Hoofdstuk 23

326 15 3
                                    

!!LET OP!!
De 'Ik' persoon is de moeder van Sara.

Ik heb de hele nacht niet kunnen slapen. ''Ik ga niet werken hoor lieverd... dat kan ik er echt niet bij hebben.'' Peter kroop tegen me aan en sloeg een arm om me heen. ''Ik blijf ook thuis... ik bel straks voor ons allebei wel af.'' Het was nog maar zeven uur 's ochtends... en er waren nog maar een paar uur voorbij toen ik erachter kwam dat mijn meisje spoorloos verdwenen was... maar het voelde al dagen. ''Wat moeten we nou doen als ze niet terecht komt?'' Vroeg ik. ''Ze komt heus wel tevoorschijn. Dat weet ik zeker.'' Hij aaide liefkozend over mijn bovenarm. ''Hoe weet je dat nou zo zeker... straks is ze wel dood.'' Ik ging rechtop zitten en het dekbed werd nat van de tranen. ''Tuurlijk niet lieverd... doe niet zo gek. Ze is heus niet dood.'' Ik wende mijn blik af. ''Ik wil dat ze weer thuis komt.'' Ik stond op. ''Ik wil ook niets liever dan dat.'' Ik liep de kamer uit. ''Ik ga brood maken.'' Zei ik. Op dat moment ging de deurbel. ''Dat is vast de politie.'' Zei Peter. ''Ik ga wel.'' Zei ik. Ik liep de trap af met mijn badjas en deed de deur open. De persoon stormde binnen.

''Waar is ze? Waar is Sara?'' Vroeg hij. Het was Mike. Hij had een mooie bruine huid gekregen van de zon. Ik kon niet antwoorden. ''Sara!'' Riep hij door het hele huis. ''Sara! Ik ben niet vreemd gegaan!'' Er stond nog iemand voor de deur. ''Hallo...'' Zei het meisje. ''...Ik ben Laura. We zijn op zoek naar Sara zoals je ziet. Is ze thuis?'' Ze keek het huis in om te zien waar Mike was. Ik schudde mijn hoofd. Mike kwam bij ons staan. ''Alstublieft Linda... mag ik Sara zien? Ik heb haar zoveel uit te leggen... alstublieft.'' Ik keek hem vol medelijden aan. ''Het spijt me Mike... Sara is niet thuis.'' Mike werd gefrustreerder. ''Waar is ze dan?!'' Riep hij. Peter kwam nu ook de trap aflopen en bleef op de derde trede staan. Hij huiverde. ''Sara is vermist.'' Zei hij. Mike keek naar Peter. ''Vermist? Hoe bedoeld u?'' Hij werd kalmer. ''Sara is al drie dagen niet meer thuisgekomen... we hebben geen idee waar ze is. De politie is al ingeschakeld.'' Mike wist niets meer te zeggen en Laura wist ook geen woord uit te brengen. ''Goede morgen. Ik stoor hopelijk niet?'' Zei een andere man voor de deur. Het was de politie. ''Kom even binnen allemaal.'' Zei ik tegen iedereen om de rust te bewaken.

Met zijn allen zaten we aan de keukentafel. ''Ik kom even nieuws brengen...'' Zei de man. ''Is ze gevonden?'' Kon ik alleen maar vragen. ''Nee... helaas niet.'' Zei de man. De moed zonk me al in de schoenen. Hij ging me toch niet vertellen dat Sara dood is? ''Sara haar telefoon is getraceerd. Haar telefoon is stuk, maar haar chip was nog prima, vandaar dat we het konden vinden. Het is in de buurt van een studentenhuis gevonden. Mijn collega's en ik hebben daar het hele gebied uitgekamd en mensen ondervraagd maar daar is niets uitgekomen. Mensen hebben haar daar nog nooit gezien. Ik ben met jullie foto langs geweest...'' Mike keek vragend. ''Studentenhuis? Wat moest Sara bij een studentenhuis?'' Ik wist het ook niet. Het enige wat ik kon bedenken was dat het iets met het uitgaan te maken kon hebben. ''Sara was de laatste dagen veel aan het stappen met vriendinnen. Misschien weten zij meer?'' De politie keek bedenkelijk. ''Welke namen kan ik opschrijven?'' Ik schudde mijn hoofd. ''Ik kan ze bellen?'' De politie knikte. ''Dat is nog beter.''

Binnen no-time stonden de meiden samen op de stoep. Janine en Mirella keken angstig terwijl de politie hen vragen bleven stellen. ''In welke club waren jullie te vinden?'' Vroeg hij. ''Hier de enige club in het centrum. We waren altijd met een groepje...'' Ze noemden namen op die ik nog nooit gehoord had en tot mijn verbazing waren het bijna allemaal jongens. ''...Ik heb het Sara beloofd om het niet te vertellen.'' Begon Janine. ''We zijn hier in een onderzoek mevrouw... het is van levensbelang dat u geen informatie achterhoudt. Dat is tevens ook strafbaar.'' Ik keek Janine aan met dichtgeknepen ogen. ''Goed dan...'' Begon ze. ''Sara heeft een keer bij ene Valentino geslapen, terwijl ze aan haar moeder had verteld dat ze bij mij was.'' Ik schrok. Sara loog nooit... Ik hielt mijn mond, terwijl de politieagent aantekeningen maakte en mij even een 'ik zei het toch'-blik wierp. ''Goed... en wat weten jullie nog meer over die jongen?'' Janine begon te glimlachen. ''Ik weet alleen dat hij super knap is en hij in een studentenhuis woonde... meer niet eigenlijk.'' Mike zijn gezicht vertrok even bij het woord 'knap.' De politie krulde zijn lip iets omhoog. ''Studentenhuis?'' Janine knikte. ''Denk dat ze daar is blijven slapen.'' De politie pakte een foto uit een boekje. ''Bedoel je dit studentenhuis?'' Janine haar ogen lichtten op. ''Ja, die... precies die bedoel ik!'' De politie stond op. ''Ik denk dat ik daar de boel nog maar eens beter met mijn collega's ga uitkammen. Ik kom terug als ik meer weet. Bedankt voor jullie aandacht.'' De politieman liet zichzelf uit en ik liet mijn handen op tafel vallen.

''Hoe had het zo ver kunnen komen?'' Vroeg ik, terwijl mijn ogen zich vulden met tranen. Ik hoorde gesnotter aan mijn zijde en ik keek op. ''Het is mijn schuld.'' Zei Mike. ''Hoezo denk je dat Mike?'' Vroeg ik. ''Sara dacht dat ik vreemd was gegaan... als ze dat beeld nooit had gezien was ze ook niet op stap gegaan, had ze heel die vriendengroep niet ontmoet en was ze nu niet weg geweest...'' Mike stond op en smeet de stoel achterover. ''Kut zooi!'' Riep hij. Ik stond op. ''Mike het is niet jou schuld...'' Laura stond ook op. ''Het is niemands schuld... en als hier iemand de schuldige moet zijn dan is het de meeste schuld van Jessica. Ze had nooit zo'n grap moeten uithalen.'' Ik wist het gewoon. Mike was niet de persoon die vreemd zou gaan. ''We moeten het op de één of andere manier laten weten aan Sara dat we haar zoeken.'' Zei Laura. ''Ja, maar hoe?'' Vroeg Mike. Ik had ook geen idee. ''Ik wil gewoon tegen haar zeggen dat ik van haar houd en dat ik niet ben vreemd gegaan en dat ik dat nooit van mijn leven zou doen... Ik wil oud met haar worden.'' Ik smolt van de woorden die Mike zei en ik hoopte dat hij die woorden snel tegen haar kon vertellen. Dit was de ideale schoonzoon. ''We moeten hoop houden jongens...'' Zei ik, terwijl ik dat zelf ook amper kon. ''We moeten afwachten tot de politie iets kan vinden.''

Terwijl de tijd door tikte had ik nog steeds niets gehoord van de politie. Ik was geduldig, maar om voor zoiets te wachten duurde elke seconde een minuut en elke minuut duurde weer een uur. Sara waar hing Sara uit?

Zes wekenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu