Hoofdstuk 21 - Huilen om geluk

25 2 0
                                    

Noah hield Allisons handje vast.

Hij glimlachte vriendelijk naar haar.

''Kijk opa!'' Noah keek op er stonden meer paarden bij het huisje.

Zelf had Noah hun paarden wat verderop gezet.

Zaf-Zaf en Egmond brieste tevreden terwijl ze op wat gras zaten te Kouwen.

Noah klopte op de deur.

Er klonk muziek binnen en lachende mensen.

Allison keek haar opa aan ''Zijn ze feest aan het vieren?''

Hij hief zijn schouders op en klopte nog eens.

Een oude vrouw deed de deur open ''Goedendag, ach wat een lief kind ben jij''

Allison verbergt zich verlegen achter Noah.

''Goedendag mevrouw, wij zoeken een plaatsje voor de nacht kunnen wij misschien hier slapen?''

De vrouw knikte en liet Noah en Allison binnen.

Noah groette de mensen binnen.

Het waren allemaal reizigers.

Een oude man wees naar hem.

Allison zag dat hij geen tanden had en Noah zag hem niet.

Voorzichtig trok ze aan de mouw van Noah ''Die man wil dat we hem volgen''

Noah zwaaide naar de oude man die een zwaaiend gebaar terug maakte.

Allison werd opgetild door Noah en naar boven gebracht.

De oude man deed voorzichtig een deur achter hen dicht.

Het kamertje was verlicht met de laatste zonnestralen van de dag.

Allison sprong op een hooien matras ''Kijk wat grappig!''

Noah glimlachte en pakte een deken uit zijn rugtas ''Ga jij maar alvast slapen ik kom zo bij je liggen''

Allison knikte en ging liggen ze trok haar knieën naar zich toe.

Voorzichtig deed Noah de deur open en liep naar beneden.

Hij vroeg aan de oude vrouw of hij ook wat te drinken mocht.

Noah ging bij de andere mannen zitten.

Ze vertelden over hun reizen en wonderbaarlijke gebeurtenissen.

Of over hun familie en vrienden.

Opeens legde de oude vrouw een hand op de schouder van Noah ''Er schuilt verdriet in uw hart''

Noah keek op en merkte dat een traan over zijn gerimpelde wang liep.

Hij veegde hem weg ''Het meisje dat ik bij me heb.. is de dochter van mijn leerlingen''

De reizigers waren stil en luisterde naar zijn verhaal.

''Ik heb ze moeten afstaan.. aan onze vijand.. vrijwel zeker weet ik dat ze daar niet levend weg komen'' zei hij nu snikkend.

De vrouw knikte ''Natuurlijk elk slecht begin heeft een goed eind''

Noah fronste ''En wat nou als ik en mijn leerlingen slecht zijn?''

''u heeft nog kansen genoeg op het slechte uit u weg te halen''

De vrouw glimlachte beleefd en gaf hem een klopje ''Het komt wel goed, echt waar''


''Thijs..'' mompelde Jason vanuit een donker hoekje.

''Wat''

Jason de wolven jongenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu