Hoofdstuk 22

81 4 1
                                    

's Ochtends word ik wakker doordat de zon door een kier in het gordijn op mijn gezicht schijnt. Het eerste wat ik me realiseer is dat er een arm over me heen ligt. Ik draai me om en schrik even als ik zie dat David zich op slechts vijf centimeter van mijn gezicht bevindt. Hij slaapt nog en zijn ademhaling is langzaam. Ik kan niet zeggen dat ik me aan de nabijheid stoor. Helemaal niet zelfs. Er hangt een lok van zijn haar voor zijn ogen. Voorzichtig strijk ik het met een van mijn handen uit zijn gezicht. De blik op zijn gezicht valt niet anders te beschrijven dan vredig. Terwijl ik wat probeer te verliggen omdat mijn huidige staat niet erg comfortabel is, wordt hij wakker. Hij knippert eerst wat met zijn ogen en mompelt dan: 'Goedemorgen.'

'Goedemorgen, slaapkop.'

'Zoveel slaap heb ik anders niet gehad.'

'Jaja, dat zal. Kan je misschien iets voor me doen?'

'Ligt eraan. Moet ik veel moeite doen?'

'Geen slaapkop maar een luiaard dus. Ik leer steeds nieuwe dingen. Maar oké, mijn verzoek is dus dat je even je arm weghaalt zodat ik me kan bevrijden uit deze nogal benarde situatie.'

'Dit noem je een benarde situatie?' Opeens verstevigt hij zijn greep. De vijf centimeter is nu nog ongeveer twee. Ik hap naar adem van de schrik.

'Wat doe je?' vraag ik verbaasd.

'Dit is nou een benarde situatie,' legt hij uit.

Ik weet niet helemaal hoe ik moet reageren. Voor de tweede keer sinds ik David heb ontmoet, vraag ik me af of vampiers kunnen blozen. En voor de tweede keer hoop ik dat dat niet het geval is.

'David..' begin ik.

'Rustig maar. Ik laat je al gaan.' Hij grijnst even en haalt dan zijn arm van me af.

Dankbaar knik ik en ik haast me van het smalle bed af. Ik pak mijn koffertje en haast me naar het andere deel van de hotelkamer. Ik sluit de deur achter me en laat me met mijn rug ertegenaan op de grond zakken. Ik blaas mijn haar uit mijn gezicht.

Je hebt nu echt geen tijd voor dit soort dingen.

O geweldig. Mijn onderbewustzijn heeft weer eens een mening. Valt dit eigenlijk onder stemmen in je hoofd of gewoon onder intuïtie? Ik ga voor dat laatste. In ieder geval, mijn onderbewuste heeft wel weer eens gelijk. Ik heb echt geen tijd voor dit soort dingen. Ik moet er eerst voor zorgen dat ik deze onzichtbare achtervolging overleef. Ik krabbel omhoog en grijp wat willekeurige kleding uit mijn koffer en trek ze snel aan. Snel haal ik mijn hand door mijn haar, werp een blik in de spiegel en wanneer ik heb geconstateerd dat het prima is zo, loop ik de kamer weer in. David is verdwenen en dan hoor ik water stromen in de badkamer. Plotseling voel ik me uitgeput en laat ik me op het bed vallen. Even sluit ik mijn ogen en probeer mijn hoofd leeg te maken. Maar ik word onderbroken door een luide knal. Boem! Uit het niets. Meteen schiet ik overeind en mijn zintuigen staan meteen op scherp. Ik ren naar het raam en schuif het gordijn een klein eindje opzij zodat ik er net door kan kijken. Beneden staan twee zwarte auto's met geblindeerde ramen. Zo te zien botste de een net tegen de ander op. Ik zie twee mannen uitstappen en ze beginnen met elkaar te ruziën. Dan pakt iemand plots mijn arm en trekt me achteruit.

'Niet zo dicht bij het raam staan als er mensen buiten zijn,' fluistert David zachtjes maar dwingend.

Even ben ik afgeleid door zijn ontblote bovenlichaam en natte haar. Hij is best gespierd. Ik schud mijn hoofd en probeer mijn hoofd erbij te houden.

'Is het..?' Ik durf mijn zin amper af te maken.

Eventjes lijkt David heel geconcentreerd naar de man die beneden staan en dan zucht hij. 'Nee, gewoon twee mannen die een ongelukje hebben gehad.'

Je hebt het einde van de gepubliceerde delen bereikt.

⏰ Laatst bijgewerkt: Mar 31, 2015 ⏰

Voeg dit verhaal toe aan je bibliotheek om op de hoogte gebracht te worden van nieuwe delen!

Living in DarknessWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu