Diepe gevoelens
Met de groep liepen we verder door het bos. Volgens Elijah waren we er bijna. Sinds Elijah mij de reden waarom Jaco mij veranderd heeft verteld had heb ik weinig gezegd. De reis verliep dan ook stil. Elijah praatte alleen met mij en weigerde om een woord tegen Ace en te zeggen. Ook de andere wolven weigerde om tegen ons te praten. 'We zijn er.' riep Elijah over zijn schouder. Voor ons werden van binnenuit twee grote ijzeren deuren geopend door twee wachters. Vol verwondering en verbazing keek ik ernaar. Aan de andere kant van de poorten lag bos. Geen dorp, maar misschien was dat ook wel logisch. Als het dorp vlak achter de poorten had gelegen dan was het makkelijk ten prooi gevallen voor een aanval. Helaas betekende het wel dat we nog even moesten lopen en dat maakte mijn humeur niet beter, want ik heb honger. Alweer. Ik snapte ook niet waarom Elijah riep dat we er waren, als dat niet het geval is. Zuchtend liep ik verder. 'Misschien is het een goed idee om even een pauze te houden.' zei Elijah en dat klonk als muziek in de oren voor mij. Dankbaar glimlachte ik naar hem. Ik liet mezelf op de grond vallen en opende mijn rugzak. Teleurgesteld ontdekte ik dat al mijn flesjes al op waren. Mijn "bloedprobleem" was er nog steeds wat betekende dat ik mezelf nog steeds niet onder controle had, waardoor ik meer dronk dan de gemiddelde vampier en moeite had met het stoppen. Jaco heeft een paar keer met mij getraind, maar het schoot niet echt op. Gelukkig had ik de controle nog nooit echt verloren, maar het maakte mij wel een stuk gevaarlijker en daar baal ik enorm van. Droevig sloot ik mijn rugzak weer en legde hem naast mij neer. 'Hier.' Er viel een flesje op mijn schoot. Verbaasd pakte ik het flesje en keek omhoog. 'Drink maar op.' zei Ace. 'Nee dat kan ik niet aannemen.' antwoordde ik en stak het flesje uit naar Ace, maar Ace weigerde het flesje aan te nemen. Hij draaide zich om en liep weg. Hongerig keek ik naar het flesje. Mijn keel begon hevig te branden en ik voelde mijn ogen verkleuren. Voorzichtig draaide ik de dop van mijn flesje en snoof de geur op. Verderop hoorde ik een wolf grommen. Ik negeerde zijn gegrom en nam een slok van het flesje. De slok was niet groot, want het flesje vloog uit mijn handen en belandde in het gras. Het bloed stroomde uit het flesje op het gras. De wolf keek zelfvoldaan naar wat hij had aangericht. Een golf van woede vloog over mij heen. Ik sprong overeind en gromde wild naar het beest. Voor mij stond een donkerbruine wolf. Hij gromde laag naar mij. Ik dook bovenop hem en rolde met de wolf door het gras. Uiteindelijk belandde de wolf onder mij. Hij gromde en spartelde hevig tegen mijn stevige greep. Ik opende mijn mond lichtjes om mijn tanden zichtbaar te maken en gromde laag. De wolf piepte en keek mij angstig aan. Ineens vloog ik van de wolf af op de grond. Ace zat bovenop mij en zei iets, maar ik hoorde niks. Ik luisterde niet en spartelde hevig om vrij te komen. Ace daarentegen pinde mijn polsen tegen de grond en zo bleef hij zitten. Ik zag Ace' mond bewegen en even later verscheen een onbekende jongen. Langzaam voelde ik Ace' greep verslappen. Ik pakte mijn kans en schoot overeind, de jongen en Ace van mij afduwend. Geschrokken staarde de jongen naar mij en zelfs Ace leek onder de indruk. Ik liet mijn tanden weer zien en gromde laag naar ze. Ik draaide mij om, maar Ace zijn woorden hielden mij tegen. 'Katie stop! Die kant wil je niet op.' zei hij. Ik keek hem boos aan en twijfelde wat ik moest doen. Ik snapte wat Ace bedoelde en ik zou zeker spijt krijgen, maar aan de andere kant. Het zou zo goed voelen als ik de nek van die wolf omdraaide. Het zou mijn wraak zijn en die zou veel verder gaan dan het verspillen van mijn eten. Dit was gewoon de druppel. Al vanaf begin af aan heb ik mijn gevoelens weggestopt. Weg. Voor iedereen. Allemaal bij elkaar in een laadje en ik heb er nooit meer naar gekeken. Toen mijn moeder overleed heb ik zelfs niet gehuild. Waarom? Ik wilde sterk blijven voor mijn broers en zus. Ik had het gewoon weggestopt. Ik was boos op de wolven en op iedereen. De wolven hielden zich schuil, terwijl wij mensen ons hele leven moesten verdragen met die verafschuwende vampiers. Ze deden niks. Ze hadden moeten helpen. De woede vloog weer over mij heen. Ook was ik boos op alle vampieren om wat ze mij en alle andere hebben aan gedaan. Moet je mij zien. Ik ben veranderd in een vampier. Mijn familie achterlatend. Ik was veranderd in een moordlustig monster. Nee, dit ging niet zomaar over een op de grond gevallen flesje met bloed. Dit was persoonlijk en voor het eerst kwam het allemaal in een keer naar buiten.
'Katie? Kijk me aan.' Ik deed wat Ace zei en keek hem aan. Waarom ik luister weet ik ook niet. Zijn blik zat vol emotie en dat was voor het eerst. In zijn blik kon ik van alles aflezen. Spijt, woede en verafschuwing, maar geen verafschuw voor mij. Voor zichzelf. Ik twijfelde. Wat moest ik nu? Ik wilde Ace niet teleurstellen, maar ik was zo boos. Een wolf gromde diep. Ik draaide mijn hoofd vliegensvlug om, alsof ik was gestoken door een wesp. De wolf kwam dreigend op mij af en meteen laaide de woedde weer op. Ik vloog op de wolf af. 'Nee!' hoorde ik iemand hard roepen. Ik was te geconcentreerd bezig om te luisteren wie het was. De wolf belandde onder mij. Dreigend keek ik naar hem en even leek het alsof ik hem voelde slikken. Ace en een jongen trokken mij van de wolf af en ik spartelde hevig. 'Katie stop!' riep Elijah. Woedend draaide ik mijn hoofd om naar hem. Ik zag hem licht slikken. Ik keek hem aan in zijn ogen en ik zag angst. Angst voor mij. Met een klap keerde ik terug naar de werklijkheid. De rode waas verdween en ik liet mij zakken op de grond. De afschuw die ik had voor mezelf groeide met de minuut. Een dikke traan maakte zijn weg naar beneden en al snel volgde er meer. Ik trok mijn knieën op en sloeg mijn armen eromheen. Ik was echt een monster. Ik had zo hard beloofd dat ik nooit zou veranderen in zo ietsverschrikkelijks en toch was het gebeurd. Ik had mij overgegeven aan mijn gevoelens en het was uit de hand gelopen. Ik voelde twee sterke handen op mijn armen. Toen ik opkeek zag ik dat het Ace was. Medelevend keek hij mij aan, maar ik wilde geen medelijden. Snikkend kwam ik overeind en rende er op vampiersnelheid vandoor. 'Katie!' Hoorde ik Ace nog roepen, maar ik negeerde ze en rende ervandoor. Ik had gewoon even alleentijd nodig.
Na een tijdje liet ik me met een plof op de grond vallen. Ik trok mijn knieën weer omhoog en leunde met mijn hoofd tegen de stam van een boom aan. Voor heel even sloot ik mijn ogen tot ik iemand aan hoorde komen. Voorzichtig opende ik mijn ogen en keek om mij heen. Een grote zwarte wolf kwam tevoorschijn en ging nieuwsgierig voor mij staan. Hij drukte zijn snuit tegen mijn betraande wang aan en gebaarde dat ik moest blijven zitten. De wolf draaide zich om en liep naar een boom toe waar hij achter ging staan. Geduldig wachte ik af. Even later kwam er een jongen in een sportbroekje achter de boom vandaan. 'Gaat het wel?' vroeg hij bezorgd en kwam met een plof naast mij zitten. Ik haalde mijn schouders op en maakte mijn betraande gezicht droog. 'Het ziet er niet naar uit dat het gaat. Wat is er gebeurd?' vroeg hij weer bezorgd. Ik dacht na, maar uiteindelijk gooide ik er alles uit. Van begin af aan. De jongen luisterde geduldig en had zijn armen om mij heen geslagen. De tranen liepen inmiddels weer over mijn wangen heen terwijl ik hem alles vertelde, niets achterhoudend. Ik vertelde over mijn ouders, mijn broers en zusje, wat ik moest doormaken als mens, van het moment dat ik veranderde tot nu. Niks liet ik weg. Na een tijdje had ik hem alles verteld en lag mijn hoofd op zijn schouder. Zachtjes maakte hij rondjes met zijn duim over mijn rug, iets wat mij kalmeerde. 'Maak je maar geen zorgen, het komt wel goed.' zei hij fluisterend. Ik schudde mijn hoofd. 'Als de Alpha erachter komt dat ik één van zijn leden heb aangevallen dan ben ik er geweest.' mompelde ik voorzichtig. De jongen begon hard te lachen. Niet-begrijpend keek ik hem aan. 'Maak je daar maar geen zorgen over. Bovendien was het Tariv maar, niemand mag hem echt.' zei hij geruststellend. Ik sloot mijn ogen even en zo bleven we zitten....
JE LEEST
Bloed Vergoten (tijdelijk stopgezet)
VampireDeel 1 De vampieren en weerwolven staan al van begin af aan lijnrecht tegenover elkaar. De vampieren zijn aan de macht en behandelen de mensen als hun slaven, terwijl de weerwolven zich schuilhouden in het bos. Soms vallen ze elkaar aan, maar er ko...