Hoofdstuk 1

1K 22 2
                                    

Ik word wakker in een donkere kamer. Het eerste wat door me heen schiet, is het feit dat ik het hier niet herken. Ik heb geen flauw idee waar ik ben! Hoe kom ik hier terecht? Ik spring op en ren naar de deur. Ik begin aan de deurklink te trekken maar de deur is op slot. Tuurlijk. Fijn.

Ik draai me om met mijn rug naar de deur en ik laat me op de grond zakken. Mijn ademhaling versnelt en ik begin in paniek te raken. Waar ben ik in vredesnaam? Ik doe mijn ogen dicht en probeer me de afgelopen dagen te herinneren maar het is allemaal erg wazig. Mijn hoofd begint zeer te doen en ik word duizelig.

Langzaam trek ik mezelf omhoog en loop naar het kleine raampje achter het bed. Het is niet groot genoeg om door te kruipen, helaas. Van wat ik door het raam kan zien is het nacht en ook wat ik buiten zie, herken ik niet. Nu begint de paniek me echt over te nemen. Mijn ademhaling gaat nog sneller en er dansen sterretjes voor mijn ogen. Ik wil weten waar ik ben. En wel nu! Ik sta te trillen op mijn benen en besluit dat ik even moet gaan zitten. Ik laat me weer zakken op het bed en leg mijn hoofd in mijn handen. Waar ben ik nu weer in beland?

Kijkend door de kamer merk ik dat ik erg scherp zie. Echt scherp. Ik zie elk detail van elk object en ik draag niet eens mijn bril die ik normaal heel hard nodig heb. Ook kan ik gewoon goed zien terwijl de kamer niet verlicht is. Ik knijp mezelf in mijn arm terwijl ik hoop dat dit allemaal een nachtmerrie is en ik zo wakker wordt in mijn eigen, vertrouwde kamer.

Maar hoe hard ik mezelf ook knijp, wakker wordt ik niet. Dit is geen droom. Dit is echt. Ik kijk nog eens de kamer rond en zie dat er nog een deur is. Ik krijg weer hoop en ren ernaartoe. Maar natuurlijk is deze ook op slot. Het vlammetje hoop dat ik had, wordt meteen gedoofd. Dan hoor ik hoe de andere deur van het slot wordt gedraaid en er komt iemand binnen…

Het is een jongen. Hij heeft donkerbruin haar en grijze ogen. Ik schrik me dood en druk mezelf met zoveel kracht tegen de koude, stenen muur aan dat mijn rug zeer doet. De jongen zegt niks, hij kijkt me alleen maar aan. De deur achter hem staat nog op een kier. Dit is mijn kans. Ik raap al mijn moed bij elkaar en ik ren zo hard als ik kan naar de deur maar ik had kunnen weten dat ik het nooit zou halen.

En inderdaad, de jongen springt voor me en grijpt mijn polsen vast, met zijn voet duwt hij de deur dicht. Hij gaat me vermoorden, schiet er door mijn hoofd. Ik ben ontvoerd door een psychopaat en hij gaat me vermoorden!

‘Laat me los! Laat me los!’ schreeuw ik terwijl ik mijn polsen probeer los te trekken uit zijn greep.

Maar hij verslapt zijn greep niet en laat me niet los. Hij zegt nog steeds niets. Ik blijf tegenstribbelen maar ik kom niet los.

‘Wie ben jij?! Waar ben ik?! Hoe kom ik hier terecht?’

Dan reageert de jongen plots. ‘Je bent in Parijs,’ is alles wat hij zegt.

‘Wat?! Parijs! Dat kan niet! Ik woon in Drenthe! In Nederland!’ schreeuw ik.

De jongen kijkt me even geamuseerd aan en zegt dan: ‘Je weet echt niet meer wat er is gebeurd, hè Emily?’

‘Nee dat weet ik inderdaad niet! En daarom vraag ik het jou!’

Eindelijk laat hij me los en ik strompel zo ver mogelijk bij hem vandaan.

‘Daar hebben we het morgen wel over,’ zegt hij, ’Ga nu slapen.’ En hij wijst naar het bed.

Dan verdwijnt hij weer net zo snel als hij verscheen. Voordat ik de deur kan openen, hoor ik hoe hij weer op slot wordt gedraaid. Ik begin met mijn hand op de deur te slaan en merk dat het geen gewone deur is. Het voelt wel als beton. Na 10 minuten geef ik het op en laat me zakken op het bed. Ik sla mijn armen om mijn knieën en staar naar de deur.

Ik wil niet slapen. Ik ben veel te bang om te slapen. Misschien komt de jongen wel terug en vermoordt hij me in mijn slaap. Ik wil hier alleen weg.

Zo zit ik een tijdje, starend naar die dikke, grijze deur. Uiteindelijk besluit ik om even te gaan liggen. Nog steeds bang om te gaan slapen, vecht ik tegen mijn zware oogleden. Maar na twee uur wint de slaap de strijd. Met de dekens half over me heen val ik in slaap. 

Living in DarknessWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu