33. Connor

737 49 10
                                    

Zodra de auto de oprit van het huis van mijn oom en tante bereikt, gooi ik de deur open. Nog voor het voertuig helemaal stilstaat, ren ik al om het huis heen naar de achtertuin. Daar vlieg ik mijn moeder in haar armen.

"Mam," verzucht ik. "Ik heb je best gemist toen we weg waren. Het was zo heftig."

Mam lacht. "Goed dat jullie er weer zijn. Is alles goed met iedereen?"

Met Lee bedoelt ze natuurlijk. "Ja hoor. Lee leeft zelfs nog."

"Mooi," vindt mam. Ze strijkt door mijn krullen en laat me dan los. Net op tijd om Lee de hoek om te zien komen. Bezorgd bestudeert ze het verband om haar rechter bovenarm. "Ziet er ernstig uit."

Lee haalt haar schouders op – en krimpt meteen in elkaar van de pijn. "Het valt best mee. Zolang ik die arm gewoon niet beweeg, doet het ook geen pijn. Volgens de dokter duurt het een paar weken voordat alles daarbinnen helemaal hersteld is en dan moet ik gaan revalideren." Het laatste gedeelte komt er onzeker uit. Ik weet wel hoe dat komt. Ze is bang dat ze nooit meer zo goed zal kunnen schieten.

Inmiddels worden ook Penn en Ava warm onthaald door hun ouders. Het doet me weer denken aan alles dat Toby mist. Bezorgd kijk ik om naar de liefde van mijn leven, die onze koffer de tuin in sjouwt. Ik ga meteen op hem af voor een stevige knuffel. "Jij ook welkom terug."

"Waar precies is dit goed voor?," vraagt hij lachend.

"Gewoon. Dat jij geen familie hebt die je welkom heet, wil nog niet zeggen dat je niet welkom bent."

"Jij kleine mafkees. Dit is waarom ik zo van je hou." Hij kust me. "En ik heb wel familie, weet je nog? Diegene weet het alleen nog niet."

En ik moet het hem vertellen. Alsof ik dat zou kunnen vergeten. Ik heb er vannacht slecht van geslapen. Als ik de kans krijg, wil ik hier eerst met mijn moeder over praten. Die staat alleen net met Sydney te kletsen over haar toelating tot die Londense toneelschool van haar. Toch loop ik maar op de twee af. "Mam? Kan ik even met je praten? Onder vier ogen?"

"Natuurlijk, lieverd. Sydney, straks wil ik graag alles horen over je auditie. Ik ga eerst even een stukje wandelen met Connor."

"Ik ga mee," klinkt Toby's stem achter me.

Ik slik moeizaam. Natuurlijk mag hij mee. Dit gaat over hem. Maar dat wil niet zeggen dat het daardoor makkelijker wordt. Helemaal niet.

Mijn moeder lijkt echter nergens last van te hebben. Die pakt me bij mijn hand en leidt me mee de oprit af, de straat in. "Wat is er allemaal aan de hand?"

"Ik heb uitgevonden wie Toby's vader is en het is inderdaad iemand van de geheime dienst."

"Iemand die er nog steeds werkt?," vraagt mam.

"Het is Johan," antwoordt Toby.

Mijn moeder is minstens net zo geschokt als ik toen ik voor het eerst de naam waarnam die als resultaat uit de DNA-test rolde. "Johan? Ik wist niet dat hij iets met Corine heeft gehad."

Toby haalt zijn neus op. "Nou, je bent niet de enige. Ik weet nog steeds niet wat ik ervan moet vinden. Het is natuurlijk een prima vent die altijd goed voor me gezorgd heeft, maar mijn vader? Zo zie ik hem dus absoluut niet. Meer als een soort mentor. En als mijn baas natuurlijk."

Het lijkt me inderdaad behoorlijk raar als je baas je vader blijkt te zijn. "Wil je nog dat ik hem bel?"

"Als je dat wilt doen."

"Iemand moet het doen en ik ben degene die dit alles veroorzaakt heeft, dus laat me maar." Ik vis mijn telefoon al uit mijn broekzak voordat ik mezelf kan bedenken en loop op een bankje af dat langs de weg staat. Daar ga ik zitten. "Oké, daar gaat 'ie."

(Sisters in crime 3) Avontuur in EngelandWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu