~4~

461 69 43
                                    

A/n

Hiii allemaal,

Hierbij weer een nieuw hoofdstukje! Ik wil trouwens nog ff melden dat ik de laatste tijd echt superdruk ben met school en mijn andere hobby's, dus ik probeer echt om om de twee dagen een nieuw hoofdstuk van Nori of Het Leven van een Selkie te plaatsen. Als dat niet lukt, is dat natuurlijk jammer. Maar hey, ik ben ook een mens! (eigenlijk een zeemeermin, maar daar hebben we het voor het gemak maar even niet over)

Veel leesplezier!

Xx Anniek

------------------------------

Het eerste uur begint al rampzalig met een blokuur economie, een vak dat ons onderwezen wordt door meneer Kleingeld -wat een ironie. Al zijn lessen zien er hetzelfde uit; hij geeft uitleg, maakt een paar slechte woordgrappen en gaat daarna naar de lerarenkamer om koffie te halen -waar hij meestal de rest van de les blijft. In die tijd moeten we dan de rest van de paragraaf maken en de stof doornemen, maar meestal draaien zijn lessen uit op een complete chaos. 

De meeste mensen vinden het geweldig als je ongestoord door de les heen kan praten. Ik niet. 

Nee, het is niet omdat ik zo graag op wil letten of me irriteer aan het plezier van anderen. Het punt is, is dat zo'n chaotische les een buitenkansje is om een gesprek te voeren met Vajèn en die andere meiden. Elke keer zie ik de kans komen en weer voorbij trekken, omdat ik hem gewoon niet durf te grijpen. Ik verwijt het mezelf ontzettend; wat is er zo eng aan om op ze af te stappen en gewoon mee te praten in een gesprek? 

Het enige wat nog een beetje leuk is aan economie, is het feit dat Kai Vogels een rij voor me zit. Kai is zeg maar een soort Vajèn, maar dan in de jongensuitvoering. Heel veel weet ik niet over hem, behalve dat de wortels van zijn familie in Alexandrië liggen en dat hij aan freerunnen doet. Ook zit hij in de korfbalselectie en heeft een vakantiehuis ergens in Florida. 

Misschien ben ik verliefd op hem. Maar ik weet niet aan welke criteria iemand moet voldoen om in de gemoedstoestand 'verliefd' te worden geplaatst. Tja, laat ik het maar zo zeggen; als ik aan een Dylan-O'Brien-achtige sprookjesvriend denk, denk ik eerder aan Kai dan aan Dylan. Ik denk dat dat genoeg vertelt.

Van de mensen in deze klas ben ik waarschijnlijk degene die hem het slechts kent, maar ik ken hem wel het langst. Ik zat namelijk bij hem in de klas vanaf groep vier en zijn sindsdien klasgenoten geweest. Helaas was hij ook ooggetuige van het kat-en-muis-drama waarbij Coen mijn onderbroek omlaag trok op het schoolplein. Ik denk dat ik daardoor alles al verpest heb bij Kai. 

En zoals ik al zei; hij is de mannelijke Vajèn. Dat betekent dat hij triljoenen volgers heeft op Instagram en waarschijnlijk een hele harem aan topmodellen als vriendin heeft. Aangezien ik niet in een cliché tienerroman leef, weet ik dondergoed dat iemand als Kai Vogels niet ineens smoorverliefd wordt op een grijze muis die niet eens bij iemand in de buurt durft te komen. Laat staan bij een beige-maar-toch-grijze zeehond. 

Al weet ik dat ik toch nooit een kans bij hem zal maken, neemt natuurlijk niet weg dat hij een prachtig achterhoofd heeft om naar te kijken tijdens economie. Maar goed, eerst die SO. 

Ik loop het lokaal binnen en ga achterin zitten. Meneer Kleingeld deelt de toetsblaadjes uit en ik schrijf mijn naam in minuscule lettertjes op het antwoordvel. Ik doe nog even een schietgebedje en begin met het lezen van vraag één. 

In principe is de toets goed te doen. Nu ben ik ook wel zo'n stuudje die alle details uit het hoofd stampt, maar hé, goede cijfers zijn altijd welkom. Binnen een kwartiertje heb ik me er doorheen gewerkt en kijk triomfantelijk toe hoe de anderen allemaal nog bezig zijn. Ik zie hoe Vajèn vermoeid in haar ogen wrijft en een grote geeuw probeert te verbergen. Overduidelijk dat zij dit weekend is wezen feesten. 

Dat is trouwens wel een supergroot voordeel van een introvert zijn. Elk weekend kan je tevreden achterover leunen en niks doen, op een beetje huiswerk na dan. Als je massa's vrienden hebt, is het een ongeschreven regel dat je verplicht bent om daarmee af te spreken in de weekenden. Maar hé, geen vrienden, dus ook geen verplichtingen. De hele dag slapen en urenlange Netflixsessies zijn ook telkens weer unieke ervaringen, hoor. 

Meneer Kleingeld begint de blaadjes op te halen en schrijft een aantal opdrachten op het schoolbord. Ja, we hebben serieus nog van die donkergroene schoolborden bij ons op school. Afgelopen zomervakantie zijn namelijk alle beamers op mystieke wijze gemolesteerd en probeert de school nu vergeefs een budget voor nieuwe beamers bij elkaar te schrapen. Je wilt niet weten hoe gelukkig iedereen is wanneer we les hebben in een lokaal met een whiteboard met van die markers, want het geluid van krijt op een schoolbord, drijft me er bijna toe dat ik mijn oren van mijn hoofd af wil trekken om ze vervolgens in de papierversnipperaar te gooien. Bleh

,,Ik ga jullie toetsen alvast nakijken, beginnen jullie maar alvast aan deze opgaven." Meneer Kleingeld wijst naar de getallen op het bord en loopt met de toetsen onder zijn arm richting de deur. ,,Ik ga even koffie halen, dus ik ben er zo weer," zegt hij, waarna hij de gang op loopt. 

Na twee seconden barst het geluid weer los in het lokaal. Meisjes staan op en verzamelen zich op een kluit in de hoek van het lokaal, terwijl de jongens verspreid op hun telefoon zitten. Zuchtend ga ik als enige aan de gang met de opgaven en zie weer een hopeloze kans voorbij vliegen. Het is al onbeschrijflijk vervelend als je die kans niet eens krijgt, dat weet ik maar al te goed. Het is echter tien keer zo vervelend als er een perfect moment is om me in een gesprek te mengen, maar ik het gewoon niet doe. Met een betwiste gedachtegang probeer ik mezelf op mijn werk te focussen, wat natuurlijk mislukt. Ik slaak een diepe zucht en tuur richting Vajèn en Silke, die samen staan te praten over Silkes nieuwe telefoon. Tja, dat is niet het meest optimale gespreksonderwerp om me in te mengen. 

Ik wacht anders wel even. 

Weer probeer ik de opdrachten op te pakken, maar dezelfde gedachte blijft telkens aan me knagen; loser die je bent, loop naar ze toe en zeg iets leuks. Tevergeefs probeer ik de stem te negeren, wat natuurlijk helemaal niet werkt bij mij. Even kijk ik op van mijn werk om me te oriënteren op wat er zich zoal afspeelt in de klas op dit moment. 

Vajèn staat nog steeds met de meiden te praten, terwijl de jongens met etuis lopen over te gooien. Tijdens het fanatieke meidengesprek vliegt er ineens een scherp geslepen potlood door de lucht en belandt als een dolk in Vajèns nek, die spontaan voorover op de grond kukelt. Bloed spuit als een hogedrukspuit naar buiten en paniekerig verzamelt iedereen zich rond Vajèns lichaam dat levenloos op de grond ligt. ,,Je hebt haar vermoord, man!" roept iemand nog, waarna iedereen begint te gillen. 

Dat gebeurde dus niet. 

Ik grinnik binnensmonds. De jongens zijn inderdaad 'lummeltje' aan het spelen met een etui, maar op een moordlustige actie zijn ze zo te zien niet uit. Wat betreft Vajèn, die is nog steeds druk bezig met het leiden van een leven. 

Zuchtend wend ik me weer tot mijn huiswerk en vraag me af hoe het zou zijn om te leven. En met leven bedoel ik niet het hebben van regelmatige hartslagen, ik bedoel natuurlijk de epische avonturen die je uit je leven zou moeten halen. Tja, dat selkiegebeuren heeft waarschijnlijk wel een avontuur voor me in petto, maar ik vrees niet dat dat het avontuur gaat zijn waar iemand zoals ik op zit te wachten...


Het Leven van een SelkieWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu