Voor me uitstarend zat ik op de bank. Ik was helemaal alleen thuis. Alleen het geluid van de regen buiten wat tegen de ramen tikt en de slagen van de klok zijn wat je hoort. Als mijn telefoon begint te trillen, word ik uit mijn droom gehaald. Ik kijk op mijn telefoon en zie Rein in beelscherm staan. Ik klik op het groene telefoontje en houd het apparaat aan mijn oor.'Met Sharon,'
'Hey, met Rein. Ik hoop voor je dat je niks te doen hebt, want je mag naar buiten komen.'
Verbaasd kijk ik voor me uit. 'Wat?'
'Ik wacht in de auto op je. Het regent een beetje hard dus kom maar snel.' Een glimlach vormt zich rond mijn mond.
'Dat is lief. Ik kom eraan.'
Ik loop naar de gang en fatsoeneer mijn haar en makeup een beetje. Daarna trek ik mijn jas aan en pak ik mijn sjaal die ik om mijn nek doe. Ik pak de sleutels van het tafeltje af en mijn handtas en open de deur. Snel sluit ik hem af en ren ik naar Reins zwarte audi. Ik stap in en trek het portier dicht. 'Hey,' Rein glimlacht naar me en drukt een kus op mijn wang. 'Hey haha, wat gaan we doen?' Rein kijkt me glimlachend aan. 'Even naar een caféetje. Met z'n tweetjes wat drinken en kletsen.' Ik lach en pak zijn hand vast die ik op mijn been leg. 'Ik vind het echt lief van je.' Hij glimlacht naar me en focust zich daarna op de weg. Na een paar minuten pakt hij de afslag van de auto-baan en we rijden een wijk in, waar een gezellig knus café ligt. Even dacht ik na. Hoezo wilde Rein nu opeens weer dingen met me doen? Hij is verloofd met Larissa?? Dat was hij dan wel, maar iets in mij had een sprankje hoop. Dat kleine beetje hoop vestigde mijn gedachten op dat het ooit goed zou komen. Natuurlijk onzin, ik bedoel, Larissa was een mooi meisje. En misschien gaf ze Rein wel meer dan dat ik hem kon geven. Misschien gaf zij hem meer aandacht, en gaf ze hem een goed gevoel over zich zelf. Maar het mocht niet, ik hoorde dat meisje te zijn. En ik bleef erop hopen dat het goed zou komen, want misschien kwam het dat wel.. Ik moest er gewoon voor zorgen.