11 - Whataya want from me

885 67 16
                                    

Harry;

De dagen die volgden waren erg stil. Ik kan gewoon niet geloven dat Louis erover dacht om op te geven. We vechten samen. We hebben al zolang gevochten. Hij mag niet opgeven. Ik kijk naar buiten. Het sneeuwt weer. Ik wil zo graag naar buiten. Ik wil zo graag met Louis door de sneeuw rollen en een sneeuwballen gevecht houden en vervolgens doorweekt binnen komen. Lachend omdat we zoveel plezier hadden samen. Maar dat gaat helaas niet.

Het is nu 24 december. Kerstavond maar nog belangrijker: Louis’ verjaardag. Ik heb helemaal niks kunnen kopen. Ik heb gesmeekt of ik wat mocht kopen. Een cadeautje. Een klein cadeautje voor Louis. Maar het mocht niet. Zijn moeder is kort langs geweest en verder niemand. Het is vast een rot verjaardag voor hem. Ik slik en loop zijn kamer in. Ik ben best nerveus omdat ik hem eigenlijk al een tijdje niet heb gesproken. Wat dom is want we moeten genieten van alle tijd die we hebben.

Stilletjes loop ik naar hem toe. Hij zit wat op zijn telefoon. “Lou?” Hij kijkt op. “Gefeliciteerd.” Ik rijk hem de cupcake die ik beneden in de kantine heb gehaald. Niet het beste cadeau maar ik wou niet aankomen met niets. Hij pakt het aan en bekijkt het. “Lou? Huil je nou?” Ik kijk hem aan en knuffel hem. “I-ik voel me zo ziek Haz..” Ik slik. De cupcake was dus niet zo’n goed idee.. “Het geeft niet Lou dan eet je hem later..” Hij schud zijn hoofd. “Nee Haz. Ik voel me ziek. Ik heb hoofdpijn. Het komt door die kut ziekte!” Ik val even stil. “Dat gaat wel weg Lou. Echt wel. Geniet van je verjaardag.” Mijn stem trilt. Ik voel tranen opwellen. “Nee het gaat niet weg! Ik ga niet genieten! Het is een rot verjaardag!” Hij gooit de cupcake weg. Teleurgesteld kijk ik naar de cupcake. “Lou doe nou niet zo..” Hij kijkt me aan. Zijn ogen staan vol woede en verdriet. “Louis het komt wel goed. We vechten samen en we worden bet-“ Mijn zin wordt afgebroken als ik een klap in mijn gezicht krijg. Pijnlijk grijp ik naar mijn wang. “Hou op! Ik wordt niet beter! Ik ga dood Harry! Dood!” Roept Louis gefrustreerd. Die zin deed misschien nog wel meer pijn dan die klap. “Je gaat verdomme niet dood! Ik doe alles! Je gaat niet dood.” Ik snik. Mijn wang gloeit. Niet te geloven dat hij me sloeg. Waar is mijn Louis? Even denk ik dat ik weer een klap krijg maar hij draait zich om en verstopt zich onder de dekens. Ik sta op en strompel naar mijn bed. Ik laat me erop vallen en snik. Kut ziekte. Langzaam val ik in slaap.

***

Ik tril en kijk voor me. Het is pikkedonker en ik heb geen idee waar ik ben. Ik voel om me heen maar er is niets. Opeens zie ik een kleur. Een kleur die ik ooit zo mooi vond. Een kleur die ik mijn lievelingskleur noemde maar nu haat. Oranje. Het staat ook wel voor leukemie. Voor me is een soort oranje rookwolk. Het vormt een onduidelijke gedaante. Ik voel woede opkomen. “Ga weg! Ga weg! Kut ziekte! Ik haat je!” Ik leg mijn handen tegen mijn hoofd. “Rot op! Verdomme!” Ik slik en adem snel. Ik schud mijn hoofd. Rustig aan doen Harry. Rustig. Ik kijk weer naar de mistige gedaante. “Wat wil je van me?” Het antwoord niet. Het staat er maar. Onduidelijk en vaag. “Wat wil je van me!?” roep ik nog eens hard maar weer krijg ik geen antwoord. Ik ben bang. Ik ben bang voor die rot ziekte. Ik wil Louis niet kwijt. Ik wil zelf niet dood gaan. Soms heb ik wel eens gedacht dat ik het niet meer aan kon. Dan kon het me allemaal niks meer schelen. Ik wou mezelf dan afmaken. Mijn handen om mijn keel leggen en hard knijpen maar het lukte nooit. Je kan jezelf niet dood maken op zo’n manier. Je lichaam weigert. Maar nu denk ik anders. Ik moet niet opgeven. Ik moet door gaan. Voor mezelf en Louis. Ik laat hem niet vallen. Ik slik even en adem diep in en uit. Ik slik en kijk weer naar de gedaante. De kleur oranje. Ergens blijft het mooi. Ergens lijkt er niks mist te zijn met die kleur. Mensen tekenen dagelijks met de kleur oranje zonder erbij na te denken dat ergens anders op de wereld iemand die kleur haat omdat het gekoppeld zit aan een kut ziekte. Misschien ligt het ook wel aan mij. Ben ik een freak. Ik kijk naar de gedaante. Ineens veranderd het. Ik kijk mijn vader recht in zijn ogen aan en zet een stap naar achter. Maar ineens sta ik voor een afgrond en kan ik niet meer verder. “Wat wil je van me!? Wat ga je doen?” Hij loopt op me af. Ik slik maar hij slaat zijn armen om me heen. “Ik hou van je.” Ik sta stil en knuffel dan mee. “Ik ook van jou pap. Zoveel.” Ik snik zachtjes.

Love Over Healing - L.S [WINNER DUTCH SUMMER WATTYS BROMANCE AWARD]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu