Eenzaam

.46

.46

ik heb het helemaal uitgelezen, nina.

elk woord dat je geschreven hebt.

en god, hoe had ik kunnen denken dat we verschilden?

je bent net als ik, nina.

pardon.

je was net als ik.

je schreeuwde naar het papier, maar overdag zweeg je.

en toen vond je iemand om naar te schreeuwen.

iemand die was zoals jij wilde zijn.

en weet je, nina.

ik voelde me niet eens mooi.

ik wilde zijn zoals jij.

als we gewoon één keer naar elkaar hadden geluisterd.

echt luisteren.

echt kijken.

dan hadden we gezien en gehoord wie we waren.

we hadden gelukkig kunnen zijn, nina.

hoor je me, nina?

zie je me?

gelukkig.

en niet eenzaam.

ge-luk-kig

een-zaam.