Hoofdstuk 11

63 1 0
                                    

Het komende hoofdstuk maak je mee vanuit de ogen van Jeremy.

Waar zou ze zijn? Dood? Nee! Doe niet zo mal Jeremy! Tuurlijk leeft ze nog. Ze is een taaie. Dat is namelijk wat je zo mist aan haar. Niemand kan haar klein krijgen. Ik weet het niet meer. Bo of Mads? Bo of Mads? Bo of Mads? Ugh.

Met een diepe zucht val ik neer. "Ik wil niet kiezen, ik wil ze allebei" mompel ik. Ik moet en zal haar vinden en haar de waarheid vertellen. Juist ja. Ik ben een aanwijzing in het onderzoek. En ik moet dit blijkbaar zelf afhandelen, want de politie doet ook helemaal niks.

Weetje ik ga nu kijken waar ze kan zijn. Ik ga zoeken. Zelf. Ik stap op mijn scooter en rij naar het restaurant waar ik werk. Eenmaal aangekomen rij ik de kant op waar het busje heen ging. Ik zag ze nog weg rijden in de richting van het bos. Maar ja wat moet dat moet. En ik ga in de richting van het bos. Als ik er ben roep ik overal. Maar ik hoor niks. Het werkt niet. Het word al donker. Ik zie niet veel meer en gebruik de zaklamp van mijn telefoon. Ik zoek goed maar opeens..

Wat nou ik voel een hand op mijn schouder. Ik draai me om met mijn vuisten klaar en de gedachte te gaan vechten.

Ik zucht opgelucht. "Je liet me schrikken" zeg ik. "Ja jij was ook behoorlijk angstaanjagend" zegt Bo. We lachen. "Hoe wist je dat ik hier was?" vraag ik benieuwd. "Ik dacht dat je op je werk was want je was niet thuis en toen ik op weg was zag ik je scooter staan bij de ingang van het bos." verteld ze. "Oh zo" zeg ik. "Maar eh.... Wat doe je hier eigenlijk?" vraagt ze. "Ik moet haar vinden!" zeg ik luid. "Nee! Dat is veels te riskant!" schreeuwt ze bijna. "Ik ga toch." zeg ik koppig. "Doe niet zo eigenwijs. En als je dan perse toch gaat ga ik mee." zegt ze. "Nee dat ga je niet!" roep ik terwijl ze door probeerd te lopen maar ik haar arm vast grijp. Ik draai haar om en ze valt over een tak. En in een reflex vang ik haar op. "Sorry het spijt me" zeg ik. "Oke, je mag mee." zeg ik daar achteraan als ik haar puppy ogen heb gezien. En ik grijp haar hand.

Na een half uur gelopen te hebben. Geven we het op.

Opeens zien we een boot wegvaren van een verlaten eiland. "Wat een rare tijd om even een stukje te gaan varen" ik kijk op mijn telefoon. Het is half 1 s'nachts. "Je denkt toch niet dat.." zegt Bo. "Ik ga erachter aan!" roep ik. "Maar zwemmen heeft geen zin." zegt ze teleurgesteld. We lopen richting het water. "Kijk eens!" roep ik. "Wat is dat?" vraagt ze. "Ik denk een roeiboot!" roep ik. Zonder enige twijfels rennen we ernaar toe en springen we er in.

Bad LuckWhere stories live. Discover now