Hoofdstuk 6

95 7 0
                                    

Ik wandel door het park terug naar huis. De heerlijke bloemengeur die op dit pad altijd sterk te ruiken is, dringt door tot diep in mijn neus. Het is mooi weer. Vandaag is het vijftien juli en bijna 30 graden. Vanochtend was het nog best frisjes, ik ben blij dat ik had besloten om toch een shirtje aan te doen en niet mijn trui.

Als ik over het bruggetje loop zie ik Doug in de verte zitten. Een vreemd gevoel van enthousiasme en gespannenheid bekruipt me en wat gehaast begin ik zijn richting in te lopen. Pas na een stuk of vijf meter valt me het meisje naast hem op. Doug heeft een arm om haar heen gelegd, geeft haar en kusje op haar wang en glimlacht. Wat verbaasd zet ik een stap naar achter. Nog een stap. Dan draai ik me om en ren hard weg. Hij mag niet weten dat ik hem zag, ik zal niet afgaan. Ik blijf rennen tot ik aan de andere kant van het park ben. Daar zak ik neer op een bankje. Het is niet dat dit me wat doet ofzo. Hij is een goede vriend voor me, het was niet meer dan normaal dat hij me een knuffel gaf. Hij heeft een vriendinnetje en ik ben gewoon blij voor hem! Vermoeid buig ik me naar voren en zet mijn ellebogen op mijn bovenbenen. Met mijn handen steun ik mijn voorhoods. Ik knijp mijn ogen dicht en mij haar valt voor mijn gezicht. Het meisje was wel heel knap, ze past goed bij Doug. Knapper dan ik.

"Jade? Ben jij dat?" hoor ik achter me. Ik draai me met een ruk om en kijk wie er achter me staat. Het is Nick. Hij parkeert zijn motor en komt naast me zitten.

"Wat doe je hier helemaal alleen?"

"Oh, ik was op weg naar huis." zeg ik en bedenk me waarom ik ook al weer hier was, "Ik werd alleen wat afgeleid door de prachtige natuur."

"Aha, zit dat zo. Ik kan je wel een lift naar je huis geven?" biedt hij aan.

"Als je daar de tijd voor hebt.. Graag!"

Nick zet zijn helm op en stapt op zijn motor. Wat onhandig klim ik achterop. Ik kijk nog een keer achterom of ik Doug ergens zie en sla mijn armen om Nicks middel. Zie je wel, Doug? Ik zit niet over jou in. Ik ben gewoon blij voor je. Ik zit zelf ook zonder problemen met mijn armen om een jongen heen.

Ik zet mijn fiets tegen de muur. Ik had de hele middag zitten twijfelen of ik wel zou gaan, maar heb uiteindelijk besloten om toch maar op mijn fiets te stappen. Ik ben een halfuur later dan normaal bij 't Zwijntje maar ik ben er in ieder geval. Ik loop naar de deur maar wordt tegengehouden door het zwartharige meisje dat altijd voor de deur zit.

"Heb je een vuurtje voor me?" zegt ze met een krakerige stem. Ze is ongeveer twee jaar ouder dan ik en heeft geen huis. Ze zit altijd voor de deur en vraagt dan om vuurtjes, sigaretten of drank. Ze houdt er geen gezonde levensstijl op na. Ik vind haar maar vies.

"Nee, heb ik niet. Ga aan de kant." zeg ik en loop naar binnen.

"Bitch." mompelt het meisje. Ze spuugt op de grond.

Nick en Saskia zitten kletsend op de bank en Doug en Jonne staan bij de pooltafel te kijken hoe twee volwassen mannen aan het poolen zijn. Erica zou een uurtje later komen, had ze gezegd. Zodra Doug me ziet, komt hij naar me toegelopen.

"Hey, Jade!" hij glimlacht, "Hoe gaat het?"

Ik zie hem meteen weer met het meisje zitten en voel me wat ongemakkelijk. Ik kan hem niet recht aankijken en kijk daarom maar langs hem heen, naar Jonne.

"Prima, met jou?"

"Ja, goed! Ik was al bang dat je niet meer zou komen. Waar bleef je?" vraagt hij. Ik haal mijn schouders op.

"Gewoon." mompel ik.

"Gewoon?"

"Ja."

Doug kijkt me wat bezorgd aan. Ik kijk hem even aan, glimlach zo overtuigend als ik kan en kijk dan weer weg. Waarom moet hij zo lief kijken? Hij heeft zijn eigen vriendinnetje, daar moet hij maar zo lief naar kijken. Had ik al gezegd dat het me niks uitmaakt dat hij een vriendinnetje heeft en mij dus gewoon als een vriendin ziet? Nee, dat maakt me niks uit. Echt niet.

"Jade? Gaat het?" vraagt hij en raakt met zijn vingertoppen voorzichtig mijn onderarm aan.

"Ja, natuurlijk. Waarom zou het niet gaan?" lach ik te overdreven.

"Wat is er?" zegt Doug, serieuzer nu. Ik steek mijn handen onschuldig de lucht in en zet grote ogen op.

"Het gaat prima, echt waar. Helemaal perfect. Nou, doei, Doug!"

Ik draai me snel om en loop weg. Ik kan mezelf wel voor mijn kop slaan. Waarom kan ik zo slecht liegen?

Vriendschap om voor te moordenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu