Deel 10

260 20 8
                                    

POV Sanne


Ik ben nu al 2 weken hier terug in het weeshuis en ik kan je één ding zeggen.

Dit. Is. Hell.

Ik mis de jongens zo erg. Er gaat geen minuut voorbij dat ik niet aan ze denk. Elke stap die ik zet, elke beweging die ik maak, doet me op één of andere manier denken aan de jongens.

Daardoor ben ik ook depressief geworden. Ik praat niet meer met andere mensen, niet dat ik dat anders al veel deed, maar je snapt me wel. Ik eet amper. Ik draag alleen nog maar zwart of donkergrijs, en doe bijna niks anders dan slapen, eten en aan de jongens denken.

"Eten binnen 10 minuten" klinkt er door de luidsprekers.

Zuchtend sla ik mijn benen over de bedrand en loop ik naar de badkamer waar ik me even opfris voordat ik mijn kamer uitloop richting de eetzaal.

Doordat ik veel te vroeg ben, ben ik dus als eerste. Ik ga zitten aan op het plekje waar ik altijd zit. Aan het tafeltje in de hoek. Ver weg gestopt van alle anderen.

Ik slenter langs het buffet en neem zoals gewoonlijk een broodje kaas. Ik slof terug naar mijn plek en begin op mijn broodje te knabbelen en kijk hoe alle kinderen de eetzaal binnen komen wandelen.

De meesten zien er nog vrij gelukkig uit. Want ja, als je mij niet bent heb je amper iets te klagen. Sommige hebben na de dood van hun ouders een redelijk groot bedrag geërfd waardoor ze zich wel wat extra kunnen veroorloven.

Maar als je zo iemand als mij bent dan moet je kunnen leven met het weeshuisbedrag, en dat is te weinig kan ik je zeggen. Elke maand kan ik misschien 1 kledingstuk kopen, uit de tweedehandswinkel...

Als ik mijn broodje op wil ik terug naar mijn kamer lopen.

"Sanne, waar gaat dat heen" hoor ik die akelige, hoge piepstem van Mevr. Preston zeggen.

Ik draai me om en kijk haar verveeld aan. Ja, das nog zo iets van die depressie.

"Naar boven" zeg ik ongeïnteresseerd en loop zonder verder iets te zeggen weer naar boven, niet lettend op Mevr. Preston die bijna rood ziet van woede.

"SANNE, KOM ONMIDDELIJK TERUG!!" haar stem slaat een keer over.

Ik draai me om, steek even m'n tong uit en loop dan terug verder. In mijn kamer laat ik me op bed ploffen.

Er komen waarschijnlijk adopteerders (Bestaat dat woord?) aan. Anders zou ze me nooit beneden willen houden.

Ik wil ook niet geadopteerd worden. Ik wil bij de jongens zijn. Maar dat kan niet. Anders worden zij ook op één of andere manier vermoord. En dat wil ik dus totaal niet. De halve wereld wil dat niet.

Ze hebben misschien wel veel bodyguards en beveiliging maar 'de stalker' wist wel dat ik een Iphone 5c kreeg terwijl het onmogelijk is om daar binnen te komen zonder sleutel. Bijna onmogelijk blijkbaar.

Plots hoor ik mega hard gegil. Gegil, dat was ook zo toen de jongens binnenkwamen.

Wacht, gegil! De jongens!!

Ik spring meteen uit bed en sprint de trap af. Ik wil ze gewoon even zien.

Als ik beneden kom speur ik de kamer af in de hoop die 5 speciale jongens te zien. Maar helaas. Ik bijt teleurgesteld op mijn lip en wil terug naar boven lopen als ik een stem hoor.

"En jij bent?" De stem heeft een speciaal accent. Ik denk Australisch. (Hint! Hint!)

Verbaasd draai ik me om. En daar zie ik 4 jongens staan. Ik bekijk ze allemaal even kort.

Adopted by One DirectionWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu