~ Hoofdstuk 7 ~

887 24 16
                                        


Ik zuchtte luid en reageerde voor de rest niet. Ik nam het boek waarin ik bezig was en begon erin te lezen. Ik had helemaal geen zin meer om terug naar buiten te gaan! Ik wilde niet weer mijn leven wagen om het leven hier een beetje aangenamer te maken! Ik had alles wat ik nodig had om me hier (tijdelijk) thuis te voelen. Waarom moest hij nu per se het gevaar weer gaan opzoeken? 

"Waarom neem je nou een boek? Kom, we gaan." Tegen mijn zin stond ik recht , maar ik wist dat hij gelijk had. Als we iemand konden bereiken, hadden we meer kans op overleven. Misschien zou de politie of het leger zich dan een beetje haasten met ons te redden, want eigenlijk hebben ze al lang genoeg niets gedaan. Hoe lang zitten we hier nu al? Een maand? Ik weet niet hoe lang precies, maar ik weet dat er een dag komt waarop ik volledig door het lint ga. Ik ben opgesloten, ik kan hier niet weg. En het meest vreselijke is nog wel dat ik niet weet hoe lang nog... Dat gevoel van onzekerheid vreet je op vanbinnen.. 

"Kom je nog?" Terwijl ik hier zat te peinzen had Oliver al lang onze rugzakken genomen en gevuld en stond hij paraat aan de deur. Ik sleurde mezelf uit de stoel en liep naar hem toe. "Wat is je plan?" vroeg ik terwijl ik mijn rugzak van hem overnam. "Wel, we doorzoeken alle klaslokalen één voor één. Er moet wel ergens een telefoon achtergebleven zijn.." Ik vond het een belachelijk idee. "De bewakers zijn echt niet zo onoplettend dat ze een telefoon achterlaten,Oliver!" zei ik. "Ze hebben de meeste lokalen afgesloten en de sleutels meegenomen, maar ik weet dat ze alles maar vluchtig doorzocht hebben.  Er is een grote kans dat ze iets over het hoofd gezien hebben. Anders zou ik dit plan toch niet voorstellen?" Na een tweede keer nagedacht te hebben, begreep ik zijn redenering. Als er ook maar een minieme kans was dat we contact konden maken met de buitenwereld, moesten we er volledig voor gaan."Dus, wat is je plan concreet, Einstein? Hoe geraken we binnen in de lokalen?" vroeg ik hem. 

"Tijdens de bewakingswissel gaan we naar de verdieping onder ons. Daar proberen we een lokaal binnen te geraken. Die doorzoeken we en dan steken we tijdens de volgende bewakingswissel de gang over naar het andere lokaal. Bewakingswissels zijn om de twee uur ongeveer. We gaan niet opsplitsen want dat is te gevaarlijk. Daarna gaan we weer naar boven. Twee lokalen is wel genoeg voor één dag."legde hij uit. "En hoe denkt meneertje binnen te geraken in lokalen met een gesloten deur?" Hij gaf me een meen-je-dat-blik en vervolgde dan zijn uitleg. " Heb je het nog niet gezien? Beneden voor het eerste lokaal ligt een tas. Dat is een tas van een leerkracht die op het moment van de overval een lokaal binnen ging gaan. De inhoud van de tas ligt verspreid op de grond en de sleutels van de lokalen liggen ertussen. De bewakers hebben het niet opgemerkt." Hij is me alweer te slim af.. Maar ik was nog niet van plan te stoppen met vervelende vragen stellen. "En hoe denk je in de lokalen van de traphal hiernaast te komen? Ga je over de speelplaats sluipen? Dat lijkt me niet zo'n slim plan." Alweer had hij een oplossing klaar. "We gaan langs het dak. Ik heb een ketting van lappen stof uit de refter geknoopt terwijl ik ziek was, die lagen nog als reservedekens in de kast. We hangen die vast aan iets stevig op het dak en we dalen af. Dan kunnen we langs een raam naar binnen kruipen." "En het valt vooral niet op als er twee kinderen als apen aan een stuk touw hangen." zei ik spottend. "We gaan 's nachts. En dan herhalen we het plan dat ik in het begin uitlegde. Nog vragen? Nee? Dan kunnen we vertrekken." 

Hij liet geen tijd meer om iets te zeggen , maar draaide zich resoluut om en liep de deur uit. We gingen naast de trap zitten en maakten ons comfortabel. Het kon nog lang duren voor de bewakers gingen wisselen. Na een tijd wandelde de bewaker naar buiten en direct daarna sprintte Oliver de trap af. Ik achtervolgde hem en we kwamen aan bij de deur van een lokaal. "Raap de sleutel op! Snel!" siste hij me toe. Ik bukte, raapte de sleutel op, die tussen een hoop rommel in de tas lag en stak hem in het slot. Ik rammelde er wat mee en de deur ging open. Snel gingen we naar binnen en ik draaide de deur terug op slot. Het lokaal waarin we beland waren gaf me een eng gevoel. Het leek alsof er gewoon een les aan de gang was, behalve dat er dan geen leerlingen of leerkracht waren. Het leek wel op een filmscène waaruit de acteurs weg geknipt waren. Er stonden wiskundeformules op het bord gekrabbeld en boeken en pennenzakken lagen open op de banken. Ik kon zien dat ook Oliver er even versteld van stond, maar het duurde niet lang voor zijn gefocuste blik weer terug kwam. "Begin met zoeken." was het enige wat hij zei. 

Do it or dieWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu