Hoofdstuk 10

268 18 4
                                    

David loopt de kamer weer in met twee koppen thee, na lang zeuren gaf hij toch toe en ging thee zetten. Hij geeft de kop aan me en ik neem voorzichtig een nipje van de hete thee.

‘Lekker?, vraagt hij.

Als antwoord geef ik hem een knikje. ‘Dank je’, zeg ik zachtjes.

Ik klink een beetje pieperig.

‘Wat is er?’, vraagt hij.

Ik durf niet te antwoorden en ik begin een beetje te trillen. Terwijl David weg was heb ik nagedacht en er kwamen allerlei enge gedachtes in me op. Over mezelf. Als vampier. En mensen die ik misschien pijn zou kunnen doen als ik een keer uit het lint vlieg waar ze toevallig bij zijn.

Dan voel ik dat Davids handen zich voorzichtig om mijn kopje sluiten en het voorzichtig op de tafel tegenover de sofa zet.

‘Emily, wat is er?’, vraagt hij nogmaals.

‘Ik ben bang.’

Zo het is eruit. Het gevoel dat ik al de hele tijd onderdruk komt naar boven en ik begin zachtjes te snikken.

‘Waarvoor?’, vraagt hij.

‘Voor mezelf,’ is mijn antwoord.

Ik verstop mijn gezicht in mijn handen, zodat hij niet ziet dat de tranen over mijn wangen stromen. Volgens mij weet David even niet wat hij nou met me aan moet. Dan haalt hij langzaam de handen van mijn gezicht. Hij pakt mijn kin vast en zorgt ervoor dat ik hem aankijk en op dat moment ziet hij mijn tranen.

Hij veegt ze voorzichtig weg en kijkt er vreemd naar.

“Waarom kijk je zo verontwaardigd?’, vraag ik.

‘Je tranen’, zegt hij.

‘Wat is er zo vreemd aan tranen?’

“Nou de meeste vampiers vinden het erg lastig om te huilen. Sommigen zeggen dat ze het expres niet doen, omdat het een teken van zwakheid is, maar dat is een simpele smoes. Het doet gewoon enorm zeer aan je ogen. Doet het bij jou ook zeer?’

‘Helemaal niet’, zeg ik. En ik lieg niet. Het voelt heel gewoon.

“Dat is raar. Wacht eens even. Proef je tranen eens.’

‘Hoezo?”

‘Doe nou maar gewoon.”

Ik wacht even en dan lik ik met mijn tong een traan uit mijn mondhoek. Ik proef de zoute traan.

David kijkt me aan en vraagt: ’Is het zout?’  

“Ja tuurlijk is het zout. Tranen horen toch zout te zijn?’

‘Ja, maar niet bij vampiers.’

‘En wat betekent het dat ze wel zout zijn?,’ vraag ik.

Hij kijkt me aan en zegt: ‘Ik heb geen flauw idee. Maar ik denk niet dat het erg is.’

Dan moet ik plots gapen.

David grinnikt even en vraagt dan: ‘Moe?’ 

“Een beetje maar,’ grap ik.

Ik ben namelijk uitgeput en ik ben blij dat het gesprek over mijn rare tranen een andere wending heeft genomen.

'Ik heb een andere kamer klaar voor je. Ik denk dat je liever niet meer in dat kleine kamertje wil slapen.’ 

En hij heeft gelijk.

'Dank je,’ zeg ik.

Samen lopen we de gang weer door en halverwege wijst hij me een deur aan. Ik doe de deur open en erachter bevindt zich een enorme kamer met twee enorme ramen, een groot hemelbed en zelfs een balkon. Ik was helemaal vergeten dat we op een tweede verdieping zaten.

‘Er ligt een pyjama in de la van de kast naast het bed. En Emily?’

'Ja?’

‘Je hoeft niet bang te zijn voor jezelf, ik help je echt.’

‘Dank je,’ zeg ik voor de tweede keer.

Dan zegt David welterusten en hij loopt terug door de gang.

Ik ga naar binnen, kleed me om en kruip in het grote bed onder de warme dekens. Ik val meteen in slaap. Die nacht droom ik vreemd……   

 

Living in DarknessWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu