Hoofdstuk 10

58 0 0
                                    

Ik word wakker en open langzaam mijn ogen alles is donker. Ik zie alleen een raampje met dik glas en tralies ervoor. •Media• Ik kom langzaam omhoog. Jezus wat heb ik een honger denk ik bij mezelf. Dan komt een van die vriendjes van mijn ontvoerder. Hij komt naar me toe. "Hee gaat het een beetje?" zegt hij. "Nee niet echt.." vertel ik. "Wil je wat water of een paracetemol misschien?" "heb je dat dan?" vraag ik. "Ja natuurlijk anders bied ik het niet aan" zegt hij lachend. "Ja dat klinkt wel logisch, ik had alleen niet verwacht dat één van mijn ontvoerders lief en zorgzaam tegen me was." zeg ik en hij kijkt verlegen naar beneden. "Kan je je masker afdoen en zeggen wie je bent alsjeblieft. Dan weet ik hoe ik je moet noemen" vraag ik. "Het spijt me maar dat kan ik niet doen." verteld hij. En ik duik onder mijn dekbed. "Kan ik nog iets voor je doen?" vraagt hij. Ik kijk boven mijn dekbed en zeg "ja vertel hoe ik je moet noemen."
"Noem me maar Leo" zegt hij. "En nog een ding. Wie is er nu allemaal op het eiland?" vraag ik zachtjes. "Alleen ik" zegt hij. "En die ander.. Je weet wel het andere hulpje." maakt hij z'n zin af. Hij loopt weg richting de deur maar ik spring uit bed en grijp zn arm. Hij draait zich om en ja hoor vol op mijn mond. We zoenen. We duwen elkaar meteen weg.

Het voelde zo goed. Waarom duwde ik hem weg?! Oh ja Maddison even bij blijven hij is medeplichtig aan je ontvoering. Dit kan niet. Maar waarom duwde hij mij weg?

"Oh sorry! Het spijt me het was niet de bedoeling je te zoe-" ik kap hem af. "Oh geeft niet. Ik kan wel wat afleiding gebruiken, want tja ik ben tenslotte ontvoerd en weg van de bewoonde wereld."

Bad LuckWhere stories live. Discover now