Hoofdstuk 15

268 25 3
                                    

Met knikkende knieën en klamme handjes kijk ik Manuel aan.
'Ja, ik wil Hannah ontkoppelen,' zeg ik vastberaden.
Ik hoor Hannah naast me haar adem naar binnen zuigen. Ze kan het blijkbaar nog steeds niet geloven dat het echt waar is. Dat ik het echt ga doen. Manuel kijkt me even bezorgd aan maar knikt dan.
'Oké,' zeg hij, 'je weet de consequenties? Je weet wat er gebeurt als je dit doet?'
Ik knik. Ja, dat weet ik heel goed. Ik heb het zelf zien gebeuren bij iemand. Ik heb het bij mezelf meegemaakt.
'Ik zal het toch nog even herhalen. Eerst moeten we jouw bloed vinden in het lichaam van Hannah. Je moet dus een druppeltje bloed schenken aan mij en dan laat ik het oplichten. Dat bloed brengen we in bij Hannah en jouw bloed gaat dan opzoek naar zijn eigen soort. Eenmaal verenigd licht het nog helderder op en dan begint het feest pas echt. We moeten jouw bloed uit Hannah halen en wanneer dat gebeurt zal je het voelen. Hannah word vrij van jou en jij word weer verzwaard met jezelf. Als we het bloed weer overbrengen naar jou zul je dat tien keer zo goed voelen. Ben je echt bereid dat te doen?'
Ik knik nogmaals omdat ik geen woord meer kan uitbrengen van de spanning.
'Maar, als Rana haar bloed aan mij wilt geven, moet ze zichzelf prikken en dat ga ik voelen.' zegt Hannah met een klein bibber stemmetje. Ik pak haar hand en kijk diep in haar ogen.
'Is dit de eerste keer dat ik iets heb, sinds die tijd?' vraag ik.
Ze knikt, maar schud dan meteen weer haar hoofd. 'Gisteren begon mijn hoofd opeens verschrikkelijk veel pijn te doen.' Ik werp een snelle blik op Manuel en hij haalt zijn schouders op.

'Ik weet hoe het voelt. Ik wist helemaal niet wat bloedbeschermer zijn inhield, tot op die ene dag dat hij een sneetje opliep in zijn been. De pijn is gewoon niet te beschrijven, maar je moet weten. De dagen daarna kon ik amper lopen en toen was ik ook bang. Bang dat ik mijn hele leven aan hem vast zat. Uiteindelijk heb ik zeven jaar rondgelopen en die jongen echt met mijn leven beschermd, bang dat hij maar één schrammetje op zou lopen. Tot die keer dat hij werd neergestoken door een zwaard. Hij was nog net niet dood. Ze hadden een zwaard dwars door zijn buik gestoken en je raad wel wat er bij mij gebeurde. Bij mij gebeurde het ook, alleen ik maakte het niet meer mee. Op het moment dat ik het zag gebeuren wist ik dat het voor mij voorbij was. Dat zwaard in zijn buik zou voor mij mijn doodvonnis zijn. En dat werd het ook, als hij mij niet gered had. Meteen daarna was ik bewusteloos op de grond gevallen. De aanvallers dachten dat hij en ik dood waren en gingen weg. Een paar elven hebben ons gevonden en naar de ziekenboeg gebracht. De arme jongen kwam net lang genoeg bij positieven om te zeggen dat hij mij wilde ontkoppelen. Achteraf was ik hem heel erg dankbaar maar op het moment zelf niet heel erg. De elven moesten me wakker houden om het te laten gebeuren en steeds meer pijn spoelde over me heen. Ik maakte alles maar vaag mee, maar toen ik vrij was en ik was los gekoppeld kon ik niets anders dan juichen en springen en blij zijn. Het voelde fantastisch. Mijn buik heelde weer als vanzelf en ik was weer helemaal mezelf. Tot ik zag wat er met de jongen gebeurde.' De tranen springen weer in mijn ogen als ik er aan denk.

'Hij schreeuwde en krijste en zijn ogen draaiden de hele tijd rond in hun kassen. Toen stopte het geschreeuw en gekrijs en werd hij weer zichzelf. Alleen dan levenloos. Het leek wel alsof hij dood was. Lijkbleek lag hij roerloos in zijn bed. Een week lang deed hij niks anders tot hij na een week zijn ogen opensloeg en weer beter werd. De tijd daarna was ik hem heel erg dankbaar, en nu nog steeds.
Dat wat hij voor mij heeft gedaan zal ik nooit vergeten.' Een traan van geluk stroomt over mijn wang. 'Dus wat ik hiermee wil zeggen is: ik gun je dit van harte. Ik wil niet dat jij je hele leven vastzit aan mij en dan ook nog met drie keer zoveel pijn. Ik ben bereid om dit voor jou te doen. Dus wees niet bang, maar wees blij dat je maar een keer mee hoeft te maken wat het is om bloedbeschermer te zijn.' Ik kijk haar aan en zie in haar ogen dat ze beseft waar we mee bezig zijn en ik zie begrip.
Opeens doet ze haar mond open en zegt: 'Hoe heet die jongen eigenlijk die je leven heeft gered?'
Ik slik een paar keer en zeg dan: 'Castor.' Bij het uitspreken van die naam, raast er een gevoel door me heen met geen pen te beschrijven. Het is een mengeling van verdriet en heimwee met een vleugje van liefde. het geeft me tegelijk ook nieuwe moed en kracht.
Ik haal mijn handen van de hare en keer me naar Manuel.

'Oke,' zeg ik vastberaden, 'laten we beginnen. Sorry Hannah, ik hoop dat je me vergeeft.' En voor dat ze doorheeft wat er gebeurt trek ik mijn mes en zet de punt in mijn vinger. Een druppel bloed welt op. Het blijft een seconde stil, maar dan verbreekt een ijselijke gil de stilte. Hannah kijkt vol afschuw van haar vinger naar mij en weer terug. Ze kijkt alsof zojuist haar vinger er is afgevallen. Ik fluister een sorry en dan valt ze achterover. De pijn werd haar te veel. Ik slik en deins achteruit wanneer ik denk aan de pijn die mij straks te wachten staat. Manuel pakt mijn mes en veegt het druppeltje bloed er vanaf. Dan kijkt hij naar mij en zegt: 'jij moet het doen. Jij moet het laten oplichten.'
Met grote verbaasde ogen kijk ik hem aan en schud mijn hoofd.
'Maar...,' stamel ik, 'ik kan helemaal niet...'
'Jawel,' onderbreekt Manuel mij, 'jawel, dat kan je wel. Denk aan waarom je dit doet en voor wie je het doet. Denk aan wat je wil dat er gebeurt en dan gaat het vanzelf.'
Ik knik en sluit mijn ogen. Ik denk aan Castor en het gevoel van het vrij zijn en zie dan het gezicht van Hannah voor me. In mijn hoofd zie ik het druppeltje bloed oplichten in een zilverachtige sprankelende kleur.
'Dankjewel Rana, het is je gelukt!'
Vol verbazing kijk ik naar het zilverachtige druppeltje bloed op zijn vinger. Het is me gelukt!
Ik volg al zijn bewegingen nauwkeurig. Hij brengt zijn hand naar de vinger van Hannah en laat het druppeltje bloed precies vallen op de plek waar het puntje zit, waar mijn mes ingestoken heeft gezeten. Hij draait zich naar mij en knikt me bemoedigend toe. Ik volg met mijn ogen het druppeltje bloed dat met een grote snelheid richting het hart van Hannah racet. Manuel vouwt zijn hand om de vinger van Hannah en langzaam trekt het druppeltje bloed, dat inmiddels groter is geworden door  mijn bloed dat in Hannah's lichaam zat, zich terug naar de vinger. Op dat moment voel ik een steek door mijn hart gaan. Mijn hart gaat steeds sneller kloppen en met elke bonk word de pijn steeds erger. De pijn zit van mijn tenen tot mijn hoofd letterlijk overal. Na tien keer bonken houd mijn hart gewoon op. Mijn ogen vallen dicht en ik denk dat ik achterover val in het gras, maar ik weet het niet zeker. Het enige wat ik zeker weet is de pijn die mijn lichaam vergezelt en voorlopig niet weg zal gaan.

Hey mensen!
Wat vinden jullie er van? Ik vond het in ieder geval een uitdaging om te schrijven.

groetjes van Lisette!

Without MagicWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu