Even verslik ik me. Verloofd? Hij en Larissa? Met grote ogen kijkt Willem naar ze. 'Dat is geweldig nieuws!' Roept hij. Wanneer hij mijn gezicht opmerkt is hij stil. 'Sorry. Uhm Rein, sinds wanneer?' Vraagt hij maar, mij proberend te ontwijken. 'Sinds Donderdag! Twee dagen geleden!' Zegt Rein enthousiast. 'Ja! En ik ben nog nooit zo blij geweest!' Roept Larissa. Ik rol mijn ogen. Ze kan volgensmij heel erg goed slijmen bij Rein. Waardoor ze haar zin krijgt. Bah. 'Nils, kom je even mee?' Vraag ik en ik sta al op. Nils knikt en ik trek hem aan zijn pols mee naar de gang. 'Ik wil zo snel mogelijk naar huis,' Zeg ik. 'Dus als je het niet erg vind, loop je het stuk maar naar huis. Ik ga.' Voor ik mijn tas kan pakken trekt Nils me terug. 'Nee. Je blijft gewoon hier Shar! Loop niet weg voor hem. Dan laat je hem denken dat je nogsteeds een zwak voor hem hebt. En ookal heb je die, niet laten merken!' Zegt Nils "streng", Ik grinnik even. 'Oke, meneer Käller. Voor u dan.' Hij lacht even en duwt me de kamer weer in. 'Daantje, ik ben mijn foto's met je kwijt.' Ik trek even een pruillipje en Daan grinnikt. 'Dan wordt het tijd voor nieuwe foto's met ome Daanie.' Ik begin te lachen en plof tussen hem en Rein in die inmiddels op de bank is gaan zitten. 'Lach eens,' Ik sla Daan tegen zijn hoofd. 'En leuk lachen!' Waarschuw ik hem. Daan rolt zijn ogen. 'Wat jij wilt kleintje.' We maken een paar foto's en dan stop ik mijn telefoon weg. 'Ik ga even een luchtje scheppen,' Zegt Owen en hij staat op. 'Ik ga met je mee.' Zeggen Daan en Nils tegelijk. Ze schieten daarna beiden in de lach. 'Ik ga ook even mee,' Zegt Larissa. 'Tot zo schatje.' Zegt Rein. Ugh. Zo slijmerig die vent. Ik ben blij dat ik van hem af ben. 'Hoe gaat het nu met je?' Vraagt Rein wanneer iedereen de kamer uit is. 'Goed, met jou?' Ik probeer het normaal te laten klinken, maar eigenlijk lukt dat niet. 'Ook goed.' Zucht hij. 'Het spijt me echt voor wat ik gedaan heb, maar deze keer weet ik zeker dat ik echt gelukkig ben.' Hij kijkt me aan en glimlacht zwakjes. 'I don't even care. Je doet maar.' Ik pak mijn telefoon. 'Sharon, kijk me aan.' Hij pakt mijn kin vast en draait mijn hoofd naar zijn kant. 'Rein, wat is er?' Hij slikt even. 'Ik hou nog steeds van je, niet zoals vroeger, maar als vriendin.' Ik schud mijn hoofd en sta op, Rein volgt mijn voorbeeld. 'Je speelt spelletjes met me. Dan doe je dit, dan vind je dat, lul niet zo.' Ik geef hem een duw waardoor hij naar achteren valt. 'Sharon.' Ik schud mijn hoofd. 'Nee Rein. Laat me met rust. Het gebeurt niet weer.' Ik pak mijn tas op en pak mijn sleutels eruit. 'Ik was al moe, maar jij maakt mijn hoofd nog erger moe. Doei Rein.' Ik gooi de deur met een klap dicht en loop naar buiten waar Nils, Owen, Daan en Larissa op de stoeprand zitten. Larissa heeft een sigaret opgestoken, en blaast net de rook uit. Ieuw. Ze rookt ook nog? Mooie keuze Rein. 'Nils, ik ga.' Hij kijkt me aan en knikt dan. 'Oke, doe je wel voorzichtig? Aangezien je moe bent.' Ik knik. 'Jahaa. Doei jongens.' Ik geef ze een knuffel. 'Doei.' Zeg ik maar tegen Larissa. Ze glimlacht zwakjes. 'Doei.' Zegt ze terug. Ik loop de hoek om en net als ik in wil stappen word ik aan mijn arm getrokken. 'Ga je geen afscheid van mij nemen?' Ik draai me om en zie Rein staan. 'Rein, wat denk je zelf? Het is echt beter als wij afstand van elkaar houden.' Hij schudt zijn hoofd. 'Ik wil geen ruzie met je, en ik wil ook niet zo afstandelijk tegen je doen. Ik zie je als een vriendin van me, en als het zusje van mijn allerbeste vriend, mijn broer. En aangezien ik hem en zijn familie vaak zie, voelt het kut dat wij niet tegen elkaar praten.' Ik glimlach een beetje. 'Ik wil ook niet zo tegen jou doen. Ik gun het jou en Larissa echt, maar ik wil niet dat het zelfde gebeurt als met Esmee.' Hij knikt en spreidt zijn armen. 'Nou, krijg ik ook een knuffel van deze kleine?' Ik geef hem een speels duwtje. 'Alleen Daan mag mij zo noemen want ik kan hem ook groot noemen. En jij bent totaal niet groot.' Ik steek mijn tong uit en hij grinnikt. Ik strek mijn armen en loop in Rein zijn armen. 'Tot ziens, konijn.' Fluister ik in zijn oor en Rein lacht. 'Doei Shar!' Ik stap in de auto en start hem. Ik open mijn raam. 'Ga maar snel naar binnen. Volgensmij gaat het regenen!' Lach ik. En nog geen 10 seconden later, begint het keihard te gieten. Rein trekt zijn jasje over zijn hoofd. 'Rein! Stap anders in.' Roep ik naar hem als hij een eindje verderop is. Hij draait zich om en glimlacht. Hij stapt in en snel rijd ik naar huis.