Ik lees al deze verhalen al een hele poos en wat ik eigenlijk altijd voorbij zie komen is hoe vreselijk de pestkoppen wel niet zijn. En dat is waar in zekere zin, maar als iemand die iemand gepest heeft in het verleden, kan ik het niet helpen om voor mezelf op te komen.
Begrijp me niet verkeerd, ik voel me vreselijk over wat ik heb gedaan. En hoewel ik mijn excuses heb aangeboden en gestraft ben voor wat ik heb gedaan, weet ik dat een pleistertje de wond niet dicht. Om die reden verdedig ik ook op geen enkele manier wat ik heb gedaan.
Toch denk ik dat andere verhalen ook gehoord dienen te worden, ook al weet ik dat sommige mensen die gepest zijn deze niet willen horen.
Eigenlijk was ik nog niet eens zozeer de pestkop. Ik heb natuurlijk wel eens gemene dingen gezegd, maar nooit op die manier die als pesten gezien zouden worden. Ik was (en ben) gewoon een persoon die niet goed kan inschatten wanneer iets wat ik zeg wel of niet door de beugel kan. Dat was altijd al zo geweest, ook op de basisschool. Ik vond laatst een rapport terug van groep drie en zelfs daar stond al: "Ook al heb je wel eens ruzie, blijf je een goed vriendinnetje voor je klasgenootjes."
Ik was hardhandig, bazig en op bepaalde momenten gemeen. Maar alleen als ik dacht dat ik dat moest zijn. Ik was heel beschermend naar mijn vriendjes en vriendinnetjes toe. En zij waren altijd de zwaksten uit de kudde, om het even gemeen te beschrijven. Ik koos toen ik jong was al de stille en verlegen mensen uit als vrienden en besloot ze onder mijn vleugel te nemen, waarschijnlijk omdat ik het zag als mijn taak om ze te beschermen.
In groep acht of zeven, ik denk groep acht... kwam mijn vriendengroep voor het eerst echt in gevaar. Een nieuw meisje kwam naar school en ze was een typisch probleemkind. Haar ouders hadden geen geld, ze stonden in het rood en mishandeling en nalatigheid waren niet ongewoon in dat gezin. Het meisje was op jonge leeftijd misbruikt door haar grote broer en dat had zij mij in vertrouwn verteld. Punt was dat we beiden heel jong waren en dat we nog niet inzagen dat dit eigenlijk crimineel was. We zagen niet in dat haar tien jaar oudere broer gestraft zou moeten worden. Het enige dat ik zag, was dat het vies was. Sowieso was alles met seks en zoenen vies op die leeftijd.
Het meisje begon dingen te doen waardoor mijn vrienden en ik vreemd aangekeken werden. Waarschijnlijk uit zelfbescherming, omdat ik iets overhaar wist wat zo vreselijk privé was. Punt was dat ze dingen over ons begon te verzinnen, waardoor onze populariteit in gevaar kwam. Nu zie ik in waarom ze het deed, zodat zij niet langer het vreemde meisje was zoals ze zich eigenlijk al zonder onze hulp voelde. Dat zag ik toen niet in, ik zag het als een gevaar.
En daarom besloot ik iets te doen, waar ik me tot op de dag van vandaag schuldig over voel. Ik vertelde haar geheim door. En als de jonge, naïeve kinderen die we waren, zagen we niet in dat het misbruik was. We zagen alleen het vreemde, arme meisje dat seks had gehad met haar broer. We zagen alleen in dat het vies was en zagen haar niet als het slachtoffer dat ze was.
En toen begon het. De uitsluiting van haar familie uit de buurt. Haar oudste broer, waar het de hele tijd over gaat, zat al op de middelbare, want hij was zestien destijds. Echter werd haar middelste broer, die net als ik twaalf was net zo zwaar buitengesloten als de tienjarige meid.
Hij werd gepest door de jongens en zij had geen vriendinnetjes meer. Er werd hondenpoep door hun brievenbus geduwd, rotjes naar ze toegegooid en hun ramen werden beklad. Dit ging zo door tot de juffen op school doorkregen wat er gaande was. We kregen allemaal op ons kop, maar lang niet genoeg. We hadden geschorst moeten worden. We hadden zwaar gestraft moeten worden, maar we moesten alleen nablijven.
En zij? Zij werden uit huis geplaatst. Bij hun ouders weggetrokken, omdat de school ook achter de oorzaak was gekomen. Ze kwamen achter het misbruik en achter de mishandelingen die plaatsvonden als de deuren gesloten waren. Er vond een inspectie plaats en de hondenpoep die wij naar binnen hadden geschoven, werd aangetroffen op de deurmat. Dat hadden haar ouders nooit opgeruimd. Het jongste zusje in het gezin werd aangetroffen met een sigaretwond op haar arm en ze kwamen erachter dat het water was afgesloten. De koelkast was leeg, maar de grond was bezaaid met afhaalmaaltijden.
De hele buurt stond toe te kijken toen de twee meiden en de twee jongens uit het gezin bij hun ouders weggetrokken werden.
Ik was twaalf jaar. En hoewel ik ergens kan inzien dat het goed was dat de kinderen weg zijn gehaald uit die omgeving, weet ik dat ik een leven volledig verwoest heb. Ik weet heel goed dat dat meisje nooit hetzelfde zal zijn. Dat zij misschien nooit meer iemand in vertrouwen zal nemen, na dit verraad. En ik weet nog beter wat er van haar terecht is gekomen.
Ze heeft nu het ene louche vriendje na de ander. Altijd minstens tien jaar ouder dan zij is. Ze moet vechten voor wat ze waard is en heeft vreselijk veel vertraging opgelopen door de jaren heen. Met een oudere broer die haar en op jongere leeftijd misbruikt heeft, en haar op latere leeftijd verliet omdat hij de jeugdgevangenis in moest (vanwege een ander delict), had zij het zo moeilijk. En ik kan het niet helpen dan me mede-schuldig te voelen.
En die schuld is iets waar ik altijd mee loop. Dag in dag uit word ik eraan herinnerd wat voor een troep ik eigenlijk ben. Hoe vreselijk ik ben als persoon.
Want dat was niet de laatste keer. In de tweede klas vertelde ik weer een geheim door omdat ik erachter kwam dat ik dan misschien iets populairder zou worden. Ik was nu eenmaal het meisje uit de achterbuurt op een rijkeluisschool. Ik hoorde er niet thuis. Dus zodra ik de mogelijkheid had om erbij te horen, greep ik die met beide handen aan.
Net als vorige keer had ik alleen een geheim doorverteld en heb ik me daarna afstandig gehouden. Dat maakte het gepest echter niet minder. Ze kon de straat niet over zonder belachelijk gemaakt te worden en is uiteindelijk verhuisd. Weer werd ik niet gestraft.
Een jaar later merkte ik dat mijn beste vriendin gepest werd door iemand uit mijn klas. En als de beschermende vriendin die ik was, sloeg ik in de verdedinging. Het was de bedoeling om haar een koekje van eigen deeg te geven, maar ik ging te ver. Het peste verplaatste zich uiteindelijk naar het internet (twitter was net populair geworden), waardoor ze niet alleen op school onveilig was, maar ook thuis.
Ik ben daarvoor geschorst en heb een vierkant rooster gekregen. Ik moest in iedere klas gaan praten over waarom het niet oké was om te pesten en wat er van pestkoppen zou komen. Ik heb het goedgemaakt met het meisje, maar vrienden zijn we nooit geworden, omdat zij zich niet langer veilig voelde in onze oude vriendengroep.
En wie kan dat haar kwalijk nemen? Ik niet. Ik snapte het toen ook al. Ze kreeg nieuwe vrienden en sinds dien heb ik niemand meer gepest. En hoewel de gevolgen bij het laatste geval voor mij het ergst waren. En hoewel het die keer misschien ook wel het ergst was, omdat ik oud genoeg was om door te hebben wat ik deed. En hoewel dat de enige was die ik daadwerkelijk zelf heb gepest, is de schuld van toen ik twaalf was nooit verdwenen.
Dat is altijd onderdeel van mij gebleven. Nog altijd word ik herinnerd aan wat ik toen heb gedaan, iedere keer als ik iets goeds doe. Ik ben veranderd, maar zal mezelf nooit kunnen zien als een goed mens. Hoe hard ik ook vecht om mezelf wel zo te zien en hoe vaak ik mezelf ook vertel dat dat al meer dan tien jaar geleden is. Hoe vaak ik ook iemand help en hoe goed ik ook mijn best doe om andere mensen die in haar schoenen staan te helpen.
En misschien is dat ook wel één van de redenen waarom ik me zo hard inzet tegen pesten. Misschien is zij wel de reden dat ik mijn hele studie wijdt aan kindermisbruik en -mishandeling. Wat ik toen gedaan heb, heeft mij gemaakt tot wie ik ben en nog steeds bestuurt het mijn leven grotendeels.
Dat wilde ik jullie misschien wel meegeven. Hoe stoer, gemeen en emotieloos we ook lijken. Hoe zwaar het er ook uitziet dat we levens verwoesten, zonder die van onszelf ook te verwoesten. Hoe sterk de illusie ook is dat het ons allemaal niets doet. Ook de pestkoppen hebben littekens. En misschien kunnen wij die van ons beter verbergen, omdat ze op minder duidelijke plekken zitten, maar ze zijn er wel.
Die machtsongelijkheid is gelijkgetrokken. We zijn niet langer de populaire, gemene personen. In ieder geval ik niet. Ik voel me niet meer beter, maar voel me iedere dag weer als de zak stront die ik werkelijk ben. En dat maakt mij niet minder schuldig, of maakt jullie niet minder zielig, maar misschien geeft het jullie wel een gevoel van bevrediging.
En daarom wil ik massaal mijn excuses aanbieden. Voor alle mensen die geleden hebben, niet alleen door mij, maar door alle pestkoppen. En hoewel ze vast niet allemaal spijt zullen hebben, heb ik dat wel. Iedere dag. En daarom zal ik blijven vechten om het goed te maken. Iedere dag.
En weet je? Ik ga mezelf niet eens meer verschuilen. Hoe graag ik dat ook wil. Ik heb vreselijke dingen gedaan en zal ook met de gevolgen moeten leven.
Ik ben Jacqueline en ik was een pestkop. En daar voel ik me verdomd kut over.
![](https://img.wattpad.com/cover/68776747-288-k978013.jpg)
JE LEEST
De Veilige Haven
SonstigesWil jij jouw verhaal ook delen, maar durfde je dat hiervoor nooit? Heb je altijd geluisterd, maar nooit gesproken? Het woord is nu aan jou!