Josh
Man, wat heb ik mijn dag vandaag niet. Mijn moeder heeft me voor het eerst in drie maanden weer gebeld om zogenaamd te kijken hoe het met me gaat. Ze heeft alleen maar zitten zeiken waarschijnlijk omdat ze ruzie had met pa. De enige tijd dat mijn ouders bellen is wanneer er iemand dood is, wanneer ma in een slechte bui is en al haar klaagliederen kwijt wilt en die ene keer dat eropeens een zusje van ons geboren was zonder een melding dat moeders ooit zwanger is geweest. "Heb ik jullie dan niet verteld over jullie moeders zwangerschap?" klonk het door detelefoon die dag. Tot de dag van vandaag heb ik mijn zusje, Ella nog nooit ontmoet en ze is inmiddels twee. Dat kind weet waarschijnlijk niet eens dat ze twee grote broers heeft.
Terwijl mijn gedachten afdwalen loop ik het café binnen. Ik ontvang meteen een brede grijns van Terrance die achter de bar kopjes staat af te wassen. "Yo." Begroet ik hem. Ik neem plaats aan een barkruk tegenover hem. "Wanneer ben je hier klaar?" vraag ik terwijl Terrance mij een glas bier geeft. Hij haalt zijn schouders op. "
"Ik was van plan om over een uur weg te gaan, maar m'n collega moest weg. Ik moet waarschijnlijk zijn shift overnemen, verdomme."
"Jammer, dan kan je niet met ons mee op jacht." Hoor ik een zware stem achter me. Ik draai me om en zie hoe Dean op zijn gemak een peuk rookt met zijn benen op tafel. Hij vraagt of ik ook wil, maar ik schud mijn hoofd. Hij weet dat ik niet rook. Eikel.
"Ik kan trouwens niet mee op jacht. Ik moet zo werken." Ik neem een slok van mijn bier en hoor Dean kreunen. "Shit. Dan moet ik alleen achter Marissa aan."
Terrance schiet in de lag en laat bijna het glas in zijn handen vallen."Marissa? Die chick met dat bruine haar en die meloenen? Die ga jij sowieso niet krijgen, vriend."
"In mijn eentje niet." Zegt Dean.
"Maar als Josh meegaat..." hij kijkt me met een veelbelovende, bijna smekende glimlach aan.
"Echt niet. Ik heb al plannen. En waar heb je mij voor nodig?" Dean kijkt me sceptisch aan. "Meen je dat nou, gast. Die chick ziet jou helemaal zitten. Had je dan niet gezien hoe ze bijna over je heen kwijlde bij dat feest?" Ik haal mijn schouders op.
Natuurlijk heb ik dat gemerkt. We hebben zelfs gezoend toen mijn vrienden het niet doorhadden. Ze had haar hand al onder mijn shirt geschoven, maar ik had geen zin."Ik wil wel met je mee, maar dan moet ik eerst een manier zien te vinden om hier weg te komen." zucht Terrance. Daarna volgde nog een heel ontsnappingsplan en ik begon af te haken.
"Man,jullie zijn geen James Bond of zo. Als je wilt gaan smeer 'm gewoon. Je had toch een hekel aan die baas van je?" Ik zie de grijns op Terrance gezicht al verschijnen. "In ieder geval, de mazzel. Ik ga." Ik gooi de laatste slok bier naar achter en spring van de barkruk af. Zonder een groet te verwachten loop ik de deur uit. Geen idee waar ik nu naartoe zou moeten. Thuis is het stil aangezien Tony de staat uit is wat fijn is, maar ook eenzaam. Ik besluit maar om wat rond te lopen en mijn hoofd leeg te maken.
Ik loop over straat en hoor Rihanna 's 'Work' voorbijrazen. Als er iets is wat ik haat aan deze stad dan is het de herrie wel. Zuchtend loop ik verder en net alsik de hoek om wil lopen bots ik ergens tegenaan. Een "Wow!" verlaat mijn mond. Voor me hoor ik een gilletje en zwarte haren en donker bruine ogen komen tevoorschijn.
Die ogen. Ik herken ze ergens van. Het zal toch niet. De bruine ogen kijken me recht aan. Jenna. Het is Jenna. Geschokt kijk ik haar aan. Ze leeft nog!Vragend staart ze naar me terug. Wanneer ze knippert kom ik weer met mijn voeten op de aarde. "O, sorry" nog heel even kijk ik haar aan en als een speer haast ik me de hoek om. Niet te geloven! Ze had dood moeten zijn. Ze kan op geen manier iemand anders zijn, want anders was ze een clone. Het lijkt er niet op dat ze me herkend heeft, want ze keek me met schaapachtige ogen aan. Holy shit, ze zou me zo gehaat hebben als ze me herkend had. Ik voel de rillingen over mijn rug lopen. Waarschijnlijk zal ik haar nooit meer zien. Maar het idee dat ze in de stad is maakt me wel bang.
Nu ik eraan denk is het wel vreemd dat ze mij niet herkende. Ik heb niks aan mezelf veranderd. Nog steeds in schock toets ik Tony's nummer in. Ik houd de telefoon tegen mijn oor. Zenuwachtig luister ik naar de stressende pieptonen die overgaan. Als ik net op de rode knop wil drukken klinkt er een geïrriteerde "wat" aan de andere kant van de lijn. Ik negeer de irritatie in zijn stem.
"Jenna..." zeg ik. voor een paar seconden blijft het stil aan de andere kant van de lijn. "Die naam zouden we nooit meer noemen toch?" zegt Tony uiteindelijk met kille stem.
"Ik zag haar, Tony. met mijn eigen ogen."
"Dat kan niet. Je hallucineert." zegt hij kalm.
"Ik meen het gast!" ik begin geïrriteerd te raken, maar Tony houd vol.
"Jenna is dood man. Vergeet haar!"
Een zucht verlaat mijn mond. Hij gelooft me echt niet, wat vrij begrijpelijk is, maar toch. "Ik botste tegen haar op. En geloof mij maar, ze was het echt." Aan de andere kant van de lijn klinkt opnieuw een stilte. "Ik zou het met mijn eigen ogen moeten zien." Zonder nog maar een woord te zeggen hangt hij al op.
Dat was een intensief gesprek zeg. Als ik mijn telefoon weer in mijn zak geschoven heb denk ik na of het wel zo'n goed plan was om dat aan Tony te voorspellen. Mijn broer is onvoorspelbaar. Je weet nooit wat hij van plan is.
Terwijl de rillingen over mijn lijf lopen, loop ik richting mijn baan in de snackbar. Als ik me omgekleed heb word ik meteen gegroet door de dames in de keuken. Sommige gooien hun haar over een schouder of knipperen verleidelijk met hun ogen. Ik negeer het en loop naar mijn plek bij de patat. Een van mijn medewerkers geeft mij een klap op de schouder en loopt rustig de deur uit.
Man, wat zou ik hem toch graag achtervolgen de deur uit!

JE LEEST
Stille schoonheid
RomanceDayenna heeft een ongeluk gehad waardoor ze aan geheugenverlies lijdt. Als ze met haar vader meereist naar Amerika komt er aardig wat frustratie opdagen. Zodra ze daar aankomt voelt ze zich al ongemakkelijk met de leraren. Dan ontmoet ze ook nog de...