Hoofdstuk 9

259 28 4
                                    

"Snel, naar die steeg!" Roep ik. We rennen zo snel mogelijk. In mijn hoofd tel ik de seconden af.
6, we zijn er bijna.
7, nog een klein stukje.
8, bijna...
9, achter een container...
10, we hebben een staart.
We liggen samen achter de container, terwijl de regen op ons inbeukt.
Ik kijk naar zijn staart. De groen-grijze kleur past veel beter in het steegje, omdat het minder opvalt.
"Eigenlijk is dit best romantisch. Wij met z'n tweeën met onze staarten," zegt Ethan
"Totdat iemand ons ziet en we naar een laboratorium worden gestuurd."
"Je moet het niet verpesten."
Hij lacht en strijkt over mijn staart.
"Dat kietelt!"
"Weet ik. Ik heb er sinds kort ook een."
We zijn een tijdje stil.
"Ethan?" Vraag ik.
"Hm?"
" Vind je mij eigenlijk écht leuk?"
"Anders zou ik nu toch nog een mens zijn?"
"Dat bedoel ik niet."
"Weet ik. Ik vind je echt leuk. Al vanaf het moment dat ik je voor de eerste keer door de gang zag lopen."
"Echt waar?"
"Echt waar. Mijn vrienden zeiden dat je haar raar was, en ik ging ertegen in. Natuurlijk schrok ik wel, toen ik je voor de eerste keer met je staart zag, maar ik ben ook blij dat ik je nu echt ken."
"Oh..."
"Rana, denk jij dat we een keer echt in de zee kunnen zwemmen? Ik bedoel samen. De laatste keer was ik nog een mens."
"Ja. Ik heb gehoord dat het over een paar dagen heel mooi weer aankomt. Dan kunnen we meteen de opdracht afmaken. Zijn we nu eigenlijk een stelletje?"
"Ja," zegt hij. "Tenminste, als jij dat wilt." 
Ik knik. Dit zal mijn vader leuk vinden, maar dat boeit me niet.
"Rana?" Hoor ik Sophie roepen.
"Sophie!" Roep ik. Sophie komt het steegje in lopen en moet lachen als ze ons ziet liggen.
Ze heeft een dikke jas aan.
"Hebben jullie het niet koud? Het is onder de vijf graden vandaag," vraagt ze, terwijl ze wijst naar mijn blote buik. Ethan heeft zelfs helemaal geen kleren om zijn bovenlichaam.
"Nu je het zegt... Nee," zegt hij.
"Natuurlijk niet!" Zeg ik. "Zeemeerminnen hebben een bepaalt stofje in hun staart zitten dat ervoor zorgt dat ons hele lichaam de juiste temperatuur is, dit hebben we ook als we benen hebben, hierdoor gaan we nooit zweten, maar we zijn niet koudbloedig."
Sophie steekt een paraplu op en ik droog mezelf. Dan droog ik ook Ethan en we geven de paraplu aan Ethan en gaan naar zijn huis, waar ik ons droog hou.
Daan fietsen Sophie en ik naar haar huis.

De volgende ochtend word ik wakker van de huistelefoon beneden. Ik ren met twee treden tegelijk de trap af en neem de telefoon op.
"Met Rana."
"Hé, Rana, met Ethan. Ik vroeg je af of je vanmiddag zin hebt om met mijn fantastische broer en zus en mij mee te gaan naar het zwembad, om hen te zien trainen. Ik moet gedwongen mee en heb jou hulp nodig om me onder mijn vaders wil om mij ook te zien zwemmen uit te praten."
Ik rimpel mijn neus. Het zwembad? Dat is nou niet de meest veilige plek voor mij en Ethan. Maar hij heeft wel gelijk.
Ik zeg dat ik kan en spreek over een half uur af bij zijn huis.
Op dat moment gaat de voordeur open en komen Sophie en haar ouders thuis van het boodschappen doen.
Ik zeg ze wat ik vanmiddag ga doen en zij zijn het er niet mee eens.
Dan vertel ik ze de reden en ik mag gaan.
Ik loop naar boven om me om te kleden en zie dan dat het boek op mijn nachtkastje een vreemd licht uitstraalt. Ik pak hem op en sla hem open. Ik zie dat er iets in staat! Eindelijk.
Ik begin met lezen:
"Getransformeerde meerminnen of mannen kunnen alles wat een echte zeemeermin ook kan. De enige manier om te veranderen is door een kus op de mond met een zeemeermin. Alles wat je dan kan is onder water ademen en met waterdieren praten. Ook is de staartvin sterker, wat uitstraalt naar menselijke benen, waardoor menselijke zeemeerminnen een beter uithoudingsvermogen hebben.
Er is geen manier om weer een mens te worden.
Zodra een mens is gekust door een zeemeermin moet hij of zij vierentwintig uur geen water aanraken om niet te veranderen.
Mensen die zijn getransformeerd zijn geen mensen meer. Ze zijn echte meerminnen."
Ja, duh. Wat is dit nou voor waardeloze informatie? Ik leg het boek weer weg en kleed me om.
Ik eet nog snel even wat en dan spring ik op de fiets.

Zijn huis is mooi en wit. Het is niet zo groot als het huis van Sophie, maar je kan het ook niet klein noemen.
Ik zet mijn fiets op slot en bel aan.
De deur wordt open gedaan door een man met grijs haar en norse groene ogen. Hij lijkt wel een beetje op Ethan.
"Hoi, ik ben Rana, ik kom voor Ethan," zeg ik.
"Oh, ja. Zijn vriendinnetje. Kom binnen."
Hij doet een stap naar achteren en ik loop naar binnen. Ik loop achter hem aan naar de woonkamer waar Ethan op een bank tussen zijn broer en zus in zit. Hun moeder zit op een stoel naast ze.
Ethan staat op zodra hij mij ziet binnenkomen.
"Dit zijn Avery en Bobby," zegt hij terwijl hij gebaard naar zijn broer en zus. Ze kijken me ongeïnteresseerd aan en kijken dan weer naar de tv. Ethan's moeder staat op en geeft me een knuffel.
"Leuk om je te ontmoeten," zegt ze. "Ethan verteld heel veel over je."
"Avery, Bobby, pak jullie spullen, we moeten gaan," Ethan's vader komt de kamer weer ingelopen.
Ze komen direct in beweging, en gooien daarbij Ethan op de grond. Ik help hem overeind. Ethan's ouders lopen ook de kamer uit.
"Is vochtige lucht ook gevaarlijk?" Fluistert hij.
Ik schud mijn hoofd en hij reageert blij.
"Gelukkig. Anders heb ik een groot probleem: we moeten altijd met de hele familie naar het zwembad."

Twintig minuten later zijn we bij het zwembad.
De caissière herkende Avery en Bobby, dus we mochten allemaal doorlopen. Blijkbaar hebben ze een soort vrijkaartje voor hun hele familie of zoiets.
Ik heb het jurkje aan waarmee ik op er land ben gekomen, omdat ik toch niet van plan ben om te zwemmen.
Ethan draagt een zwembroek in dezelfde groen-grijze kleur als zijn staart.
Ik wijs er naar. 'Nu ook al een staart boven water?"
Hij grinnikt. "En jij dan?"
"Hiermee ben ik aan land gekomen."
"Ja dus," zegt hij lachend.
We lopen met z'n allen naar de baden. Er zijn er drie: een peuterbad, een kleuterbad en een echt (en vooral diep) zwembad.
"Ga jij niet zwemmen?" Vraagt Ethan's vader.
Ik schud mijn hoofd en zeg dat ik niet zo van water hou. Hij neemt me even apart.
"Waarom heb je eigenlijk iets met Ethan? Hij is een nietsnut, begin iets met Bobby. Hij is lief, grappig en goed in zwemmen... Hij kan je leven redden als je onder water vast zit..."
Wat is dat nou voor vraag. Bobby is -net zoals Avery- nogal oneerbiedig over gekomen. Bovendien, als we echt vast zitten onder water, denk ik dat ik het daar best een tijdje vol hou. Ik verdrink niet zo snel... En ik vind Ethan leuk, niet Bobby!
Ik schut mijn hoofd. "Meneer, ik vind Ethan leuk. Niet Bobby," zeg ik en ik loop door.
Na een hele middag kijken naar Avery en Bobby, die gecoacht worden door hun vader, en zorgen dat Ethan en ik niet nat worden, is het tijd voor de lunch.
Na de lunch zegt de vader van Ethan dat hij mij ook wel wil zien zwemmen.
Ik herinner hem eraan dat ik niet zo van zwemmen hou, en dat dus niet wil doen, maar hij duldt geen tegenspraak.
Uiteindelijk trekt hij me overeind en wil me naar de rand van het bad trekken, als Ethan zijn arm vastpakt.
"Ze wil niet, vader. Laat haar dan ook los."
Hij laat me los, maar trekt nu Ethan mee naar het water.
"Dan ga jij maar zwemmen," roept hij boos en hij duwt Ethan met een enorme plons het water in.

DiepzeewaterWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu