"Meer!!"
Mijn lichaam tuimelde naar voren toen Stevie zich tegen me aan gooide. Ik struikelde naar voren, maar kon tot mijn opluchting nog net de klap opvangen.
"Ik heb je fucking lang niet gezien, Meer. Waar heb je de hele tijd uitgehangen?" Stevie sloeg haar getatoeëerde arm om mijn schouders heen en trok me tegen haar aan.
"Hoi Stevie," zei ik tegen mijn vriendin. "Ik heb gewoon..." Ging ik haar vertellen over Jules? Ik aarzelde. "Gewoon gewerkt en in mijn huis gezeten."
"Saai," Stevie keek naar de boeken die ik in mijn hand had. "'Knetterende liefde'? 'Een stralende zomerglimlach'? 'Mijn Griekse god'?" Ze keek me met een opgetrokken wenkbrauw aan. "Ben je overgestapt op de Bouquet Reeksjes? Ik had wel iets meer van jou verwacht."
Mijn wangen werden warmer. "Je weet heus wel dat ik zulke boekjes niet lees. Wees eens aardig, en leg deze op de toonbank."
Stevie trok een gezicht maar deed toch wat haar gevraagd was. "Wat wil je voor je verjaardag, Meer? Over een paar dagen is het zo ver. Mijn kleine meisje groeit zo snel op."
"Ik eh, ik vier hem niet," zei ik terwijl ik op mijn tenen ging staan om bij de bovenkant van de kast kon komen.
"Ben je gek? Iedereen wil z'n verjaardag vieren!"
Het was niet dat ik mijn verjaardag niet wilde vieren. Ik kon mijn verjaardag gewoon niet vieren. Het was iets wat niet in mijn leven paste, het hoorde niet bij me. Mijn verjaardag vieren voelde alsof je een paard wil leren praten: het was onmogelijk. Na mijn vijfde verjaardag hield het feestvieren op."Dit is het laatste cadeau dat je van je ouders zal krijgen," zei mijn vader tegen een vijfjarige ik. Hij knielde neer op de grond en keek me met zijn donkerbruine ogen doordringend aan. Ik staarde terug.
"Waarom?" vroeg ik terwijl ik het hangertje stevig tegen mijn borst aan drukte. Mijn hart bonsde onder mijn huid, bonsde tegen het hangertje. Mijn vingertjes plakten nog een beetje van het aardbeienijsje dat ik van hem had gekregen. Het deerde me niet. Integendeel; ik klemde het hangertje steviger tegen me aan, alsof het het laatste was wat ik had.
"Je moeder en ik gaan weg, over een paar jaar zul je het begrijpen."
"Nu?"
"Nee, over een paar maanden. Als je een grote meid bent. Zul je een grote meid zijn voor papa en mama?"
Mijn wenkbrauwen raakten elkaar bijna aan toen ik diep fronste.
"Je gaat bij tante Lilly wonen, samen met Basje, weet je nog? Het hondje? En later als je heel groot bent en je een eigen huis hebt komen papa en mama weer terug. Oké lieverd?"
Als klein meisje snapte ik er weinig van. Gingen papa en mama weg? Waarheen? Ik begreep dat ik ze niet meer zou zien, maar voor hoe lang? Mocht ik niet mee? En wanneer was ik groot?
"Oké," zei ik met een klein stemmetje.
De lange vingers van mijn vader sloten zich voorzichtig over mijn kleine vingertjes heen, die het zilveren kettinkje nog stevig vasthadden. "Houdt deze bij je, oké lieverd? Wat er ook gebeurt, hou dit kettinkje bij je."
Met onzekerheid in mijn ogen knikte ik. Vijf maanden later, op 1 januari 2000, de dag na de jaarwisseling, waren mijn ouders verdwenen.Ik weet nog steeds niet waar ze zijn. Tante Lilly, de goede oude Tante Lilly, god hebben haar ziel, vertelde me dat ze waren overleden. Ik geloofde haar. Pas later begreep ik dat het niet klopte. Een geplande dood? Allebei tegelijk? Mijn ouders waren geen mensen die zelfmoord zouden plegen, daarvoor hielden ze te veel van het leven en van de mensen om hun heen. Wat was er dan met ze gebeurd?
"Yo, loser!" Stevie knipte met haar vingers voor mijn ogen. "Allejezus, wordt eens wakker. Hè hè. Ik wilde zeggen dat ik weer ging, ik heb een afspraakje."
Ik knipperde met mijn ogen om de beelden weg te krijgen. "Oh, met wie?"
"Paula," zei Stevie met een kleine glimlach op haar ronde gezicht. Toen gooide ze eruit:"Ze zit in de vijfde."
Ik keek op. "De vijfde van de middelbare?"
"Hmhm."
"Maar dan is ze..." Ik telde even snel in mijn hoofd. "Vier jaar jonger?!"
Stevie haalde haar schouders op. "Nou en?"
Ik knipperde met mijn ogen en hield toen mijn mond. Stevie zou wel weten wat ze deed, sprak ik mezelf toe. Ze is niet dom.
"Nou, dan ga ik maar. Verwacht me de tiende!" Ze lachte naar me en liep toen naar de deur.
"Ik vier mijn verjaardag niet!" riep ik haar na.
Ze stak enkel haar hand in de lucht en verdween toen uit de winkel. Ik haalde een hand door mijn haren en klemde daarna mijn vingers over het zilveren hangertje terwijl ik een diepe zucht slaakte. Stom dat ik Stevie ooit had verteld wanneer mijn verjaardag was. Want ik kende Stevie: als ze iets in haar hoofd haalde kreeg je het er met geen mogelijkheid uit.
Ik pakte de stapel met boeken van de kast en stapte toen van de kruk waar ik op stond af en begon ze te sorteren op alfabetische volgorde. Ik hield van de boekenwinkel. Het was naast mijn huisje de veiligste plek die ik me kon voorstellen. De boeken bezaten allemaal een speciale geur die me geruststelde. Dat had ik altijd al gehad: thuis kwam ik vaak in de bibliotheek van mijn vader. Hij had kleurige boeken met duizenden plaatjes en miljoenen letters en woorden. Later vertelde mijn vader me dat de boeken over sterren gingen. Sterren die je 's avonds hoog aan de hemel zag staan, als het niet te bewolkt was. Hij leerde me dat de sterren die we nu zagen er niet meer waren, dat het licht er duizenden jaren over deed om bij ons te komen, en dat ze in die tijd al lang weg waren. "Het is als het ware een soort tijdreizen," zei hij tegen me. "Als we omhoog kijken zien we het verleden."
Ik snapte toen niet precies wat hij daarmee bedoelde, maar ik vond het geweldig. Op de televisie had ik ooit iets gezien over tijdreizen, over een jongen die in een kinderkruistocht kwam. Maar ik was te jong om het goed te begrijpen. Ik hield het bij het kijken naar de plaatjes in de boeken en het luisteren naar mijn vader als hij me eruit voorlas. Bijna elke dag kwam ik er binnen. Tot 1 januari 2000. Mijn vader en moeder hadden niet alleen mijn ouders van me afgenomen, maar ook de boeken meegenomen.
Het kettinkje blonk even in het licht van de zon toen ik hem tussen mijn vingers rond liet draaien, voordat ik het sterretje weer tegen mijn huid liet vallen; vlak boven mijn hart, waar het hoorde.
JE LEEST
Gone
RomanceOpeens was hij er. Hij stond voor me; lang, met brede schouders en groene ogen. Razend knap. "Pardon," zei hij terwijl hij verwilderd om zich heen keek. "Mag ik misschien wat vragen?" "G-Ga je gang," zei ik verlegen tegen de vreemde man. "Weet u dru...