Als ik wakker word moet ik met mijn handen mijn ogen beschermen tegen het felle licht dat er in schijnt.
Ik knipper verbaasd als ik merk dat het licht in verschillende kleuren opgedeeld is: groen, grijs, blauw en bruin. Als ik mijn hoofd draai is het donker, nacht waarschijnlijk. Een felle pijnscheut schiet door mijn hoofd als ik hem weer terug draai en een zachte kreun ontsnapt aan mijn mond. Snel sluit ik mijn ogen en zie dat mijn ogen ook licht gaan geven. Het zwakke groene schijnsel aan de binnenkant van mijn oogleden word steeds sterker en op een gegeven moment moet ik mijn ogen wel open doen.
De wereld om mij heen word scherp en nu zie ik pas waar de gekleurde lichten vandaan komen. Vier paar ogen staren mij aan vanachter een boom. Grijze, bruine, groene en blauwe ogen...Ik schiet overeind en kruip achteruit. Pijn schiet door mijn hoofd bij die beweging, maar ik negeer het. Met bange ogen kijk ik naar de schaduwen achter de bomen. Wat willen ze van me? Waar ben ik? Wat moet ik hier?
Honderden vragen doemen op in mijn hoofd waardoor ik niet merk dat ik met mijn rug tegen een boomstam aan knal, de schaduwen achter de bomen vandaan sluipen en mijn kant op komen. Met mijn ogen dicht denk ik koortsachtig na over een manier om hier weg te komen.
Opeens kruipen er touwen om mijn middel en zit ik vastgesnoerd aan de boom. Ik schrik me dood, maar hou mijn ogen stijfdicht geknepen. Deze mensen hier mogen niet zien dat ik ook lichtgevende ogen heb.'Open je ogen!' snauwt een zware, donkere stem, waarschijnlijk de baas van deze mensen.
Ik hou mijn ogen dicht geknepen en schud met mijn hoofd.
'Moeten we je dwingen?' Vraagt dezelfde stem en ik zou nu heel graag het gezicht van die man in elkaar slaan. Weer schud ik mijn hoofd, knijp mijn ogen nog verder dicht.
'Oké, gaan we het zo spelen!' mompelt de man en vervolgens roept hij: 'Mariana, doe je ding!'
Vrijwel meteen voel ik mijn keel dichtknijpen, maar ik voel geen handen die zich om mijn keel klemmen.
Hoe kan dat?
Wanhopig hap ik naar adem, maar er komt geen lucht meer in mijn longen. Mijn borst brand van de pijn en ik voel mezelf al verslappen. Precies op het moment dat ik denk dat ik het niet meer vol hou, hoor ik een meisje gillen.
'Mama?!' ze krijst en schreeuwt en de greep op mijn keel verslapt. Toch wil ik weten wat er gebeurt en doe mijn ogen open. Het meisje dat recht voor me staat valt stil en kijkt me geschrokken aan. Haar hand in de buik van haar moeder, die met haar ene hand uitgestoken naar mij staat en de andere hand heeft de schouder van het meisje vast.
Alle mensen eromheen staren mij met grote ogen aan. Het meisje haar hand, die in de buik van haar moeder zat, glijd naar de hand van haar moeder en ze pakt die voorzichtig vast. Een man, waarschijnlijk de man die tegen mij praatte, stap uit de menigte en komt naast de vrouw staan. Ook hij pakt haar hand, waarschijnlijk is het zijn vrouw, en er heerst nog steeds een doodse stilte. Totdat de man zegt: 'Ze is het echt!''Wat...?' weet ik uit te brengen, maar ik word onderbroken door de man die zegt: 'Je bent het echt, echt?'
'wat ben ik?' vraag ik verbaasd en ik snap er nu werkelijk helemaal niks meer van. De man draait zich om naar zijn vrouw en fluistert iets in haar oor. De vrouw knikt en draait zich om. Ze roept naar de menigte achter haar dat ze moeten vertrekken en al snel blijf ik alleen over met de man.
Angst overspoelt me als de man dichterbij komt, maar verdwijnt ook meteen weer als de man zijn hand uitsteekt en meedeelt dat hij Manuel heet.
Twijfelend pak ik zijn hand.
'Rana' zeg ik zachtjes.
Zijn ogen beginnen te gloeien en een blauwe gloed stroomt over me heen.
Ik knipper met mijn ogen en kijk verbaasd, waardoor mijn ogen ook weer gaan gloeien.
Hij glimlacht en begint te praten:'we zijn zo blij dat we je eindelijk gevonden hebben!'
'Is het een traditie van jullie om mensen te verstikken als je blij bent dat je ze eindelijk gevonden hebt?' flap ik er bijdehand uit en ik schrik van mijn eigen woorden. De man glimlacht alleen maar en kijkt me meelevend aan.
'We moesten zeker weten dat jij het was en niet iemand anders. Het was inderdaad niet de beste manier om het op te lossen, maar zeg nou zelf, als we het lief aan je gevraagd hadden, had je ook geweigerd. Ik weet hoe het is om je ogen aan iemand te laten zien. Dat doe je pas als je zeker weet dat je diegene kan vertrouwen en dat hij ze er niet uit wil rukken om ze vervolgens naar een laboratorium te brengen.'Verbaasd over hoe goed hij het weet te verwoorden knik ik maar wat.
'Maar goed,' gaat hij verder, 'weet je wat je bent en wat je hier doet?'
Ik schud mijn hoofd en Manuel knikt.
'Oke, dan beginnen we daarmee. Je hebt waarschijnlijk al gemerkt dat jij anders bent dan de elven in jouw wereld. Dat komt door jouw vader en moeder. Jouw moeder was een Elag en jouw vader was een Elf.'
Er valt een diepe stilte en verbaasd knipper ik met mijn ogen. Hoe kan een Elag nou met een Elf trouwen? Dat zijn toch twee verschillende soorten? En hoe weet deze vent al deze dingen? Net als ik het wil vragen gaat Manuel verder:'Jouw vader was ook niet eens een normale elf, maar een elf van adel.
Hij trouwde met je moeder uit ware liefde en ze waren een gelukkig stel. Je vader werd van de troon geschopt en zijn hele familie moest ook afstand doen van alle rijkdommen en bezittingen die ze hadden. Een hele nieuwe koningsfamilie werd aangestelt en niemand van de familie van je vader treurde. Want zij wisten iets wat de anderen niet wisten. Jouw vader en moeder kregen jouw. En daarbij ook ons. Iets wat ze nooit meer zullen weten.'De schouders van de man zakken naar beneden, tegelijk met zijn mondhoeken. Hij slikt een keer en gaat dan verder. Ik ga in een kleermakerszit zitten en kijk de man verwachtingsvol aan.
'Weet je dat jij heel veel op je moeder lijkt? Zij zat ook altijd zo.'
Er gaat een steek door me heen bij die woorden. Het heeft me altijd al dwars gezeten dat ik haar nooit echt gekend heb, en mijn vader ook niet.
'Maar goed, waar was ik gebleven? O ja! Wij waren de trouwe volgers van je vader, en dus ook jouw moeder, we hielden van je vader zoals hij ook van jou hield. Jouw vader had superveel macht en samen met zijn vader maakte hij ons tot een gelijkenis van jou. Het sterkste ras van heel nimmernimmer. We noemen ons Muella.'Bij die woorden word het even stil en ik zuig mijn adem naar binnen. Het sterkste ras? Een Muella? Ik? Ik heb zoveel vragen dat ik ze meteen wil stellen, maar ik hou me in. Iets weerhoud me ervan om deze bedroefde man te onderbreken.
'Ja, wij wáren het sterkste ras van nimmernimmer, tot die ene dag. Die dag dat jouw vader en moeder omkwamen bij de brand in jullie huis.
We konden jou nog redden, maar we moesten toezien hoe jouw ouders vochten voor hun dood.'
De tranen springen in mijn ogen en ik zie hetzelfde gebeuren bij manuel. Hij hield ook echt van mijn ouders. Met een woest gebaar veeg ik ze weg en luister weer naar de man.'De brand was niet uit zichzelf gekomen, maar hij was met opzet aangestoken. Ze wisten van het kind dat jouw ouders gekregen hadden en wilden je dood, inclusief je hele familie die erbij hoorde, inclusief ons.
We vluchtten voor ons leven naar de mensenwereld en onderweg moesten we jou achterlaten. Je opa vond dat het beste idee, zodat jij in ieder geval veilig zou zijn. Veilig tussen de wezens die je dood wilden hebben.
Met het weemoedige gevoel dat we je niet meer konden beschermen, wilden we weer terug naar Nimmernimmer, maar we konden niet meer terug. Ze hebben de toegang voor ons afgesloten. Wij kunnen niet meer terug, maar jij wel. Jij moet ons helpen! Jij moet ons helpen nimmernimmer in te komen en dan helpen wij jou om in de voetsporen van je ouders te treden. Alsjeblieft?!'Hij kijkt me vragend aan. Moet ik nu antwoord geven? Maar hoe? En waar? En...
Ik krijg geen lucht meer en weet dat ik nu tussen twee vuren in sta. Mijn ouders zouden willen dat ik ja zei, maar ik moet ook aan mezelf denken. Kan ik deze taak wel volbrengen als ik niet eens magie heb? Hoe moet ik dit ooit doen?
Diep in mijn binnenste vormt zich een goed antwoord en ik weet het meteen. Ik moet aan mezelf denken, ik heb geen magie, dus ik kan dit niet.
Het spijt me pap, het spijt me mam, denk ik bedroefd en dan spreek ik mijn antwoord uit.Wat denken jullie? Is het antwoord ja, of nee? Wel of niet?
Ik ben benieuwd. Misschien komt het volgende hoofdstuk vandaag nog, misschien ook niet. Sorry dat er geen foto bij is, maar die komt nog...Groetjes lisette!
Ps, veel leesplezier nog!
JE LEEST
Without Magic
FantasyRana is een elf, alleen volgens sommige anderen, is ze niet een échte elf. Ze heeft geen magie. Rana heeft er alles aan gedaan om het te verbergen en het niet te laten merken, maar helaas... Ze is verbannen naar de mensenwereld! En ze kan pas weer...