Hoofdstuk 22

45 6 3
                                    

Ik fietste naar Isis. Het is een mirakel dat ik heelhuids bij Isis geraakte, want ik werd onderweg bijna twee keer van mijn fiets gereden... Mijn gezicht zag er nu waarschijnlijk helemaal rood behuild uit, maar het boeide me echt niet. Ik zag veel mensen raar kijken. Ik belde aan. Toen mijn vinger naar de bel ging merkte ik dat mijn hand trilde. Ik wist dat Isis alleen thuis was dus had ik niet de kans dat haar ouders open zouden komen doen. Ze deed niet open. Ik belde nog eens. Ze zal het gewoon niet gehoord hebben. Ze deed nog steeds niet open. Dat kan toch niet, er brandt licht in haar kamer. Ik maakte mijn gezicht terug een beetje deftiger en stapte terug naar huis. Ik stapte binnen en hoorde mama snikken in de keuken. Zou ze het weten? Ging het direct door mijn hoofd. Ik liep naar de keuken. 'Wat is er mama?' vroeg ik bezorgd. 'Je zusje...' zei ze. Ze kon haar zin niet eens afmaken doordat ze zo hard aan het wenen was. 'Het gaat niet goed met je zusje.'

DRAAMAAAA!

HIER EEN EXTRA LANG STUKJE SPECIAAL VOOR JULLIE! LOVE U!!!!! 


Vluchten?!Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu