Hoofdstuk 3

34 5 0
                                    

Simba wachtte enkele seconden en keek naar zijn vriend. Het rode dier had een grote pluizige staart en een spitse snuit. Simba wist wel wat voor 'n dier het was! Hij rende naar zijn vriend om hem te hulp te schieten, maar net toen hij dat wou doen hoorde hij van Grijsstreep een overwinningskreet. Het dier lag roerloos op de grond. 'Wat ben jij goed, Grijsstreep!' zei Simba. Grijsstreep keek zijn vriend aan. 'Wat smaakt hij smerig!' riep die uit. Simba moest moeite doen zijn lach in te houden. 'Het is een vos,' wist Simba. 'Die zijn niet lekker, nee.' Grijsstreep grinnikte ook zacht. 'Zal ik hem meenemen voor de groep? Witneus zal vast trots op me zijn.' Simba knikte. 'Kom, dan gaan we terug naar ons kamp.'

FfToen ze bij het kamp aankwamen was iedereen door elkaar aan het lopen. Het kamp zag er heel leeg uit. Blauwoog kwam langs getripeld en hield stil vlak voor de neuzen van Grijsstreep en Simba. 'Jullie leerlingengroep was allang terug! Waar bleven jullie nou?' Omdat Grijsstreep de vos in zijn mond had, vertelde Simba wat er was gebeurd. 'Ik was de weg kwijt geraakt, en Grijsstreep kwam me zoeken. Toen zagen we een vos en...' Blauwoog knikte. 'Ik snap het. De kittens hebben erge honger dus geef het eten maar aan hen. We trekken verder, er is hier bijna geen eten meer. Niet genoeg.' Ze keek Simba aan. 'Jou moet ik nog spreken, Simba. Grijsstreep, als jij zou willen helpen met de voorbereidingen?' Grijsstreep knikte en rende snel naar de kittens toe. Blauwoog gaf Simba een knikje als teken dat hij haar moest volgen. 'Je begreipt vast dat je nu moet kiezen, Simba.' Simba knikte. 'Als je besluit terug te gaan naar je mensen, zul je je nooit meer bij ons kunnen voegen. Wij trekken nu verder. Maar weet ook dat als je bij ons wilt blijven dat je dan nooit meer terug zal kunnen. Je zult ons moeten helpen en je zult op de eersts plaats de groep hebben staan. Kies Simba.' Simba kon bijna niet wachten om zijn antwoord duidelijk te maken. 'Ja,' zei hij. 'Ik blijf.' Simba wist het al, nadat hij en Grijsstreep vrienden waren geworden. Eerst had hij getwijfeld, maar dit leven leek hem zó geweldig. Zijn baasje, waarom zou hij die missen? Dit was toch zeker véél geweldiger? Blauwoog knikte voldaan. 'Dat had ik al gehoopt,' fluisterde ze hem toe. 'We hebben echt meer jagers nodig.' Blauwoog stond op met een zwiepje van haar staart. Ze liep naar het midden van het kamp - dat zu al zo  goed als leeg was - en miauwde hard als teken dat iedereen moestverzamelen. Donkerpoot stond als eerste bij haar. 'Is alles wat we meenemen hebben verdeeld over de katten?' vroeg ze aan Donkerpoot. Die knikte. Langzaam verzamelden alle katten zich, de kittens, de oudtsen en de jagers. 'Omdat we bijna gaan vertrekken moest Simba een keuze maken,' zei Blauwoog tegen de Foggroup. Een paar van de leerlingen kijken spottend naar Simba. 'Hij gaat zeker terug.' Mauwde er een. Blauwoog ging verder. 'Hij heeft besloten te blijven. Daarom wil ik hem een naam geven, als teken dat hij bij ons hoort.' De groep juicht, ook al is het niet al te enthousiast. Door het gejuich heen mompelen sommige 'een mensenkat bij óns?' Maar de meeste zijn blij met de nieuweleerling. 'Ik noem hem Vuurstaart, omdat hij zo een mooie rode kleur heeft.' Vuurstaart zwaait blij met zijn staart. Hij buigt voor Blauwoog. Grijsstreep snort naar hem. 'Gaaf dat je bij ons blijft! En wat een mooie naam, Vuurstaart!' Vuurstaart knikt trots. De rst van de leden van de heet hem ook welkom en daarna is Blauwoog weer aan het woord. 'We zullen verder trekken omdat hier niet voldoende prooi meer is. Bladvlek moet over een antal dagen jongen, dus daarom zullen we snel een andere plaats moeten vinden. Als iedereen nu zijn deel van het eten pakt gaan we vertrekken!' Die aankoniging maakte Vuurstaart opgetogen. De rest van de groep bleek het niet zo geweldig te vinden, maar ook Grijsstreep en nog twee jongste leerlingen bleken het ook opwindend te vinden. 'We zijn op deze plaats heel lang gebleven. Dit is mijn eerste reis,' vertelde Grijsstreep hem. Daarna vertrokken ze. De andere twee jongsten leerlingen kwamen naast hen lopen, met prooi in hun bek. 'Hoi Vuurstaart,' begroette de een hem. 'Wij zijn Zwartstaart en spikkelvoet.' Het bleken twee heel aardige poezen te zijn. De reis was begonnen!

Dit hoofdstuk is door Roxy geschreven! Hopelijk vinden jullie het een leuk boek worden..! Ook zeker een aanrader is Warrior Cats. Neem ook een kijkje op onze eigen account, misschien zie je daar ooknog een leuk boek. Verder nog veel leesplezier

Dreaded Cats een groot gevecht #2Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu