Dag 9

10 0 0
                                    


Ik open mijn ogen en hoor de regelmatige adem van Boy, hij slaapt. Ik wurm me los uit zijn armen en kijk naar de maan. Het moet nog vroeg in de nacht zijn want de maan staat helemaal bovenaan de hemel. Ik ga zitten bij het hoopje as dat een paar uur geleden nog het kampvuur was. Dan hoor ik iemand kuchen. Ik schrik op en kijk achterom. Ik word meegetrokken en tegen een muur aan geduwd. ik krijg een hand voor mijn mond en tranen rollen over mijn wangen. 'Rustig.' Hoor ik een bekende stem fluisteren. Het is Jake! Wat doet hij hier? Is Mike ook in de buurt? Hij doet zijn hand van mijn mond en ik word wat rustiger. 'Je moet terug komen, Mike heeft spijt. Iedereen mist je.' Zegt hij zacht. 'Mike kan de pest krijgen, hij heeft dan wel voor me gezorgd in de tijd dat het eten schaars was, maar hij noemde me een slet en vond dat ik dood mocht gaan. Er was een reden dat ik met Boy meeging, en Mike weet dat Boy voor me kan zorgen!' zeg ik iets harder. 'Luister, jij weet niet wie Boy is, hij is geen gewone jongen, hij heeft geheimen.' Fluistert Jake. 'En waarom vertel je mij dit? Wij hebben nog nooit met elkaar gepraat, jij zei altijd dat ik moest luisteren naar Mike, meer deed je niet.' Zeg ik vals. Ik zie hoe hij zijn vuisten balt. Ik verwacht een klap maar krijg er geen. 'Ik heb je gewaarschuwd, dat je dat maar weet!' hij laat me los en rent weg.

Ik kijk hem na en ga daarna weer bij de andere zitten. 'Wie was dat?' vraagt Troy. Shit! Hij is wakker geworden. 'Een vriend van mijn neef, hij waarschuwde me voor Boy.' Zeg ik. Tegen Troy kan ik eerlijk zijn, bij hem kan je al je geheimen kwijt. 'Dat deed hij om jou te beschermen Dena, je kent Boy inderdaad niet zoals Ryme en ik hem kennen. Hij kan gevaarlijk zijn.' Zegt Troy. Ik staar Troy verbaasd aan. Normaal zou hij een grap maken, of er verder niet op ingaan. 'Wat kan er nou gevaarlijk zijn aan een 14-jarige jongen?' vraag ik naïef. 'Alles. Geloof me Dena, ik heb tijden gekend waarbij hij niet zichzelf was.' Zegt Troy. Ik knik maar en ga op mijn rug liggen. 'Hoe zit het eigenlijk met jou? Zo te zien kunnen jij en Donna het goed vinden met elkaar.' Lach ik. Troy lacht en schudt zijn hoofd tegelijkertijd. 'Donna is een kwetsbaar, maar tegelijkertijd een sterk meisje, ik wil niet dat haar iets overkomt.' Zegt hij. Ik knik en kijk naar Donna, ze zit in een diepe slaap want anders was ze wel wakker geworden. 'Wat vindt jij ervan dat Ryme erbij is gekomen?' vraag ik hem. 'Ik weet het niet. Ze voegt niks toe aan de groep, maar ze is wel het zusje van Boy.' Antwoord Troy. 'Ik denk dat ze een geheim heeft. Ze doet heel nerveus, de hele tijd al.' Zeg ik bezorgd. 'Ja dat heb ik ook gezien! Kan het zijn dat ze bang is voor Boy?' 'Voor haar eigen broer? Denk het niet. Ik denk dat ze bang is dat hij weer het verkeerde pad op gaat.' 'Zou kunnen, Felix en zijn vrienden hebben hem veranderd. Vroeger was hij gedreven, hij ging goed op school en had al een heel plan uitgestippeld voor later. We zouden samen een bedrijf opzetten. Ryme zou dan de administratie doen. Nu denkt hij niet aan de toekomst, hij denkt nu alleen maar aan het verleden.' Ik kijk naar Boy. zijn shirt is aan de achterkant een beetje gescheurd en ik zie het litteken waar Ryme het over had.

Ik ga verder slapen en gelijk vallen mijn ogen dicht. Ik droom over Boy, over Felix en het mes dat ik in zijn wang heb geboord. Mike die mij een vieze vuile slet noemt, over Teddy, waar is ze? Ik zie haar niet. Ik zie Ryme die ineengedoken op de grond zit en onder schot wordt gehouden door Boy. Ik hoor een knal en zie het dode lichaam van Ryme. Boy zakt op zijn knieën en ziet Felix, met een pistool in zijn hand. Hij lacht gemeen. 'Dena wakker worden!' ik schrik wakker en zie Boy die mij bezorgd aankijkt. De anderen zijn ook al wakker. 'Het was maar een nachtmerrie Boy, niks ernstigs.' Zeg ik. 'Zo lag je er niet bij. Je trilde helemaal.' Hij ziet de angst in mijn ogen en maskeer het met een geforceerde glimlach. 'Gisteren was het gewoon een beetje te veel van het goede.' Ik kijk Troy aan en hij knikt. Boy fronst zijn wenkbrauwen maar knikt. Donna maakt ontbijt en ik eet zwijgzaam mijn ontbijt. Ze moest wakker zijn geworden nadat ik in slaap ben gevallen want ze heeft aardbeien bij het ontbijt gedaan. Ze kijkt trots op het magere ontbijt dat ze voor ons heeft neergezet. Ik glimlach naar haar en ze kijkt lachend terug. 'Boy laat die kaart eens zien.' Zeg ik. Hij laat de kaart zien. We moeten zo te zien nog verder naar het oosten. Ik sta op en doe mijn tas om. 'Wacht, waar is Teddy?' vraag ik. 'Ik weet het niet.' Zegt Troy en hij kijkt bezorgd om zich heen. Dan horen we gejank. Het komt van een struik vandaan. Ik loop ernaartoe en zie Teddy die vast zit aan een doornstruik. 'Rustig maar Teddy, alles komt goed.' Ik frummel alle takken met dorens uit elkaar en even later is Teddy bevrijdt. Ze springt op en likt mijn gezicht. Als Troy Teddy ziet zie ik hem glimlachen. Teddy springt van mij af en huppelt naar Troy. 'Maak me nooit meer zo bezorgd!' zegt hij tegen haar. Ze likt zijn gezicht en kwispelt met haar staartje. Iedereen lacht om de blijheid van het hondje. De stemming wordt meteen minder als we voetstappen horen. Iedereen is gelijk stil en ik pak mijn boog erbij. We horen de voetstappen steeds dichterbij komen en horen gegrom. Mutant Dogs. Dog meat staat gelijk paraat en spitst zijn oren. Dan springt de mutant dog tevoorschijn en ik zie het schuimende zuur in zijn bek. Ik aarzel niet lang en vuur een pijl af. Raak! Recht door zijn kop. Dog meat loopt naar de mutant dog en begint hem aan flarden te scheuren. We moeten allemaal kokhalzen en kijken een andere kant op.

We pakken onze spullen en reizen verder naar het oosten. We hebben al een groot deel gehad, maar nog lang niet alles. Maar hoe dichterbij we bij onze bestemming komen, hoe nerveuzer Ryme wordt. Ze is de hele weg stil en zit in haar eigen gedachten heel ergens anders. Troy heeft zijn arm om Donna's lichaam geslagen en zo te zien vindt ze het wel fijn. Boy zit ook in gedachten ergens anders en ik, ik zit alles op een rijtje te zetten. Ik heb volgens mij iets te veel meegemaakt dan ik zou moeten op mijn leeftijd. In deze tijd heeft iedereen dat trouwens. We stoppen even om uit te rusten. We hebben volgens mij al 2 uur gelopen en dat is vrij weinig voor wat we normaal lopen. Na een kwartiertje lopen we weer verder.

In de avond is de stemming er niet beter op geworden. Iedereen is stil. Dan wordt de stilte verbroken. 'Jongens ik moet jullie wat vertellen.' Hoor ik Ryme zeggen. Iedereen kijkt vragend naar haar. 'Ik heb misschien een heel klein beetje gelogen, een beetje veel misschien.' Boy staart haar aan alsof ze gek is geworden. Haar hand verdwijnt onder haar shirt en ze haalt er een zender vandaan. 'Wat heb je gedaan Ryme!' Boy wordt boos en loopt dreigend op haar af. 'Het moest van hun!' verdedigt ze zichzelf. Ze krijgt een klap en ze valt op de grond. Ik en Donna kijken elkaar bang aan en Troy houdt Donna dicht tegen zich aan. 'Vieze slet dat je bent! Ik wist dat je niet voor niks bij me wilde blijven! Wie hoort dit nu? Papa? Die schoolkinderen van je?' hij graait de zender uit haar hand en maakt hem kapot. Boy tilt Ryme op en knijpt haar keel dicht. Ze hapt naar adem. Heel even denk ik dat Boy haar echt wil doden, maar hij laat haar alweer los. 'Je gaat nu weg!' zegt hij. Ryme hoest en is buiten adem. 'G, moet je niet wat rustiger aandoen?' vraag Troy voorzichtig. Ik krijg tranen in mijn ogen en zie hoe Ryme hoestend op de grond ligt. 'Ze gaat niet weg. Laat het haar uitleggen!' hoor ik mezelf zeggen. Boy kijkt me woedend aan maar bedwingt zichzelf mij te slaan. Ik zie hoe hij rustig probeert te worden. Ik sta op en loop naar hem toe. 'Ze moet dit niet vrijwillig hebben gedaan.' Zeg ik rustig. Boy loopt van mij weg en loopt van ons weg. 'Boy wacht!' roep ik. 'Laat hem Dena.' Hoor ik Donna zeggen. Ik krijg tranen in mijn ogen en kijk naar Ryme. Ze zit ineengedoken, net zoals in mijn nachtmerrie. 'Waarom heb je ons verraden?' vraag ik boos. Ze snikt en zwijgt. 'Zeg het verdomme!' schreeuw ik. Ze krimpt ineen en verwacht een klap. Troy kijkt mij aan met een neutrale blik. 'Hier, drink wat.' Ik pak een fles water die we hebben gevuld met wat water uit een rivier. Ze drinkt een paar slokjes en wordt rustiger. 'Die kinderen die mij hadden gepest zijn nog niet gestopt. Ze haten Boy en ze gingen me niet in elkaar slaan als ik Boy kon vinden zodat ze hem konden afluisteren.' Zegt ze zacht. Wat is zij een softie! Ik wil haar wel slaan maar weet dat dat geen oplossing is. 'Iedereen gaat slapen nu en we bespreken dit morgen!' ik ga liggen en doe mijn ogen dicht.

When the world endsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu