Hoofdstuk 11

4.8K 191 23
                                    

Camrynn

Met een prettig gevoel in mijn buik word ik wakker en volledig uitgerust, stap ik uit mijn bed. Ik gooi mijn koffer open en kijk met een zucht naar de troep. Ik ben hier pas een dag en gelijk zit al mijn kleding door elkaar. Door de enorme stapel met shirtjes, broekjes, jurkjes en nog veel meer, graai ik naar mijn lieveling shirtje en broekje. Zodra ik het gevonden heb -10 minuten later- loop ik naar een van de badkamers en kleed me om. Er is nog niemand wakker, aangezien het pas 7 uur is. Terwijl ik mijn zonnebril op mijn hoofd schuif, loop ik naar de keuken en pak ik een banaan. Met banaan en al loop ik het huis uit, naar het strand.

Het is inderdaad nog erg vroeg en dus is er niemand te bekennen. Rustig, in mijn eentje loop ik langs het water. Ik weet niet hoelang ik gelopen heb, maar als ik op de terugweg mijn huis in de verte alweer kan zien, is het leven opgang gekomen. Hier en daar zie je mensen hardlopen op de verharde paden, ouderen een wandelingetje maken en jongeren opweg naar hun zomerbaantje gaan. Er komen 2 mensen op me afgelopen, een jongen en een meisje. Als ik zie wie het zijn, zet ik geschrokken een stapje terug. Kenzo en Jazz. Ah nee, hè?! Ik heb echt geen zin in die Jazz. Ik verman mezelf en loop langs ze. Net op het moment dat ik opgelucht uitadem en denk dat ze me niet hebben herkend, hoor ik Kenzo's stem. "Camrynn, is het toch?" Ik draai me op de bal van mijn voeten om en geef hem een warme glimlach. "Dat klopt, ja." Antwoord ik, "En jij was Enzo, toch?" Hij grinnikt, "Kenzo. Met een K." Jazz, die naast hem staat, rolt geïrriteerd met haar ogen. Om haar extra te jennen kijk ik alleen Kenzo aan. "Oke, Kenzo met een K. Ik vind het erg leuk om met je te praten, maar ik moet maar eens naar huis. Tot ziens, hoop ik!" Zeg ik, met een knipoog er achteraan. Ik draai me weer om, om weg te lopen.

"Ga maar vast, ik kom zo." Hoor ik Jazz zeggen. Nu heb ik nog meer haast dan eerst, ik wil niet alleen met haar zijn. Ik zet een paar stappen richting huis. "Camrynn, wachten." Zegt ze met haar valse stem. Zuchtend draai ik me, alweer, om en kijk ik haar aan. "Wat?" Vraag ik ongeïnteresseerd. " Ze knijpt haar ogen samen, "Ik weet niet wat je met mijn broer doet, maar stop er mee." Ik trek vragend mijn wenkbrauwen op, "Waar heb jij net over?" "Jij hebt een vriend, of niet soms?" Zegt ze triomfantelijk. Ik rol met mijn ogen, maar weet dat ze gelijk heeft. Waar ben ik mee bezig?!
"Als jij met mijn broer wilt rommelen, dan doe je dat lekker. Maar iemand zal Flint moeten inlichten." Grijnzend kijkt ze me aan, "En het zal toch wel heel jammer zijn, als je relatie met hem stuk gaat." Ik kijk haar met open mond aan, om vervolgens in lachen uit te barsten. Tranen rollen over mijn wangen en ik probeer uit alle macht mijn lach in te houden.
Verbaasd kijkt ze me aan, terwijl ik haar gewoon vol uitlach. "J-jij denkt, jij denkt dat..." Een nieuwe lachsalvo komt naar boven. "Hou op." Zegt ze dwingend. Lachend schud ik mijn hoofd, "Jij malle meid. Flint is mijn broer." Jazz haar ogen worden groot en een blos verschijnt over haar wangen. "Oh..." Fluisterde ze. Na een laatste snik, veeg ik mijn tranen van mijn wangen en kijk ik haar grijnzend aan.

"Is dat de rede dat je gister zo onaardig deed?" Vraag ik. Beschaamd knikt ze, "Sorry, ik dacht gewoon... Ik dacht..." Ik geef haar een schouder klopje, "Jij vind Flint leuk, hè?" Ze haalt nonchalant haar schouders op, "Dat lijkt me wel duidelijk." Ik zucht, "Weetje, als je nou eens aardig bent tegen mensen. In plaats van ze af te snauwen, maak je misschien wel een kans. Ik zeg het alleen maar." Verbaasd kijkt ze op, "Denk je dat echt? Ik bedoel, ik heb Flint in alle jaren dat ik hem ken, nog nooit een serieuze relatie met iemand zien hebben. Denk je echt dat hij daar wel aan doet?" Ik knik. Mijn broer is soms wel een beetje kinderachtig en hij ziet er niet uit als iemand die een vaste relatie wilt, maar het is verder een prima jongen. Hij zou nooit een meisje zomaar gebruiken. "Weet je wat? Ik kan je wel helpen. Zullen we morgen samen shoppen? Dan kunnen we elkaar een beetje leren kennen." Stel ik voor. Blij kijkt Jazz me aan. "Ja, dat lijkt me leuk!" Antwoord ze opgelucht. "Jazz!" Roept Kenzo, vanuit de verte. "Ik kom!" Gilt Jazz terug. "Ik moet gaan," zegt ze, "Zie ik je morgen hier?" Ik schud mijn hoofd, "Kom anders maar langs. Misschien komen we Flint dan tegen."
Met een blos op haar wangen rent ze weg, naar haar broer.

Grinnikend loop ik terug naar huis. Ik knal de deur open en tref beide families gezellig aan de keukentafel, ze zitten al aan het ontbijt. Mijn moeder komt op me afgestoven en slaat haar armen om me heen. "Waar was je nou?" Roept ze verbaasd. Ik trek mijn wenkbrauwen op, "Ik maakte een wandeling over het strand. Mag dat niet?" "Jawel, maar..." Ze klopt onhandig op mijn schouders, "Ik maakte me zorgen. Goed, ga zitten en pak wat te eten." Zuchtend neem ik plek naast Audrey en begin ik aan een croissant. "Camrynn, ga je zo mee zwemmen?" Vraagt Willow, tegenover me. "Nee, ze gaat al met ons mee." Roept Justin, naar zichzelf en Flint wijzend. "Dat bepaal jij toch niet?!" Roept Audrey. Vragend kijkt de tweeling me aan. "Het spijt me, meiden. Maar volgensmij heb ik geen keuze." Antwoord ik. Teleurgesteld knikken ze en steken ze boos hun tong uit naar Justin.

Samen met Flint en Justin loop ik over het strand, naar dezelfde groep mensen als vorige avond. Flint en Justin begroeten iedereen en ook ik kan al een paar mensen gedag zeggen. Ik weet niet iedereens naam meer, maar de meeste heb ik onthouden. Jazz komt op me afgestormd en sleurt me mee. "Jazz, wat doe je?" Roep ik. "Ik trek je mee. Dat zie je toch?" Gilt ze terug. Ik blijf staan, waardoor Jazz met een gigantische kracht terug wordt getrokken en achterover valt. Lachend help ik haar overeind. "Heb je eigenlijk van jezelf rood haar?" Vraagt ze. Ik trek mijn wenkbrauwen op, "Denk je echt dat deze kleur rood natuurlijk is?" Ik haal mijn hand door mijn haar en bekijk de kleur eens goed. Het rode is door het chloor van het zwembad en door de zon, helemaal uitgezakt en verkleurd. "Ik vind het eerlijk gezegd niet zo mooi meer. Zullen we naar de kapper en het terug verven?" Vraag ik, in een spontane bui. Jazz haar ogen worden groot en ze knikt. "Ja, ja, ja, jaaa!" Gilt ze. "Ik wist niet dat je het zo lelijk vond." Ik leg, zogenaamd gekwetst, mijn hand op mijn hart. "Nee, gekke. Nu kan ik zelf ook eindelijk mijn haar verven." Antwoord ze.

Vragend kijk ik haar aan, "Wil jij ook je haar verven?" Ze haalt haar schouders op, "Ik vind mijn haar nu wel heel erg blond. Het mag wel ietsje minder." Het is waar. Jazz haar haar is bijna pornoblond. Ik steek mijn arm uit. "Laten we gaan dan!" Als antwoord steekt jazz haar arm door de mijne en marcheren we naar huis.

-----------------------------------------------

Hey allemaal,
I'm back! Ja, ik ben weer terug van vakantie, dus ja.

Ugh, dit was echt een erg, erg saai hoofdstuk. Bah.
Het was ook helemaal niet leuk om te schrijven, maar ik was inspiratie-loos. Ik heb al mijn inspiratie namelijk al gebruikt voor iets anders, en ik ga niet zeggen wat.

Oke, misschien wel. Maar niet nu. Later.
Snel weer een nieuw hoofdstuk!

Bye, Sam

So you're that kind of guy? 2Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu