Hoofdstuk 5

358 27 6
                                    

Ik word wakker van een straal licht die vanuit het raam precies in mijn ogen schijnt. Geïrriteerd knipper ik met mijn ogen en even weet ik niet meer waar ik ben. Dan komt de harde waarheid bij me binnen: ik ben in een weeshuis.
Gelijk denk ik weer aan gisteravond en mijn ogen schieten de zaal rond opzoek naar Alissa. Ze ligt verderop vredig te slapen in haar bed. Ik zucht opgelucht en ga liggen om ook nog wat te slapen. Het irritante licht schijnt in mijn ogen en lijkt me uit bed te trekken.

Geïrriteerd stap ik weer uit bed en loop naar het raam om de gordijnen dicht te trekken, maar dan valt mijn oog op het groepje bomen achterin de tuin. Weer zie ik schimmen lopen. Ik knipper met mijn ogen, maar dit keer verdwijnen ze niet. Ze zijn er nog steeds. Ook zie ik vage blauwe, groene en grijze lichtstralen tussen de bomen door schijnen. Ik knijp mijn ogen tot spleetjes en probeer het beter te kunnen zien, maar tevergeefs. De vage, oranje gloed van de opkomende zon helpt ook niet erg mee. Met een ruk trek ik de gordijnen dicht. Vanmiddag ga ik kijken. Nieuwsgierig geworden, kruip ik weer terug in bed, maar ik kan de slaap niet meer vatten. Met mijn ogen wijd open staar ik naar het plafond. Ik verlang naar de dag waarop ik mijn magie ontdek en ik naar huis kan. De dag waarop ik Castor en Rigel weer terug zie. En de dag waarop ik mijn magie kan testen en gebruiken. Geweldig lijkt me dat!

Om me heen worden de mensen ook wakker en kruipen uit het bed op weg naar de badkamer. Zelf sta ik ook op en loop richting de badkamer. Ik plens wat water in mijn gezicht en kijk in de spiegel. Ik zie er niet uit! Ik ben lijkbleek en er zitten wallen onder mijn ogen. Mijn normaal felgroene ogen zijn dof. Ik heb net drie stappen gelopen en ben nu al weer uitgeput. Ik slof weer terug naar mijn bed en laat me erin vallen. Geen zin om eruit te komen.

'Rana, Rana!' mijn lichaam wordt flink door elkaar geschud. Vermoeid open ik mijn ogen. Alissa hangt boven me en schud me flink door elkaar. Ik kreun en probeer me weer om te draaien, maar Alissa zegt: 'Kom Rana, we moeten naar school. Overmorgen mag je weer uitslapen. We zijn al laat!'
Ik zucht diep en sla het deken van me af. Gelijk krijg ik het koud en ik race naar mijn kast om er vervolgens een trui en een broek uit te halen. Zo snel als ik kan schiet ik die aan en loop met Alissa mee naar de eetzaal.
Daar aangekomen eet ik een stuk brood met jam en drink wat thee. Dan gaan we op weg naar de tweede verdieping. Op weg naar school.

School is saai. Ik ben er over uit. School is echt dodelijk saai. Ik ben zo blij dat we het in Nimmernimmer niet hebben.
'Oké, Hannah, even een vraag!' fluister ik in haar oor. Hannah zit namelijk naast mij in de klas.
'Wat is precies het nut van dit x en y gedoe? Ik snap er helemaal niks van.'
'Tsja,' antwoord Hannah, 'als je het echt wilt weten moet je het maar aan die vrouw vragen.' ze wijst naar de vrouw voor in de klas die een lang lul verhaal staat te houden over optellen en aftrekken.
'Mevrouw, wat is hier eigenlijk het nut van?' vraag ik dwars door de klas. Iedereen draait zich om en gaapt mij aan.
'Wat?' vraag ik geïrriteerd. Kijk lekker een andere kant op of zo, denk ik erachteraan.
'Rana, ten eerste steken wij als normaal beschaafde mensen onze vinger op als we wat vragen,' beantwoord ze mijn vraag. Ik grijns, ze moest eens weten. Normale beschaafde mensen, laat me niet lachen.
'En ten tweede, wiskunde is heel nuttig in het dagelijks leven. Het hangt er alleen van af welk onderwerp. Graden berekenen bijvoorbeeld is heel handig als je...'
En toen haakte ik al af. Echt te saai.
'Oké, ik snap het al. Niet nuttig dus.' fluister ik weer in Hannahs oor. Ze schiet in de lach en slaat een hand voor haar mond om niet te hard te lachen. Zelf kijk ik een andere kant op om niet de aandacht te trekken. Opeens zoemt mijn blikveld in op een paar tafels aan de andere kant van de klas. De tafels waar Alissa en Damian aan zitten. Damian is een bruin getinte jongen met een spierwitte lach. Hij is erg aardig en maakt altijd leuke grappen. Ik vind Alissa en Damian wel bij elkaar passen. En dat blijkt. De hand van Damian ligt over de hand van Alissa en ze kijken elkaar smoorverliefd aan. Tenminste dat denk ik. Ik zie alleen maar het smoorverliefde gezicht van Alissa. Man, ze kwijlt bijna. Mijn ogen zoemen nog verder in alleen nu op de twee handen. Mijn ogen zoemen zo ver in dat ik de witte haartjes op de hand van Damian zo zou kunnen tellen.
Wat is dit? Denk ik geschrokken.
Opeens wordt ik gevuld met een vreemd soort energie. Het lijkt wel alsof ik het uit die twee handen vandaan trek. Mijn blikveld wordt vaag en kleurt een beetje rood aan de randjes. Bang dat ik ga flauwvallen grijp ik de rand van de tafel beet en probeer mijn blik af te wenden van de twee handen. Steeds meer energie zuig ik op en ik heb geen idee hoe ik dit moet stoppen.
Wat is dit? Wat gebeurt er met me?
Honderden vragen spoken door mijn hoofd terwijl ik probeer om weg te kijken. Met alle wil die ik in me heb ruk ik mijn hoofd weg van het onschuldige schouwspel aan de andere kant van de klas. Opeens stopt de golf van energie en haal ik hijgend adem. Ik laat mijn hoofd op mijn tafel vallen en heb alle kracht nodig om mijn ademhaling onder controle te krijgen. Als ik weer een beetje normaal ademhaal kijk ik op in de verwachting dat de hele klas naar me kijkt. Dat is niet zo. Iedereen zit geboeid naar de vrouw te staren, behalve Hannah. Hannah kijk me vreemd aan en trekt een wenkbrauw op.
'Wat doe je raar?' vraagt ze, 'Wat gebeurde er?'
'Ik, hijg, heb, hijg, geen idee.' met wijd opengesperde ogen probeer ik nog een beetje van de les te volgen. Het mislukt gruwelijk, want elke keer dwalen mijn ogen weer af naar Damian en Alissa. Wat was dat?

Without MagicWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu