HOOFDSTUK B//1
UIT DE HAND GELOPEN FEESTJES
EN VERLOREN ZOENEN
Haar lippen zijn zo zacht. Ongelooflijk zacht. Ze smaken naar perzik, maar dan met een kleine zure nasmaak – maar absoluut niet verkeerd. Mijn handen omlijsten haar heupen. Ze zijn zelfverzekerd; tegen mijn lichaam aangedrukt, alsof het niets voorstelt. Haar bruine haar drukt tegen mijn voorhoofd en een lange pluk wil ons moment bijna verbreken, door telkens nét niet tussen onze lippen te glippen.
Alhoewel, 'ons moment' is wel een beetje overdreven. Als je met 'ons' Olivia, ik en ongeveer de hele vijfde klas om ons heen bedoelt, dan is het inderdaad 'ons moment'. Maar het is absoluut niet een 'ons moment' zoals een 'ons moment' hoort te zijn. Nee. Het is niet 'ons' als in 'ons romantische, te gekke zoenmoment, helemaal alleen, maar toch niet helemaal, want we zijn wel met z'n tweetjes'.
Olivia blijft haar lippen maar tegen de mijne drukken en laat haar tong telkens weer mijn mond verkennen en zachtjes over de mijne glijden. Ze zoent vol overtuiging, precies zoals het hoort. Haar ogen zijn gesloten, maar af en toe openen ze, om me speels aan te kijken.
Ik probeer aan al haar verwachtingen te voldoen en druk haar nog strakker tegen me aan en begeleid haar, al zoenend en nog steeds met haar lichaam strak tegen de mijne, naar een muurtje - ergens vier meter verderop op het terrein - waar ik haar tegenaan druk en mijn handen naast haar hoofd plaats, om haar weer te zoenen.
Haar perziksmaak nestelt zich inmiddels goed in mijn mond en het zure lijkt steeds beter aanwezig, maar ik ga door. Zij gaat ook door.
Het plukje haar komt weer bijna tussen onze lippen te hangen en blokkeert weer bijna een zoen, maar Olivia trekt haar hoofd even los en schudt haar haar eenvoudig achterover, om haar lippen weer zachtjes op de mijne te plaatsen.
Haar vingers pulken ergens aan de onderkant van mijn witte shirt en willen er onder kruipen. Ze wil met haar vingers mijn huid aanraken, mijn naaktheid voelen.
Maar dat wil ik niet. Ik wil niet dat Olivia de eerste is die mijn huid onder mijn shirt voelt. Ik wil eigenlijk helemaal niet dat het een meisje is, wie als eerste de huid onder mijn shirt voelt!
Ik maak me los en stap zachtjes achteruit. Olivia kijkt me breed grijnzend aan stapt weer naar me toe, om vervolgens haar handen om mijn nek te slaan en aan mij te gaan hangen.
'Olivia, los,' beveel ik. 'We hebben wel genoeg laten zien'
Alleen lijkt Olivia dat wat anders op te vatten, want ze klemt haar armen nog strakker rond mijn nek en plaats zachtjes haar lippen herhaaldelijk op tienduizend verschillende plekken op mijn kaak.
'Maar ík heb nog lang niet alles laten zien, Parker,' fluistert ze zachtjes. 'Ik heb nog veel meer in huis.'
'Genoeg, oké?' sis ik. 'Iedereen gaapt ons aan.'
Maar Olivia vindt het niet genoeg. Voor ik het weet trekt ze mijn shirt over mijn hoofd, waarna ze het ergens heen gooit – geen idee waarheen.
Dus ik sta daar, met mijn blote bast, te midden van een groep vijfdeklassers, terwijl Olivia met haar vingers over mijn buik streelt en mij zoent waar dat ook maar kan.
'Genoeg,' herhaal ik, maar nu wat harder. 'Dit is echt niet nodig, Olivia.'
'Parker, laat me je verwennen, oké? Geef je gewoon over!'
Maar dat laat ik haar niet. Ik hol namelijk weg richting mijn shirt, dat ergens in een bosje tussen een aantal uitstekende takjes is blijven haken, met mijn armen voor mijn borst gekruist. Razendsnel trek ik de witte stof over mijn hoofd.
'Parker!' schreeuwt Olivia. 'Ik ben nog niet klaar!'
'Ja, Parker!' herhaalt iemand, geen idee wie. 'Kom terug, ze wil je hebben!'
Ik weet niet hoe snel ik hier weg moet komen, maar snel is misschien wel verstandig, dus haast ik me in een gevaarlijk rot tempo naar de uitgang van het terrein, me ondertussen door groepjes tieners heen werkend. Dit was het domste idee ooit. Waarom moest ik dit nou weer doen?
Vlak voor de uitgang valt mijn oog ineens op de gammele, half-kapotte houten bar, met rekken drank erachter. Ik weet dat ik dit eigenlijk niet zou moeten doen, maar voordat ik het echt doorheb, ligt er al een flinke laag alcohol in mijn maag.
De jongen achter de bar kijkt me onzeker aan als ik mijn zoveelste shotje bestel. Hij lijkt overduidelijk te twijfelen of hij mij nog wel meer moet geven, maar uiteindelijk schuift hij mij toch nog een klein glaasje toe, dat ik één ruk achterover sla. Ik voel de vloeistof brandend door mijn slokdarm naar beneden glijden en vraag me af wát ik überhaupt drink, maar het doet er allemaal even niet meer toe.
Gelukkig heeft alcohol zo zijn gunstige, verdovende werkingen, dus ik maak me er ook niet druk over. Absoluut niet, zelfs.
Het is de jongen achter de bar die mij uiteindelijk tóch nog een halt toeroept. Hij schudt ongelukkig zijn hoofd wanneer ik hem om nog meer vraag.
'Sorry, dude, maar je ziet er al aardig bezopen uit,' geeft hij als reden. 'Lijkt me geen goed plan.'
'Ah, kut. Ik heb meer nodig!'
De jongen schudt nogmaals zijn hoofd, zegt 'sorry, maar vandaag niet' en loopt van me vandaan, naar andere klanten toe. En zij mogen wel drinken, wat echt oneerlijk is.
Ik wil net overeind komen en een drankje uit mijn buurman zijn handen grissen, wanneer de bar hevig trilt. Ik kijk met een ruk opzij en zie dat iemand op de bar gesprongen is. En wanneer ik wat langer en beter kijk, zie ik vaag dat het Aaron is.
Aaron.
Geen idee hebbende wat hij in hemelsnaam van plan is (en stiekem ook omdat het me niet kan boeien), draai ik me weer opzij. Tot mijn verbazing heeft mijn buurman zijn barkruk verlaten en heeft hij zijn shotglaasje nog gevuld en al achtergelaten. Ik pak het glas dankbaar op, glimlach erg overdreven, en gooi het spul achterover, waarna ik de onbekende vloeistof weer als een gek in mijn lichaam voel branden.
Plots klinkt er gejoel en gefluit, waarna de bar vervolgens begint te trillen en te schudden en te kraken. Ik zet het shotglaasje snel neer op het houten blad en kijk ietwat duizelig en nogal wazig op.
Maar dat had ik denk ik beter níét kunnen doen, want zodra ik Aaron uitgekleed, wild dansend, stomdronken op de bar zie staan, krijg ik een dejá vu. En dat dejá vu krijg ik veel liever niet.
Aaron die op de schone, witte tegels van Eleanors keukenvloer ligt. Aaron die ineens wel heel snel erg dicht op mij afkomt. Aarons onderlichaam tegen het mijne. Aarons bovenlichaam tegen mijn hoofd. Aarons mannelijke, zweterige geur die zich in mijn neus nestelt. Aaron die mij van hem afduwt. Aaron die mij een vieze, geile homo vindt en mij zo noemt. Aaron die Eleanor tegen de muur drukt en haar bedreigt.
Parker die wegrent. Parker die flauwvalt in het besneeuwde gras. Parker die door Zed overeind geholpen wordt. Parker die Zed niet wil zien, horen of voelen. Parker die naar huis vlucht en daar een maand lang in bed blijft liggen.
Parker die in de war is.
En diezelfde Parker, maakt die avond liever niet meer mee. Die Parker wil überhaupt niet meer aan die avond dénken. Die Parker vindt dat die avond wel ineens weer heel dichtbij komt, met Aaron halfnaakt op de bar, nog geen twee meter naast hem.
Dus die Parker klimt van zijn barkruk en verlaat het terrein, maar niet zonder een paar keer gestruikeld te zijn en meerdere keren tegen een boom te hebben gelopen.
Maar een paar blauwe plekken op je ledematen, zijn nog altijd beter dan een paar blauwe plekken op je zelfvertrouwen.
JE LEEST
Parker
Teen Fiction☆ Winnaar van de Wattys 2016, categorie 'baanbrekend'! ☆ Wanneer aan Parker doodleuk door een klasgenoot gevraagd wordt of hij homo is, stort Parkers wereld in elkaar als een wel érg instabiel kaartenhuis. Want is hij eigenlijk homo? Valt hij op...