~ Hoofdstuk 5 ~

996 31 7
                                        


De volgende dagen werd het dak mijn rustplaats en van mijn hoogtevrees bleef niets meer over. Het was de enige plaats waar ik even alleen kon zijn om na te denken. Ik lag met mijn rug op de ruwe ondergrond van het dak en ik genoot van de zon. Het was nog steeds heel erg koud buiten, maar de zon zorgde ervoor dat ik dat niet voelde. We waren hier nu al bijna een week. We hadden genoeg water, maar het voedsel raakte bijna op. Oliver was druk bezig met oplossingen zoeken, dus ging ik meestal wat rondhangen zodat ik hem niet stoorde. Hij liet me de laatste tijd wat losser zodat hij zelf ook kon rusten en wat tijd alleen had. Ook heb ik mijn eigen rugzak gekregen wat betekent dat ik kan gaan en staan waar ik wil, zolang ik voorzichtig ben. Ik vond het goed zo. Ik ging recht zitten en kroop naar het glazen dak van de sporthal. Ik keek doorheen het glas en begon te tellen. Ik telde 11 klasgenoten en gleed gerustgesteld weer van het glas af. Als ik wist dat mijn vrienden gezond en wel waren, voelde ik me altijd iets meer op mijn gemak. 

Ik kroop naar de zijkant van het dak en keek naar de andere blok van onze school. Tussen de twee daken was ongeveer anderhalve meter open ruimte en het verbaasde me dat Oliver nog nooit geprobeerd had eroverheen te springen. Het was beter zo, als hij zou vallen.. Ik sloop naar de rand van het dak en keek naar de overkant. Ik moest toegeven, eigenlijk wilde ik ook wel weten wat we in de andere blok zouden kunnen vinden. Zou ik die sprong halen? "Emily, dat is gewoon het stomste idee ooit." berispte ik mezelf luidop. Ik liep weg van de rand, maar iets in me schreeuwde gewoon om eroverheen te springen. Ik besloot om het toch te doen. Ik liep helemaal naar de andere kant van het dak om een aanloop te nemen. 

Ik begon te rennen en mijn voeten vlogen over de top van het schuine dak. Hoe dichter ik bij de kloof kwam, hoe groter mijn snelheid werd. Nog 2 meter.. Ik voelde hoe ik de rand bereikte en mijn voeten stootten zich af. Voor een seconde zweefde ik door het niets en daarna voelde ik dat mijn voeten grip vonden op het andere dak. Ik had het gehaald! Adrenaline schoot doorheen mijn aderen en nieuwsgierig keek ik rond. Dit dak was kleiner en vlak met een brede rand eromheen en ik moest me bukken om er zeker van te zijn dat de bewakers me niet konden zien. Ik sloop over het dak heen en vond een klein luikje. Net zo één als op het andere dak. "Bingo!" juichte ik in stilte. Ik ging op mijn buik liggen en legde mijn oor op het luik, maar hoorde niets. Ik nam de hendel vast en trok het luik voorzichtig open. 

Er bevond zich een donkere ruimte onder me en ik zuchtte opgelucht. Het enige licht dat in de kamer binnenviel, was het zonlicht dat door de opening van het luik scheen. Ik liet het laddertje naar beneden vallen en daalde af. Ik voelde hoe mijn voeten de vloer raakten en ik liet mijn ogen even aan het donker wennen. Het was een lokaal zonder ramen en het enige wat ik onderscheidde in het donker waren kasten, heel veel kasten. Ik liep naar zo'n kast toe en stak mijn handen uit om te voelen wat erin stond. Ik voelde iets en trok het uit de kast. Tot mijn verbazing was het een doodnormaal boek. Ik was dus in de schoolbibliotheek! Hier was ik lang geleden al eens geweest voor een taak van Nederlands. Ik liep tussen de twee kasten door en toen ik uit het gangetje was, had ik toegang tot de andere rijen kasten. Links in het lokaal stond er een bureau. Daar zat normaal gezien een leerkracht die in een boek noteerde wat je uitleende, zo ouderwets. Ik liep naar het bureau , maar het tafelblad was leeg. Er waren twee lades in het bureau en ik opende ze. In de ene lag het dikke boek waarin de leerkrachten schreven wat we uitleenden, maar behalve dat was het helemaal leeg. In de onderste schuif vond ik een klein sleuteltje. Ik wist niet waarvoor het diende, maar nam het toch mee. Misschien kon het nog van pas komen. 

Ik duwde de schuif dicht en liep terug naar de boekenkasten. Eigenlijk kon ik een paar boeken om de tijd te doden wel gebruiken! Ik kon bijna niks zien dus trok ik gewoon het eerste het beste boek uit de kast en stopte het in mijn rugzak. Ik stak mijn rugzak helemaal vol en zwierde hem daarna weer op mijn rug. Ik kon later nog steeds terugkomen voor nieuwe boeken. Ik liep naar de deur toe en keek door het sleutelgat. Ik zag een korte gang en recht over me was een groot raam. Nu ik wist waar ik was, kon ik me beter oriënteren en ik kon me herinneren dat er links van me nog een lokaal was en rechts een hoek met een lokaal achter. Daarachter bevond zich een gang met nog een aantal ruimtes. Ik wist niet welke lokalen want zo vaak kwam ik niet in deze blok. Ik wilde op onderzoek uitgaan, maar eigenlijk moest ik terugkeren, want Oliver zou zich vast zorgen maken over waar ik bleef. 

Do it or dieWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu