Hoofdstuk 8

71 1 0
                                    

"Als je hier niet bent om me pijn te doen waarom dan wel?! Jij freak!" krijs ik."Rustig maar" zegt hij dan weer. "Nee niks rustig, je gaat me nu vertellen wat er aan de hand is!" schreeuw ik. "Je blijft hier gewoon een tijdje tot ik vind dat je weg mag. En schreeuwen heeft geen zin." antwoord hij heel koel. "En waarom dan wel niet?!" zeg ik terwijl ik boos probeer te kijken. "Omdat je hier heel afgelegen bent van alles maar dan ook echt alles behalve mij natuurlijk he." zegt hij dan terwijl hij naast me komt liggen. "En waarom dan je vriendjes kan je me niet alleen aan ofzo" zeg ik. "Oh die zijn voor de bewaking want ik ben er niet altijd en zij zullen er ook niet altijd zijn. Lekkerding." zegt hij terwijl hij weer opstaat. Hij maakt me los eindelijk! "Dankje" zeg ik met een opgeluchte zucht. "Ik doe dit niet voor jou" zegt hij terwijl hij seint naar die andere twee dat ze weg moeten. Ik hoor een deur op slot gaan. Ik heb alleen een rood jurkje aan. Donkerrood om precies te zijn. Dan komt hij dichterbij. Ik duw hem weg als ik zie dat er een sleutel uit z'n zak valt. De sleutel van de deur! Ik duik erop als een soort reflex. Hij komt nog bij van z'n val als ik meteen naar de deur ren. Ik open de deur en ren zo hard mogelijk weg. Ik ren zo hard als ik kan, maar dan zie ik de gemaskerde vrienden van mijn gemaskerde ontvoerder. "Wat!? Ik ben op een eiland!" ik zak neer op mijn knieen terwijl ik dat zeg. Rennen heeft geen zin. "Ik wou je nog vertellen, dat rennen geen zin heeft." zegt hij met een grijns. "Eikel" mompel ik. Hij tilt me op en ik lig in zijn armen. Ik ben doodmoe wetende dat niemand me ooit gaat vinden hier..

Bad LuckWhere stories live. Discover now