Chapter 2

1.2K 77 4
                                    

Hey lieve lezers. Er is per ongeluk wat fout gegaan zie ik en dat is dat de proloog niet geplaatst was. Hij is nu geplaatst dus het is handiger als jullie die eerst even lezen voordat jullie verder gaan anders begrijp je het verhaal niet. Xx

----

Harry;

“Hallo kan ik u helpen?” Ik veegde met een doekje het zweet van mijn voorhoofd. Het was zo vreselijk druk vandaag. Iedereen kwam cupcakes halen. Er was iemand jarig of ze wouden hun geliefde verrassen.. Dit was nog niet eens een van de drukste dagen. Dat was Valentijnsdag. Valentijnsdag was hel. Iedereen wou mijn speciale Valentijn cupcakes. Ik luisterde naar de bestelling van de vrouw en stopte de cupcakes in een zakje. Ik gaf het aan haar. “Alstublieft. Dat wordt dan 7 euro en 50 cent.” Ik zette het pin apparaat voor haar neer en keek hoe ze pinde.

Het was druk werk het runnen van een bakkerij. Zeker omdat ik alles alleen deed. Ik maakte de cupcakes, ik bestelde de spullen en ik richtte de winkel in. Ik zwaaide de vrouw uit en zuchtte. Dat was mijn laatste klant. Eindelijk klaar. Ik stond op en zette de cupcakes die over waren op een bord. Ik garandeerde mijn klanten altijd verse cupcakes. Daarom bakte ik in de avond nog altijd nieuwe cupcakes voor de volgende dag. De oude cupcakes at ik op of moest ik helaas weg gooien. Soms gaf ik ze weg.

Ik pakte een lijstje waar op stond wat ik nog allemaal moest doen. Ik moest de winkel nog schoonmaken en nieuwe cupcakes bakken. Het waren best veel cupcakes. Cupcakes met karamel of chocola. Cupcakes met suikerversiering en morgen was het een speciale dag. Dan verkocht ik van alles en niet alleen cupcakes. Ik moest dus ook nog tompoezen, appeltaarten en andere dingen bakken. Ik zou de hele nacht bezig zijn.

Ik knoopte een schoon schort om mijn middel en haalde een hand door mijn krullen. Ik schrok van het gedonder buiten. Het was vreselijk vies weer. Het bordje van de deur stond op gesloten maar door de harde wind draaide hij regelmatig om. Open, gesloten, open, gesloten. Ach, er zouden toch geen mensen komen. Wie was er nou met dit weer buiten?

Ik pakte de spullen die ik nodig had voor de appeltaarten en zette het neer in de keuken. De keuken was achter in de winkel. Ik maakte mijn appeltaarten nooit uit de bakmix of zo. Ik maakte alles helemaal zelf. Van mensen uit de buurt kreeg ik vaak appels of soms peren die ik in mijn cupcakes en taarten verwerkte.  Als dank kregen ze dan een cupcake van hun eigen fruit gemaakt gratis.

Ik begon met appels te schillen. Ik had er zeker vier voor de appeltaart nodig. Ik schilde er zes. Van de overige appels zou ik appelmoes maken en dat zou ik verwerken in de cupcakes. Ik sneed de appels in partjes en pakte eieren, boter, meel en wat andere spullen. In een grote kom deed ik alles bij elkaar om het deeg te maken. Met mijn handen kneedde ik het tot een grote deegbal.

Het bordje van aan de deur klapte telkens door de wind keihard. Ik ergerde me er dood aan en waste uiteindelijk mijn handen. Ik droogde ze af en liep naar de deur die ik open trok. Ik moest mijn best doen dat de deur niet keihard open klapte en er niet van alles binnen zou waaien. Ik kneep mijn ogen een beetje samen en haalde het bordje eraf. Opeens zag ik een jongen. “O god.” Ik pakte hem bij zijn arm en trok hem naar binnen. Ik sloot met moeite de deur en keek de jongen aan. Hij kwam me bekend voor.

Ik pakte een stoel en liet hem zitten. “Jeetje, hoe lang zit je daar al?” Hij zei niks. Vast verlegen of hij had het gewoon koud. Ik slikte even. Wat kon ik doen? Al snel krijg ik een idee. Achter lagen nog extra werkkleren. Ik liep naar achter en pakte de kleren. “Hier. Kleed je maar om.” Ik liep weer naar achter zodat hij even kon omkleden. Ik pakte een handdoek en keek even om het hoekje of hij klaar was. Toen ik zag dat hij klaar was liep ik terug. Ik legde een kleed om zijn schouder en droogde met een handdoek zijn haren.

Van mezelf was ik nogal behulpzaam. Ik wou altijd mensen helpen net zoals de eigenares van deze winkel altijd bij mij deed. Het gaf me zo’n goed gevoel dat ik ook mensen wou helpen. De appeltaart die ik wou maken moet maar even wachten. Deze jongen gaat nu voor. Ik bekeek hem nog eens. Hij kwam me echt bekend voor..

“Gaat het weer een beetje?” Hij knikte en keek me aan. Zijn ogen zijn helder blauw en toen wist ik waar ik hem van kende.

Vroeger toen ik als klein jongetje voor de etalage stond, stond er naast me een ander jongetje. Bruin haar en heldere blauwe ogen. Hij hield de hand van zijn moeder vast en keek naar de cupcakes net zoals ik deed. Zijn moeder trok hem mee. Teleurgesteld keek hij naar de etalage die langzaam uit zijn zicht verdween terwijl ik naar binnen stapte en een cupcake kreeg.

Later zag ik hem weer. Hij was de winkel binnen gehaald door de vrouw. Ik was er ook maar ik stond in de keuken. Ik hielp de vrouw met het maken van cupcakes. Van een afstandje keek ik toe hoe het jongetje een cupcake kreeg. Zo een met een laagje suiker op de onderkant. Ik had hem nog nooit zo blij gezien dan op dat moment. Hij genoot er echt van. Zelfs toen hij zijn vingers nog aflikte.

Ik had nooit gedacht dat het jongetje net zo zou eindigen als toen hij toen was. Ik keek naar de jongen voor me. Hij zag er vreselijk moe uit. Hij was ook erg mager. Ik legde mijn hand op zijn voorhoofd. Overduidelijk koorts. Ik slikte even en liep naar het bord met de overige cupcakes van vandaag. Ik hield ze voor hem. Zijn ogen werden even groot voordat hij er een pakte. Natuurlijk koos hij voor de cupcake met het laagje suiker op de onderkant.

Hij keek er even naar en toen naar mij. Alsof hij vroeg of het wel mocht. Ik knikte. Natuurlijk mocht het. Hij mocht alle cupcakes die over waren wat mij betreft. Ik wou hem helpen. Hij zag er zo kwetsbaar uit. Zo eenzaam..

Ik liep weer even terug naar de keuken en kwam terug met een aspirine. Het zou hem helpen tegen de koorts. Ik gaf het aan hem. Hij had nog geen woord gesproken. Dat deed hij toen als klein jongetje ook niet. “Neem maar in. Het helpt tegen de hoofdpijn.” Hij knikte en nam het pilletje in. “D-dank je..” Hakkelde hij zacht en ik glimlachte. “Graag gedaan. Ik help je graag.” Ik keek hem aan. “Ik heet trouwens Harry..” Ik beet even op mijn lip.

“Hoe heet jij?”

-----------

Het duurde even maar hier is het hoofdstuk dan. Ik had een nogal stressvolle week achter de rug (toetsweek enzo) maar het is gelukt.

Hopelijk vinden jullie het een leuk hoofdstuk :)

 

Vote, Fan & Comment!

 

Xx Nathalie Styles

You're the cup to my cake - a Dutch Larry Stylinson fanfictionWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu