Hoofdstuk 13

50 6 2
                                    

Ik wil gillen, maar mijn mond wordt bedekt door zijn warme hand.
"Hé, Rana," zegt Ethan.
Ik kan alleen maar kijken. Daar is hij. Veilig en wel. Ik krijg tranen in mijn ogen.
"Hé, wat is er?"
"Ethan?" Fluister ik.
Hij knikt en glimlacht. Zijn schattige, lieve glimlach waar ik zo van hou.
Ik vlieg hem om de hals. Hij slaat zijn armen ook om mij heen.
Ik blijf hem omhelzen.
"Rana, je kunt me nu wel loslaten," zegt hij uiteindelijk.
Ik schud mijn hoofd en druk hem nog steviger tegen me aan, bang dat hij weer verdwijnt zodra ik hem los laat.
"Ik heb je gemist," mompel ik tegen de huid van zijn nek aan.
"Ik heb jou ook gemist, Rana." zegt hij.
"Hoe heb je je hier verborgen kunnen houden, ben je hier de hele week geweest?" vraag ik hem.
"Nee, vroeger, toen mijn vader en broertje nog niet alleen maar bezig waren met zwemtrainingen, hebben we ergens een geheime boomhut gebouwd. Ik was zes toen we hem bouwden. Volgens mij zijn mijn vader en Bobby ondertussen vergeten dat hij bestaat, maar ik kom er nog steeds heel vaak. Ik heb er in de loop van de jaren zelfs allemaal kleine voorwerpen in gelegd. En ook eten. Daar slaap ik nu al een paar weken. Het is er ook droog, maar gisteravond moest ik naar de wc, en toen ik terug wilde lopen, ging het opeens regenen. Ik was helemaal nat, dus toen ben ik snel in dit bosje gaan liggen," zegt hij, "het is eigenlijk een wonder dat ik nog niet ben ontdekt."
Ik knik. "Waarom ben je weg gelopen? Ik heb me zo rot gevoeld de afgelopen week," fluister ik.
"Dat was niet mijn bedoeling. Maar ik kon mijn ouders niet meer onder ogen komen na dat voorval in het zwembad." hij kijkt me doordringend aan. "Misschien kan jij me helpen."

Die hele middag ben ik bezig met het opwarmen van het bosje waar we in liggen. Als we eindelijk allebei droog zijn, haasten we ons naar de hut toe.
"Wauw!" zeg ik zodra ik hem van binnen zie. "Dat niemand deze plek ooit heeft ontdekt, hij is echt geweldig!"
Hij knikt en gaat op een klein van hout gemaakt krukje zitten. "Dus is er nog veel gebeurd in de afgelopen week?"
Ik haal mijn schouders op. "Jij was weg, Sophies oma is een maand lang te gast. Ik kan dus niet transformeren in hun zwembaden en jij was er niet. Oh, dat heb ik nu dus twee keer gezegd." Ik lag een beetje en hij doet mee.
"Het spijt me, Rana. Ik zou willen dat ik het anders had kunnen doen, maar helaas kunnen we nu niet meer terug. Sophies oma, wat is zij voor een persoon?"
"Is het heel gemeen om te zeggen dat ze een vals kreng is? Ze bekritiseerd alles wat ik doe, zegt dat ik geen manieren heb, terwijl Sophie er nog minder heeft dan ik. Ik snap dat we onder water andere gebruiken hebben dan hier, maar kom op, zelfs mensen zouden moeten snappen dat je ouderen lekker in hun eigen wateren moet laten dobberen. Ze moeten zich niet overal mee bemoeien. En nog even over die manieren, ik ben een prinses, dus ik heb van jongs af aan al die stomme etiketten moeten leren."
Hij schud glimlachend zijn hoofd. "Ik vergeet zo af en toe gewoon dat je een prinses bent. Je kan zo fel reageren op dingen. Maar dat maakt niet uit. Je zal altijd mijn prinsesje zijn."
Hij werpt me een kushandje toe en ik rol met mijn ogen. En dan veranderd zijn gezicht weer naar serieus.
"Hoe denk je dat ik het moet oplossen, ik ben een week weg geweest." vraagt hij nerveus.
Ik haal mijn schouders op. "De bewakers zijn langs geweest. Of nee! Hoe heten die mensen hier nou?"
"Je bedoelt de politie?" vraagt hij.
Ik knik. "Ja, die. Ze zijn langs geweest, ik denk dat je een verklaring zou moeten geven aan hen als je nu weer terug zou komen. Misschien kan je wel bij ons logeren, als je nou een heel zielig verhaal bedenkt over waarom je bent weggelopen. Dan kom je gewoon bij ons wonen!"
Hij schudt alweer lachend met zijn hoofd. "Zo makkelijk gaat dat niet, Rana. Maar ik zal mijn best doen."
Ik geef hem een knuffel en hij slaat zijn sterke armen om me heen. Dit heb ik gemist. Ik zucht van genot en laat mezelf helemaal wegzakken in de omhelzing.
"Weet je wat ik ook heb gemist de afgelopen week?" Vraagt hij plotseling. "Behalve jou natuurlijk, dat had je wel kunnen raden. Zwemmen. Water dat langs je staart spoelt, überhaupt weer een staart hebben. En vannacht telt niet."
Ik krijg op eens een leuk idee, die ervoor zorgt dat er een glimlach op mijn gezicht verschijnt. "Kom mee!" zeg ik vrolijk. Ik pak zijn hand en trek hem de hut uit.
We rennen door het park, naar het strand.
"Wat gaan we doen?" vraagt hij lachend.
"De diepte verkennen! Je hebt me nog een keer samen zwemmen te goed."
Ik kijk een keer om me heen om te zien of er veel toeschouwers zijn, en dan ren ik de golven in.

Ik geniet van het heerlijke gevoel van het water dat langs mijn staart stroomt en Ethan's hand in de mijne. Geweldig dit.
Na een tijdje stop ik met zwemmen. Ik ga snel naar boven om te kijken hoe ver we van de kust af zijn. Ik kan het van af hier nog zien. Perfect! Ik wil natuurlijk ook niet verdwalen, hoewel mijn intuïtie en richtingsgevoel veel beter zijn dan die van mensen.
Ik duik weer naar beneden, waar Ethan nog steeds wat ronddobbert.
"Ben je er klaar voor? Ik wil alle mooie plekjes hier vinden!" zeg ik enthousiast.
Bij mijn lessen bodemleer heb ik veel geleerd over de verschillende planten en vissen die voorkomen in verschillende gebieden van de zee. Ik wil mijn kennis graag een keer in de praktijk uittesten.
We zwemmen naar beneden. Diep. Nog dieper. Steeds dieper, tot we uiteindelijk bij een soort grote richel komen. De richel zit vast aan een soort bergketen met veel open plekken waar waarschijnlijk grotten zitten.
"Laten we bij deze naar binnen gaan." Zeg ik.
Ethan knikt en gaat me voor de grot binnen. Vol spanning ga ik achter hem aan. Ik heb het gevoel dat er iets groots gaat gebeuren!

Je hebt het einde van de gepubliceerde delen bereikt.

⏰ Laatst bijgewerkt: Dec 21, 2016 ⏰

Voeg dit verhaal toe aan je bibliotheek om op de hoogte gebracht te worden van nieuwe delen!

DiepzeewaterWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu