtte, geërgerd toen Louis uit gleed en bijna de auto uit viel. Hij was een klein persoon, en deze auto was enorm hoog gebouwd voor iemand als hij, wat het er toe maakte dat Louis met veel moeite nog maar net de auto in kwam.

Louis zat uiteindelijk toch op de stoel en Harry was achter het stuur gekropen. Harry startte de auto, met een grommend geluid startte de motor en begon de auto te rijden. Louis zat met zijn hoofd tegen het ruit gedrukt en keek naar de voorbijschietende huizen. Alles schoot als een waas voorbij. Louis zuchtte hoorbaar toen Harry begon te praten.

"Weetje wie er net belde?" fluisterde Harry dreigend, maar zo zacht dat het amper verstaanbaar was. Louis schudde langzaam zijn hoofd, om aan te geven dat hij werkelijk geen idee had. "Hood..." voegde Harry eraan toe, Louis deed gelijk zijn mond open om te vragen wie dat in hemels naam was, maar Harry was hem voor. "Hood en zijn schattige vriendje Clifford," sneerde hij verder. Aan zijn gezichtsuitdrukking en gedrag te zien leek hij een hekel te hebben aan de twee. "ze vroegen wat ik aan het doen was. Ze vroegen of ik bezig was met die lang verwachtte moord op die rijke Johnsons. Mochten ze willen, die zitten momenteel in Rusland. Ze zeiden dat ik morgen naar ze toe moest, daar had ik geen zin in. Dus komen ze naar mijn huis. Laat me je één ding vertellen, als ze erachter komen dat jij bij mij bent vermoorden ze me, plus jou. Dus je houd je stil, de hele nacht en dag," Louis gaapte Harry met glazige ogen aan, hij had geen idee waar Harry over aan het praten was. Maar hij wist wel dat hij beter stil kon zijn.

Louis merkte naar iets wat op een half uur leek dat ze vaart minderden. Louis veerde op toen ze stil stonden. Hij keek uit het raam en zijn mond viel lichtjes open.

"We zijn er."

Yes, He Is ||Larry A.U. #Netties2016|| Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu