Hoofdstuk 1

2K 221 47
                                    

Op zich was ik geen loner. Ik had alleen geen vrienden. Geen echte vrienden. Je weet wel, van die mensen die er altijd voor je zijn, waarmee je films kijkt en antwoorden van je huiswerk mee wisselt.
Ik had Kat, mijn kat, maar die kon niet praten. Alleen miauwen, maar daar had ik niets aan. En Stevie had ik ook, maar ik wist niet of ik haar mijn echte vriendin kon noemen. Stevie was een bijzonder type mens: ze was luidruchtig, ruw, had piercings, maar ze had een heel leuk karakter. Je moest er aan wennen. En ze was volgens vele mensen lesbisch.
Ikzelf was niet zo bijzonder. Mijn zwarte haar was sluik, en ik liet het voor mijn ogen hangen in tijden waarin ik het gevoel had dat ik me moest verstoppen. Dat gebeurde vaak. Mijn huid was wittig, en het wilde niet bruiner worden, hoe lang ik ook in de zon lag. De zon maakte me alleen rood.
Verder had ik vooral zwarte kleren aan: zwarte broek, zwart t-shirt, zwarte gympen. Ik was geen gothic (god, nee. Ik zou het niet vol kunnen houden om naar die muziek te luisteren), ik wilde alleen maar zorgen dat ik niet werd gezien. Dat lukte aardig goed tot nu, in deze eerste maand in de stad waar ik pas, obviously, een maand woonde.
"Meredith, kun je misschien even naar de overkant lopen om een bakkie koffie te halen?"
Ik draaide me om en zette een paar boeken op de tafel. "Ja, natuurlijk. Gewoon zwart?"
"Gewoon zwart," mijn baas knikte vriendelijk naar me en gaf me wat geld, dat rinkelend in mijn hand viel. "En de groeten aan Dina!"
Ik draaide me op mijn hakken om en liep het kleine boekwinkeltje, waar ik werkte, uit. Het was ongewoon warm buiten en ik bedacht me dat ik beter een kortere broek aan had kunnen doen. De lange broek die ik die middag aan had was veel te warm voor die dag, maar ik kon er niets aan veranderen. Ik zou moeten wachten tot de avond viel, en ik samen met Kat op mijn kleine balkonnetje in een korte broek en een hemdje kon genieten van het zomerse weer. Misschien kon ik wel een salade maken, met ananas en appel.
Ik stak snel de drukke straat over, en liep naar de koffie winkel aan de overkant. 'Geplette bonen,' heette de winkel. Het was een aparte naam, maar ik vond hem wel grappig. Je onthield hem.
"Hoi Meredith," groette de bazin van het cafeetje me.
"Hoi," ik gaf haar een gaf haar een knikje en legde het geld op de toonbank. "Een medium zwart graag, en ik wil het graag meenemen."
"Komt voor elkaar, liefje," de lachrimpels in het gezicht van de vrouw verdiepten zich een beetje toen ze naar me lachte. "Wat is het warm, hè?"
"Nou."
"Ze zeggen dat het 34 graden is! 34! Dat is toch niet om uit te houden. Heeft Dirk de air conditioning al gerepareerd?"
Dirk was mijn baas, en hij en de bazin van 'geplette bonen' hadden een oogje op elkaar. Maar dat gaven ze niet toe, en dat was behoorlijk irritant.
"Nee," ik schudde mijn hoofd.
"Ach gut. Het zal wel stervens heet zijn daarbinnen! En dan wil hij ook nog koffie... Waar die man zijn hersenen heeft gelaten is voor mij een raadsel. Enfin. De koffie is klaar." De vrouw, haar naam was Dina, gaf me een kartonnen beker met gloeiend hete koffie.
"Dankjewel, Dina," ik klemde de beker in mijn handen, zodat ik hem niet kon laten vallen. Hierdoor werd mijn hand zweterig, maar ik negeerde het.
"Hé, Meredith. Ik heb een bon voor die ijswinkel, maar ik haat ijs. Hier, je mag hem hebben. Koop er wat lekkers van in dit bizar hete weer," Dina hobbelde achter de toonbank vandaan en wapperde met een gekleurd briefje. "Zie het als een heel erg laat verjaardags cadeau. Wanneer ben je jarig?"
Verlegen nam ik hem aan. "Een cadeau? Voor mij? Goh, d-dankjewel Dina!" Ik nam het papiertje met mijn vrije hand aan. Hij trilde van opwinding. "Ik ben 10 Augustus jarig."
"Mijn lieve kind, dat is al gauw! Ga je het vieren?"
Ik haalde mijn knokige schouders op. "Misschien, samen met mijn kat. Ik hou niet zo van verjaardagen."
"Ach, wat zonde. Nou, ik hoop dat je er wat mee kan!" ze gaf een knikje naar de bon. Ik glimlachte nog eens dankbaar. "Dat gaat wel lukken. Tot ziens, Dina!"
"Doe de groeten aan Dirk!"
"Oh ja, je kreeg de groeten van Dirk," zei ik gauw voordat ik de winkel uit stapte. Achter me keek Dina met rode wangen naar de boekenwinkel, voordat ze met een klein glimlachje weer aan het werk ging. Toen ik weer buiten onder de hete zonnestralen stond, keek ik opnieuw naar de ijsbon. Het kwam zelden voor dag ik een cadeautje kreeg, dus ik voelde me ongelofelijk gelukkig voelde. Voorzichtig vouwde ik het briefje op, en ik stopte hem zorgvuldig weg in mijn broekzak. De koffie in mijn hand begon ontzettend heet te worden, dus ik draaide me om, om richting de boekenwinkel te lopen om nadat ik de koffie en de groeten van Dina af had geleverd verder te gaan met waar ik mee bezig was: nieuwe boeken op alfabetische volgorde leggen.
En opeens was hij er. Hij stond voor me; lang, met brede schouders en groene ogen. Razend knap.
"Pardon," zei hij terwijl hij verwilderd om zich heen keek. "Mag ik misschien wat vragen?"
"G-Ga je gang," zei ik verlegen tegen de vreemde man.
"Weet u drukkerij Verloogh te vinden? Die zou hier ergens in de stad moeten zijn."
Ik dacht even na, maar schudde toen spijtig mijn hoofd. "Nee, sorry. Is het dringend?"
"Redelijk dringend, ja."
Ik haalde mijn mobiele telefoon uit mijn broekzak (waarbij ik de ijsbon niet probeerde te kreukelen) en ontgrendelde hem. De blik die de man er op wierp negeerde ik. "Ik kan het wel googelen? Mijn 4G is bijna op, maar dit moet hij wel aankunnen."
"Goog- oké, brengt dat me bij de drukkerij?"
"Ja. Verloogh zei je?"
"Ja," de man keek naar mijn mobiel. "Wat, eh, is dat?"
Ik hield mijn aftandste wrak omhoog zodat hij het kon zien. "Oh, mijn mobiel. Hij is ouderwets, waarschijnlijk 3 jaar oud, maar hij doet het nog redelijk." Een blos van schaamte vormde zich op mijn wangen. "V-E-R-L-O-O-G-H-- hier, ik heb hem. Veldweg 43," ik hield mijn mobiel omhoog zodat de vreemde, knappe man het kon zien. Schichtig keek de man naar het scherm. "Hoe kan ik daar komen?"
Ik knipperde even met mijn ogen en verzamelde toen al mijn moed. Hoe vaak kwam je zo'n vriendelijke, mysterieuze, knappe jongeman tegen op straat? Dus ik zei: "laat me even deze koffie brengen bij mijn baas, dan neem ik even pauze en dan loop ik met je mee."
"Oké, is goed," zei de man. Hij volgde me naar binnen, de boekenwinkel in.
"Ah, daar is mijn koffie. Heeft Dina nog wat gezegd?" Dankbaar nam mijn baas de koffie aan.
"dat je de air conditioning moet fixen en dat je de groeten krijgt."
Dirk kreeg net zoals Dina een blos op zijn wangen. "Dat is- dat is goed."
"Mag ik een pauze?" vroeg ik toen.
Dirk keek me even raar aan, ik had namelijk in de hele maand dat ik er werkte geen een keer om pauze gevraagd, maar knikte toch. "N-Natuurlijk Meredith."
Ik draaide me om naar de vreemdeling, die nu naar een oude kalender keek. "Is dit een recente kalender?" vroeg hij.
"Recent?" ik keek naar de kalender en glimlachte. "Nee, deze komt uit 2009, die is al meer dan 6 jaar oud."
"Oh," de man keek... teleurgesteld.
"Waarom?"
"Daarom."
Ik wilde de man erop wijzen dat 'daarom' geen rede was, maar iets weerhield me ervan. "Ga je mee naar die drukkerij?" vroeg ik toen maar.
"Oké," zei de man, hij wierp nog even een laatste blik op de kalender en liep toen met me mee.

[a/n Dat was het eerste hoofdstuk! Hebben jullie al een eerste reactie/mening? Laat het me weten in de comments ❤️]

GoneWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu