Hoofdstuk 13

210 20 2
                                    

Die ochtend word ik vroeg wakker. Ik ga in mijn pyjama naar de bibliotheek en laat me in een van de stoelen vallen. Ik lees wat maar ik staar vooral door het grote raam naar buiten. Nadat ik de zonsopgang heb gezien, besluit ik dat het tijd is voor het ontbijt.

Wanneer ik klaar ben met het ontbijt, was ik alles af en doe er expres wat langer over dan normaal. Zolang ik geconcentreerd met mijn handen bezig ben, kan ik namelijk mijn gedachten goed onder controle houden. En ik wil niet te veel denken aan de training van gisteren.

Maar ik kan daar niet voor eeuwig blijven staan en afwassen. Dus nadat ik een uur een bord en een kopje heb staan afschrobben, droog ik ze af en zet ze terug in de kast.

Meteen als ik de kamer weer inloop beginnen mijn gedachten op hol te slaan. Ik begin vluchtig in het rond te kijken naar afleiding. Plots valt me iets op wat me nog niet eerder was opgevallen. In een van de donkere hoekjes van de kamer staat een gitaar. Afleiding gevonden!

Met de gitaar in mijn handen ga ik op een krukje zitten en begin wat te tokkelen. Even later speel ik Safe & Sound van Taylor Swift. Ik begin zachtjes mee te zingen.

Just close your eyes

The sun is going down

You'll be alright

No one can hurt you now

Come morning light

You and I'll be safe and sound

Ik grinnik even, het klinkt gek. Het is best wel ironisch dat ik een liedje zing over je veilig voelen, terwijl ik eigenlijk gewoon ontvoerd ben door David. En dan komt er ook nog bij dat hij me heeft veranderd in een vampier. Ik zou me helemaal niet veilig moeten voelen. Maar ik voel me wel veilig. En ik vind David zelfs aardig. 

Ik grinnik nog een keer en zing dan zachtjes verder.

Na ongeveer 3 nummers hoor ik de vloer achter me kraken. Ik draai me geschrokken om en hoop dat David, die achter me staat, me niet heeft horen zingen. Hij schenkt me een glimlach. Maar nog steeds bereikt de glimlach zijn ogen niet. Het is me opgevallen dat zijn ogen eigenlijk nooit meelachen.

Ik kijk hem gemaakt boos aan en vraag: 'Hoe lang sta je daar al?'

Hij lacht. 'Lang genoeg om te weten dat jij eigenlijk heel goed kan zingen.'

Ik kijk een beetje verlegen naar mijn schoenen en hoop dat ik niet bloos. Kan ik dat überhaupt?

'Heb je al gegeten?'

Blij dat hij over een ander onderwerp begint antwoord ik: 'Ja om 6 uur vanochtend al.' 

Hij knikt en loopt vervolgens naar de keuken om zichzelf een ontbijt klaar te maken.

David biedt me een kopje thee aan waar zo te ruiken wat bloed doorheen zit. Ik pak het dankbaar aan en drink het langzaam op. Ik laat me naast hem op de bank zakken.

Dan kijkt hij me aan en zegt: 'Je hoeft vandaag geen training te doen hoor, als je het even niet zit zitten. Dat begrijp ik wel.'

Ik kijk hem in de ogen. 'Dank je. Ik heb gewoon het gevoel dat ik in en achtbaan zit, hij mindert bijna geen snelheid en het einde is nog lang niet in zicht.'

David knikt begrijpend. 'Ik weet hoe je je voelt. Maar geloof me: het wordt beter. Ik beloof het je.'

Hij wrijft zachtjes met zijn hand over mijn rug. 'Heb je zin om te zwemmen?'

Ik kijk hem vol verbazing aan. 'Huh?'

Hij moet lachen en zegt dan: 'Ik heb een zwembad.'

'Serieus?' Volgens mij kijk ik nog steeds heel verbaasd, want hij geeft me een tikje op mijn neus.

'Serieus.'

Ik tref in mijn kledingkast een zwart badpak en een knalgele bikini aan. Ik trek het badpak aan en pak een grote handdoek. David staat op de gang op me te wachten.

We lopen een ontelbaar aantal gangen door en ik herinner David er nog een keer aan dat ik hier wel kan verdwalen. Hij zegt dat hij wel een keer een kaart voor me zal tekenen en we lachen allebei om zijn toon.

Vervolgens duwt hij een glazen deur open en een warme lucht komt me tegemoet. David vertelt me dat er ook een sauna en een bubbelbad is.

'Oké, nu zit je grapjes te maken.'

'Nee hoor'

En hij laat met het zien. Ik schud mijn hoofd. Het is een groot zwembad. Het is 3 meter diep maar halverwege kan de grond omhoog zodat je een stuk kan creëren waar het 1.20 meter diep is. 

'In de zomer kan het dak open,' zegt David.

Ik kijk naar het plafond en stel me voor dat het blauwe lucht is met hier en daar een wolkje en als het middelpunt de stralende zon.

Dan duw ik David plots het water in. Hij komt boven en lacht en voor de eerste keer sinds ik hem heb ontmoet, ongeveer anderhalve week geleden -  eigenlijk 3 week maar ik was er de eerste anderhalve week niet echt bij - lachen ook zijn ogen mee.

We doen 5 wedstrijdjes waarvan ik er 2 win en ik zwem nog rustig wat baantjes. Wanneer ik me heb afgedroogd lopen we samen weer terug.

Tijdens het lopen probeer ik me de route goed in te prenten zodat ik het zwembad ook zelf kan vinden. Ik kleed me rustig aan en ga dan naar de bibliotheek waar David met een boek op de sofa zit. Ik pak een boek en ga naast hem zitten. 

Daar zitten we de rest van de dag. David gaat alleen even weg om wat te eten en te drinken voor ons te halen en komt dan weer naast me zitten. We lezen wat, we kletsen wat en we lachen een hoop.

Aan het eind van de avond begin ik moe te worden. Ik leg mijn hoofd op David's schouder en voel dat hij even schrikt. Dan herstelt hij zich, ontspant zich en wrijft met zijn duim over mijn arm. Volgens mij val ik in slaap want het laatste wat ik voel is dat David me optilt en wegdraagt.       

 

Living in DarknessWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu