6

417 29 1
                                    

Ik slaak al direct een geërgerde zucht en Kayleigh komt op me afhuppelen. Met een enorme glimlach op haar gezicht, staat ze stil voor mijn neus.
"Waarom kijk je zo boos, Meghan?" vraagt ze vrolijk.
"No- Nee, laat maar. Je snapt het toch niet", brom ik.
"Nee, leg het uit, ik ben erg begripvol!" roept ze enthousiast.
"Oké, ik probeer het. Weet je wat er nu aan de hand is met het Hendelswood park?" vraag ik.
"Met dat ene meisje toch?" vraagt ze, al een stuk serieuzer. Ik knik. "Wat is daarmee?" Ik twijfel of ik het mag zeggen van het raadseltje. Ik mocht geen hulp, maar zou ik het ook niet mogen vertellen?
"Mijn beste vriendin is door dezelfde man vermoord, maar hou het stil, wil je?" zeg ik maar. Ik heb besloten niks over het raadseltje te vertellen.
"Oh, rot voor je, gecondoleerd. En ik zeg geen woord", zegt ze.
"Niet dat het iemand iets uitmaakt in dit stomme dorp", mompel ik.
"Daar heb je gelijk in. Misschien heeft die man daarom dit dorp uitgekozen?" Ik trek mijn schouders op en we lopen naar het volgende lokaal, waar we samen les hebben.

"Weet iemand iets van Dominique en Autumn?" vraagt de docent. Hij is bezig met het bekijken of alle leerlingen er zijn.
"Die zijn er niet", zegt iemand, die grappig probeert te zijn.
"Dat snapte zijn neus ook nog wel", snauw ik, "maar zij komen niet meer, zeg maar gewoon nooit meer." De docent kijkt me verbaasd aan en legt zich erbij neer.
"Psst, Meghan!" sist Kayleigh. Ik negeer haar en ze gooit een propje naar me. "Psst!"
"Wat?" snauw ik.
"Wat gaan we eraan doen?" vraagt ze.
"Aan wat?"
"Dat glijbaan ding", fluistert ze ongeduldig.
"Jij dus niks", snauw ik.
"Dus wel, ik ga helpen."
"Niet."
"Wel."
"Niet."
"Kayleigh, Meghan, mond dicht of je kan de gang op!" schreeuwt de docent ineens. Ik sis nog naar Kayleigh dat we het er straks over hebben en ze knikt.
De bel gaat en ik ga meteen het lokaal uit. We hebben nu een aula uur. Kayleigh haakt haar arm in mijn arm en sleurt me mee naar buiten. We gaan ergens naast de school zitten op een stenen muurtje. De anderen komen hier bijna nooit, die gaan naar het voetbalveld of blijven binnen, dus ze hebben alle rust.
"Vertel op", zegt Kayleigh.
"Mag niet", fluister ik, "ik mag geen hulp."
"Vraag dan aan die man of je hulp mag inschakelen van mij", dringt ze aan. Ik kijk haar bedenkelijk aan.
"Dat kan ik wel vragen", mompel ik.
"En moeten we de politie niet bellen? FBI?"
"De politie doet niks, en dan wordt die moordenaar boos. Waarom denk je dat hij dit dorp heeft gekozen?" zeg ik.
"Vanwege het feit dat wij alles verzwijgen. Maar dat hoef ik niet te doen. Ik kan de politie met gemak inschakelen", zegt Kayleigh. Ze heeft haar mobieltje al in haar hand, maar ik hou haar tegen.
"Maak hem niet boos, alsjeblieft", smeek ik. Ze kijkt me chagrijnig aan.
"Ik geef je één week om iets te bereiken, anders zeg je tegen mij wat er aan de hand is. En je vraagt toestemming om het mij te vertellen. Als dat niet gebeurt, dan bel ik de politie. Deal?" zegt ze duidelijk. Ze steekt haar hand zakelijk uit en kijkt me afwachtend aan.
Ik kijk haar twijfelend aan, het is immers een groot risico. "Deal", zeg ik uiteindelijk en ik schud haar hand. "Ik had weinig keuze", zeg ik met een grijns.
"Klopt", lacht Kayleigh en ze huppelt weg. Hoofdschuddend loop ik achter haar aan, terug de school in.

Ik steek mijn sleutel in het slotgat en gooi de deur open.
"Ben thuis!" gil ik. Ik ren meteen door naar boven om de brief naar de moordenaar te veranderen.

Heey, je raadsel is veel te lastig. Mag ik een hint, ofzo? Anders gaat dit nooit werken. Groetjes Meghan.

P.s. Mag ik aan één vriendin hulp vragen?

Tevreden kijk ik naar het briefje, die ik weer in de enveloppe stop. Voor deze week kan ik niks meer doen, aangezien ik het niet begrijp en het geen nut heeft. Dat wordt dus wachten... Vermoeid laat ik me op bed vallen en ik val in slaap.

"Meghan, liefje, kom je eten?" roept mijn moeder. Ik gil naar beneden dat ik zo kom en ik stap uit bed. Ik strompel de trap af en kom beneden aan.
"Is er wat, liefje?" vraagt mijn moeder. "Je lijkt zo afwezig", zegt ze nadat ik mijn hoofd schud.
"Er is niks", zeg ik zo vrolijk mogelijk.
"Ik ga naar boven", zeg ik na het eten. Ik leg mijn bord op het aanrecht en ik ren naar boven. Ik stuur een berichtje naar Kayleigh met de info dat ik het heb opgeschreven in een brief. Kayleigh antwoordt bijna direct. Ik leg mijn mobiel neer en ik begin aan mijn huiswerk.

Het is vrijdag en het is twaalf uur 's nachts . Ik glip de deur uit en wandel op een gehaast tempo naar het Hendelswoodpark. Daar aangekomen plak ik de enveloppe op de glijbaan.
"Nu maar hopen dat hij het ziet en antwoord geeft", mompel ik in mezelf. Ik kijk om me heen voor ik vertrek. Ik zie niks en ik loop terug naar huis. Morgenochtend ga ik meteen naar het park, neem ik me voor. Als hij toestemming geeft, moet ik Kayleigh wel direct inschakelen.

De blauwe glijbaan #Wattys2016Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu