"Tante Geronia?"
"hè gets, wat heb je aan zeg!" Was het eerste wat ze zei. "Godallemachtig, waar heb je dat vandáán gehaald? De vuilnisbuilt?" Ze trok haar perfecte neus op en keek me afkeurend aan. "Ik had nog zó tegen je gezegd dat je altijd welkom bij me bent als je nieuwe kleren nodig hebt! Violet en ik zijn een super duo als het gaat om fashion, toch honey?"
Een blondharig meisje met en porseleinen gezichtje vol met make-up en die werd herkend als Violet, knikte met een zoet gezichtje. "Ja, mammie."
"Kijk lieverd, je nichtje Meredith is een goed voorbeeld. Dit zijn nou kleren van de kringloop. Weet je nog wat ik daar over heb verteld?"
"Dat het alleen voor mensen zijn die geen smaak hebben, en dat mensen van ons soort daar niet heen moeten," zei ze terwijl ze onschuldig naar haar moeder keek.
Tante Geronia perste haar lippen op elkaar en keek haar vertederd aan. "Wat ben je toch slim!" zei ze trots, alsof ze het niet tegen een dertien jarige had.
Ze keerde zich naar mij. "Ik snap nog steeds niet dat je in dit krot wil wonen, hoor lieverd. Ik heb die- die mán ontmoet. Wat een ongemanierde vent was dat, zeg. Echt lieverd, ik krijg er gewoon de rillingen van! En het is hier vies!"
Wat een onzin. Het was schoon voor een zeventien-bijna-achtien jarige. Heel schoon. Ik haatte rondslingerende dingen- alles lag netjes op zijn plek en ik maakte de vloeren en kasten en al die dingen regelmatig schoon. Het overkwam me bijna nooit dat er een laag stof lag, of dat de koelkast begon te stinken, of dat ik scherven van een kapotgevallen glas terug vond.
"Er zitten hier toch geen muizen, mammie?"
"Oh soms hoor ik ze wel eens bij de gracht," zei ik met een eerlijk gezicht. Het was de enige manier waarmee ik ze zo snel mogelijk weg kon krijgen. En het werkte.
"Mammie ik wil naar huis," piepte Violet, terwijl ze haar smalle hand om de bovenarm van haar moeder klemde. "Ik vind het eng hier...!"
Ook Tante Gardonia leek niet helemaal op haar gemak. "Ja, eh," ze keerde zich naar mij. "Lieverd, als je nog wilt komen ben je welkom. We gaan nu, dag hoor!" En weg was ze. De deur viel met een klap achter haar dicht. Het duurde even voor het geluid van het geklik van hun hakken en het gepiep van Violet helemaal was weggestorven, maar uiteindelijk was het stil. Ik slaakte een zucht van verlichting.
Tante Gardonia wist me altijd op te zoeken op de momenten dat het het minst handig uit kwam. Ze had het recht om me te bezoeken, want zij was degene die haar handtekening had gezet waardoor ik hier kon wonen. Als zestienjarige mag je natuurlijk geen huis kopen, daarvoor heb je toestemming van je ouder of verzorger nodig, een aangezien mijn ouders van de aardbodem waren verdwenen en Tante Lilly, die mijn eigenlijke voogd was, de aarde ook had verlaten, kwam het neer op Tante Gardonia, de oudere zus van mijn vader. Ze maakte zich zorgen over me, maar niet over of ik het wel redde nadat mijn ouders en tante Lilly waren overleden, maar of ik me wel goed kleedde. En dan niet of ik het niet te koud had, maar of ik wel de trend volgde. Maar zoals ik al zei: het enige wat ik droeg was zwart. Ik vond het een prima kleur (ja, ik weet het, zwart is geen kleur), en ik voelde me er fijn in. Dus waarom zou ik opeens appeltjesgroen gaan dragen omdat de Vogue opeens besloot dat dat de kleur van deze zomer zou zijn?
Maar goed. Zoals ik al zei: zij was degene die ervoor had gezorgd dat ik niet in een weeshuis zou belanden, en dan zou worden geadopteerd om daarna een happy family te worden. Dat zou het gewoon nooit kunnen worden voor mij. Ik kon me best voorstellen dat er kinderen waren die er behoefte aan hadden, maar nee. Ik niet. Waarom zou ik mezelf in een weeshuis laten stoppen als ik het gevoel had dat ik niet eens een wees was?
Plus ze zorgde ervoor dat ik naast mijn werk nog een inkomen had voor kleren of eten, dus dat was ook heel aardig van haar.
Ik liep naar mijn kleine keukentje, en zette theewater op. Na alles wat er vanavond was gebeurd, had ik ontzettend veel behoefte aan warme kamille thee, met een appelcakeje die ik vandaag nog bij de bakker had gekocht. En daarna lekker in bed gaan liggen met een boek of een kruiswoordpuzzel en mijn favoriete pyjama. Als dat geen leven is, weet ik het ook niet meer.
Maar de Goden hadden besloten dat mij een rustig avondje niet werd gegund, want terwijl ik de thee in mijn favoriete 'EAT READ SLEEP REPEAT' mok (ik had hem ooit voor een euro op een rommelmarkt gekocht, en kom op. Eat, read, sleep, repeat is best wel geweldig) aan het schenken was, ging mijn telefoon. Lichtelijk geïrriteerd nam ik de ouderwetse telefoon op. "Met Meredith?" zei ik terwijl ik mijn theezakje door het stomende water heen liet zwemmen.
Stilte.
"Hallo?"
Oh nee hè. Zo'n vervloekte prank call. Hadden mensen niets beters te doen op, hoe laat was het?, twaalf uur 's avonds?
"Ik ga ophangen?" zei ik geïrriteerd.
Er klonk wat geruis, en daarna een harde pieeeep. "Of jij hangt op," zei ik verbaasd terwijl ik de hoorn teruglegde.
Ik wandelde terug naar de keuken, waar ik het theezakje in de prullenbak gooide en een appelcakeje pakte. En toen ging de telefoon weer.
Ik slaakte een diepe zucht en liep naar de telefoon. "Ja?" zei ik snibbig.
"Me...re....dith..." hoorde ik. Ik fronste. "Ja..?"
"Ne..ge...n.....t...ien...z....es....tig."
"Pardon?"
Maar het enige wat ik hoorde was een vage ruis. Geërgerd legde ik de telefoon terug.
1960?
Vervloekte prank calls.

JE LEEST
Gone
RomanceOpeens was hij er. Hij stond voor me; lang, met brede schouders en groene ogen. Razend knap. "Pardon," zei hij terwijl hij verwilderd om zich heen keek. "Mag ik misschien wat vragen?" "G-Ga je gang," zei ik verlegen tegen de vreemde man. "Weet u dru...