Hoofdstuk 4

418 49 12
                                    


Mandy, Anne en ik renden door de gangen; op zoek naar het leslokaal. We waren helemaal vergeten welke richting we moesten uitgaan en waar we ons bevonden. De school was zo groot, net een doolhof. Uitzinnig zochten we naar het juiste lokaal, maar we bleven steeds in rondjes lopen, bleek het. Dit was namelijk al de derde keer dat we voorbij lokaal 2.175 liepen. Na de vierde keer begonnen we ons echt zorgen te maken.

"Dit is al de vierde keer dat we voorbij dit stomme lokaal lopen. Geef gewoon toe dat je de weg niet weet, Mandy, dan kunnen we een plattegrond gaan halen bij het secretariaat," zeurde Anne die, net zoals ik, het beu was om steeds in rondjes te lopen. Mijn benen begonnen het te voelen en ik keek even op mijn gsm om het uur te bekijken. Het uur vertelde me dat er al vijf minuten voorbij zijn gegaan. Ik zuchtte inwendig, mijn eerste schooldag verliep toch niet zo vlotjes als ik had gehoopt. Mandy keek gefrustreerd rond en tikte razendsnel met haar voet op de grond. Ik moest eerlijk toegeven dat het verfrissend was om Mandy zonder glimlach te zien. Ik begon haast te denken dat ze geen andere emoties kon vertonen. Mandy zuchtte en zette haar handen tegen haar heup. Ze dacht even na voordat ze knikte en ons vastberaden aankeek.


"Ik denk dat we dat best kunnen doen in plaats van onze tijd te blijven verspillen," zuchtte ze en wreef even met haar handen over haar gezicht. Anne en ik knikten en we maakten ons alle drie klaar om terug naar het plein te keren en zo naar het secretariaat te kunnen gaan. Toen we ons omkeerde richting de trap, schrokken we ons een hoedje wanneer we de lange figuur achter ons bemerkten. De onyxkleurige ogen kwamen me bekend voor. Het was meneer Von Kiev.


"Dames," sprak de man ons kalm aan en oogde ons een voor een, "moeten jullie je niet bevinden in het leslokaal?" Zijn postuur was rigide en zijn blik was koel. Ik slikte even en voelde een rilling door me heen gaan. De man was erg intimiderend en zag er ook een beetje eng uit. Naast me hoorde ik Anne luid op slikken en vanuit mijn ooghoek zag ik haar ook in elkaar krimpen. Ik was dus niet de enige die zich geïntimideerd voelde. Mandy, daarentegen, keek hem recht in de ogen aan met opgeheven hoofd en schouders.


"We zijn verdwaald, meneer. We weten niet meer waar ons lokaal zich bevindt," legde ze rustig aan hem uit. Haar schouders zakten in en ze keek hem verslagen aan.

"Kunt u ons de weg wijzen?" vroeg ze aan hem en voegde er nog snel aan toe: "Ons lokaal is 2.005." Von Kiev bekeek ons stuk voor stuk even aandachtig en nam dan diep adem. Hij draaide zijn lichaam zodat hij evenwijdig stond met de muur en wees naar het einde van de gang.


"Loop de gang helemaal uit en aan het einde zullen jullie een deur zien aan jullie rechterkant." Hij maakte een handgebaar naar rechts. "Deze deur leidt tot een andere gang. Loop rechtdoor," dit keer strekte hij zijn hand gewoon voor zich, "en jullie zullen het lokaal vinden aan jullie linkerkant." Hij eindigde zijn uitleg met een handgebaar naar links voordat hij zijn handen kruiste achter zijn rug. Hij keek ons verwachtend aan en knikte met zijn hoofd richting het uiteinde van de gang.

"Nou, ga nu maar. Jullie zijn al zeker acht minuten te laat," drong hij aan en we schoten meteen in actie. Mandy gaf hem een snel bedankje voordat ze ons richting het einde van de gang duwde. Mijn benen schoten in actie en begonnen te bewegen met een hoge snelheid. We liepen niet, want we wilden niet dat Von Kiev ons hiervoor zou bestraffen. Aan het einde van de gang zagen we inderdaad een deur aan onze rechterkant en terwijl Mandy bezig was met het openen van de deur, gluurde ik nog even snel door mijn ooghoeken naar onze redder in nood. Mijn ogen ontmoetten een donkere en intense blik. Met een luide piep wende ik mijn blik meteen af en bemerkte dat Mandy de deur al had geopend en de twee meisjes al waren doorgelopen. Helemaal onthutst haastte ik me door de deur en, mij kennende, kon dit niet gebeuren zonder een ongeval. In mijn haast merkte ik de andere persoon niet op die de deur wilde gebruiken en botste er frontaal tegen. De onbekende figuur greep me snel vast om zijn evenwicht te behouden en hield ons beiden rechtop. Een gevoel van schaamte liep door me heen en mijn gezicht werd knalrood. Beschaamd zette ik een stap naar achteren en frummelde wat met mijn vingers terwijl ik naar de grond keek. De woorden kwamen zonder nadenken uit mijn mond.

The Protector (On hold/Editing)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu