Psychologie

190 13 0
                                    

Ik haat mevrouw Psychologie. Na een uur vol vragen en 2 rode handen heb ik haar wel behoorlijk zitten opfokken. Ze staat in de deuropening. Ik ga gewoon rennen. Op mijn allerhardst ren ik keihard de deur uit. 'Hé' schreeuw mevrouw Psychologie. 'Mitchel' roept ze. Een grote man verspert mijn weg. Ik weet weg te komen. Net voor de uitgang voel ik dat ik opgepakt word door iets. Ik wordt over de schouders van een man getild en weer mee terug genomen. 'Laat me los' schreeuw ik 'laat me los'! 'Mitchel wat is hier aan' Ik kijk recht in de ogen van mijn pleegmoeder die uit een soort kantoor komt 'O, oké ik snap het pak haar maar aan'. 'Laat me los' begin ik weer te schreeuwen. We zijn bij mijn cel aangekomen en mevrouw Psychologie kijkt de man met vragende ogen aan. Hij geeft een teken wat ik niet kan zien omdat ik over zijn rug hang. Hij zet me in een stoel. 'Zo dametje'. Hij loopt weer weg maar komt terug met nog een stoel. 'Nu ga jij eens merken wat straf is' zegt de man. 'Nog een uur psychologie'? vraag ik met een bange stem. 'Nee'. zegt de man. Ik kijk naar zijn kaartje. Mitchel afdeling psychologie en verpleegkundige. 'Nou ja, eigenlijk wel. Wie is je moeder'? vraagt de man aan mij. Ik kijk hem recht in zijn groene ogen. 'Emma Swan' antwoord ik. Ik steek mijn handen vast uit en de man slaat erop. Ik raak al een beetje aan de pijn gewend dus het maakt me niet zoveel meer uit. 'Wie is je moeder' vraagt de man op een doordringende toon. Ik herhaal: 'Emma Swan'. Pets daar gaat het stokje weer. 'Wie is je moe der' vraagt de man boos. 'Em ma Swan' zeg ik op dezelfde manier. De man draait zich om en mevrouw Psychologie draait mee. Ze fluisteren wat tegen elkaar en de vrouw knikt. Ze gaan tegenover mij zitten en er komen 4 mannen binnen. Ze hebben zwarte pakken aan een zonnebril op en een oortje dus ze zullen wel van de bewaking zijn. De man fluistert wat in het oor van een van de 4 mannen. Hij knikt. Een man pakt me bij mijn armen en doet ze gekruist op mijn rug. Een man pakt me bij mijn rechterschouder en de andere bij mijn linker. De vierde loopt voorop. Schoonmakers, mensen die eten en spullen wegbrengen, mensen van psychologie, mensen van andere dingen, iedereen gaat voor ons aan de kant. Gevangenen zie ik niet maar er zullen er wel meer zijn. We lopen verschillende gangen door en uiteindelijk komen we bij een deur waarvoor we stilstaan. Een man klopt aan en loopt gelijk naar binnen, maar sluit de deur snel. Ik wacht nog steeds met mijn armen op mijn rug. De deur zwaait open. De man die vooraan stond staat nu in de deuropening. Ik aarzel maar mijn bewakers duwen me naar voor. We komen in een grote kamer met een tapijt, een aantal schilderijen, een luie stoel, een boekenkast en een bureau met twee stoelen waar mijn pleegmoeder achter zit. De man die mijn armen op mijn rug vast heeft blijft staan. De andere drie lopen weg. Ik probeer mijn handen los te maken, maar de man is te sterk. Ik worstel en friemel. 'Laat haar maar los' zegt de boze pleegmoeder. De man knikt en gaat achter in de kamer staan. Ik beweeg een beetje met mijn armen. De boze pleegmoeder staat op en de mannen buigen voor haar. 'Dag mevrouw' zeggen ze precies tegelijk. De achterste man loopt op me af pakt me bij mijn nek en bromt: 'Buigen anders zwaait er wat'. Ik buig niet. 'Buigen' tettert de man in mijn oor. Ik wordt gered door mijn pleegmoeder. 'Johnson laat mij maar even'. De man knikt en loopt weer terug naar zijn plek. 'Buig voor me en noem me moeder' zegt de boze pleegmoeder. Ik buig maar zeg niets. Johnson pakt me weer vast. 'Heb je gehoord wat ze net zei'? Ik knik. 'Doe dat dan ook' zegt hij weer. Dit keer schud ik mijn hoofd.'Johnson' zegt mijn pleegmoeder berispelijk. 'Milah, Milah, Milah' zegt mijn pleegmoeder. 'Wat moet ik met jou aan'. Ik haal mijn schouders op. 'Laat je handen eens zien' beveelt ze. Ik doe niks. Johnson pakt mijn handen en toont ze aan de boze pleegmoeder. 'Mmm dat ziet er niet best uit' zegt ze terwijl ze mijn rode gloeiende handen bekijkt. Ze loopt naar me toe en pakt ze vast. Ik probeer ze terug te trekken maar Johnson is te sterk. Mijn pleegmoeder aait over mijn handen en bij iedere aanraking krimp ik ineen van de pijn. De striemen op mijn handen laten heel duidelijk zien dat ik niet al te best heb geantwoord. 'Johnson kom even' zegt mijn pleegmoeder. Johnson loopt met haar mee en gaat met haar zitten fluisteren. Hij knikt. Mijn pleegmoeder en hij draaien zich om. 'Heren' zegt mijn pleegmoeder 'breng haar maar naar de wachtkamer'.

Family OUAT (Nederlands)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu