Luanna

23 1 3
                                    

Mijn goudblonde haren hangen in strengen rond mijn gezicht. Het regent nu al drie dagen aan één stuk door en Pascalle is ernstig verkouden geworden. Ze is nog maar 10 en is niet goed bestand tegen ziektes. Ze heeft een laag immuunsysteem en wordt alsmaar zieker en zieker. Ik, als 17 jarige, ben inmiddels wel bestand tegen de meeste ziektes.
Met Pascalle op mijn rug struin ik het dorp rond, opzoek naar eten en onderdak. Ik bel bij ieder huis aan, maar bij elk huis worden we geweigerd. Pascalle begint op mijn rug oncontroleerbaar te trillen en valt op de grond. Ik buig me over haar heen en zie hoe Pascalle's ogen langzaam wegdraaien. Snel pak ik mijn vaders oude mantel en leg ik die over haar heen. Het begint nog harder te regenen en de mensen op straat rennen snel langs ons heen. Niemand die naar ons omkijkt of ons ook maar iets van aandacht schenkt, ze kijken allemaal dwars door ons heen.  Pascalle is opgehouden met trillen, maar wordt nog steeds niet wakker. Ik leg mijn wijsvinger en middelvinger op Pascalle's pols om haar hartslag te voelen, een techniek die ik van mijn ouders heb geleerd. Pascalle's huid voelt gloeiendheet en haar hartslag is zwak. In paniek til ik haar op en ren naar het dichtstbijzijnde huis dat ik kan vinden. Het is een net aangeklede kledingwinkel die er erg duur uitziet.
Achter de ramen van de winkel is alles zwart en lijkt niemand thuis te zijn. Toch begin ik op de deur te slaan en te schoppen en begin ik te schreeuwen: 'Hallo is er iemand thuis?! Ik heb hulp nodig! Mijn zusje is ernstig ziek! Alstublieft help ons toch!' Tranen stromen over mijn wangen.
Alles achter de ramen blijft zwart en er is geen teken van leven. Alles om me heen is gehuld in duisternis en wanhopig zak ik naast Pascalle neer op mijn knieën. Ik druk haar hoofdje tegen mijn borstkas aan en hoop vurig dat alles goed met haar zal komen. Dat ze straks haar ogen zal open doen en zal zeggen dat dit alles maar een grapje was. Dat ze me niet zo wilde laten schrikken. Dan zou ik haar een klap op haar hoofd geven en haar vervolgens plat knuffelen, zeggend dat ze dat nooit meer moet doen.
Maar dit alles gebeurt niet. Een luide snik verlaat mijn mond denkend aan het leven dat ik zonder haar zal moeten gaan leiden.
Ik hoor een klik en voel een koud metaal tegen mijn achterhoofd. Een dreigende stem geeft me rillingen over mijn gehele lichaam: 'Eén beweging en je bent dood. Wie ben je en wat doe je hier?' Ik slik. 'Ik ben Luanna Zedel en ik kom hier om u om hulp te vragen. Mijn zusje is ernstig ziek en zojuist flauwgevallen. Haar hartslag is erg zwak en haar huid kokendheet. U moet me helpen alstublieft. U bent mijn laatste hoop.' Antwoord ik met beverige en onvaste stem.

LuannaWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu