Een paar dagen zijn inmiddels voorbij en ik zit nog steeds opgesloten in een cel in het paleis van de vampierkoning. Ik doe heel hard mijn best om een ontsnappingsplan te verzinnen, maar de vampierkoning maakt het moeilijk om te ontsnappen. De vampierkoning laat zich bijna ieder uur zien en zelfs Ace kwelt mij door af en toe langs te komen, maar hij zegt nooit wat. De wachter geeft mij twee keer op een dag voedsel. Het is elke keer maar net genoeg om in leven te blijven, maar te weinig om te kunnen ontsnappen. Bij het denken aan voedsel begint mijn keel al te branden. Ik lig op een klein veldbedje en staar naar het plafond. 'Open de cel.' hoor ik iemand zeggen. Ik neem niet de moeite om te kijken wie het is. Vast een wachter of de vampierkoning. 'Geef ons tien minuten alleen.' hoorde ik dezelfde stem zeggen. 'Maar-' De wachter die voor mijn cel stond zei al snel niks meer. De deur ging langzaam open en iemand liep de cel in voor de deur weer gesloten werd. Toen waren ik en de onbekende alleen. 'Katie.' Meteen keek ik op en ontmoette ik zijn ogen. 'Ace.' fluisterde ik met een krakerige stem. Ik had mijn stem al een aantal dagen niet gebruikt en mijn keel brandde heel erg. Ace liep naar mij toe en overhandigde een flesje. Ik nam het aan en dronk het langzaam op. Helaas konden ook vampieren misselijk worden. Toen het flesje leeg was zette ik het neer. 'Je ziet er slecht uit.' mompelde hij. 'Ik krijg weinig te eten.' zei ik schor terug en haalde mijn schouders op. 'Wat doe je hier?' vroeg ik. Misschien was het een beetje bot. Jammer dan. Op dit moment had ik erg weinig zin in zijn bezoek. 'Er is iets belangrijk dat ik je moet vertellen en we hebben maar weinig tijd.' zei hij. Ik knikte. 'Brand maar los.' bromde ik als antwoord. Ace nam naast mij plaats op het veldbedje. Ik ging goed zitten, zodat ik naast hem zat. 'Ik hoor nog steeds aan jouw kant.' zei hij zachtjes. Ik trok verbaast een wenkbrauw op. 'Dus je staat niet aan hun kant?' vroeg ik fluisterend. Ace schudde zijn hoofd. 'Nooit.' fluisterde hij terug. 'Maar hij is je vader.' Ace haalde zijn schouders op. 'Misschien, maar ik sta niet aan zijn kant.' antwoordde hij fluisterend. Opgelucht haalde ik adem. 'Waarom heb je het niet eerder gezegd?' vroeg ik. 'We werden voortdurend afgeluisterd door mijn vader of door één van zijn wachters.' antwoordde hij. Ace schoof dichter naar mij toe en sloeg een arm om mij heen. Ik liet mijn hoofd tegen zijn borst leunen. 'Vergeet alsjeblieft nooit dat ik altijd aan jouw kant zal staan. Altijd.' fluisterde hij in mij haar. Ik knikte zachtjes. Ik sloot mijn ogen en bleef zo even zitten. Konden we zo maar voor altijd blijven zitten. Ace tilde mijn hoofd op en keek mij aan. Hij streelde mijn wang waar een onbewust een traan over gleed. Hij veegde mijn traan weg en even zag ik een twijfelachtige blik in zijn gezicht, maar deze verdween al snel. Hij drukte zijn lippen op de mijne. Ik twijfelde geen moment en kuste hem verlangend terug. Ace liet al zijn gevoelens door in deze kus en ik deed precies hetzelfde. De kus zat vol lust, liefde en geluk. Ace trok langzaam terug. 'Ik ga je hier vandaan halen.' fluisterde hij en liet zijn voorhoofd tegen de mijne rusten. 'Ons bedoel je.' fluisterde ik terug. Ace bleef stil. 'Ik ga hier niet weg zonder jou.' voegde ik erachteraan. Er verscheen een kleine glimlach op zijn gezicht. 'Ik moet weer gaan, anders wordt mijn vader achterdochtig.' zei hij. Ik knikte treurig. Ace plante nog een kus op mijn mond en verliet daarna de cel. Na hij vertrokken was keerde de wachter weer terug. Ik ging lang uit liggen op het veldbedje en voor even kon ik vergeten over de situatie waar ik zojuist in zit. Ace en ik zouden hier weggaan en we gingen dat samen doen, maar voor nu kan ik even genieten van ons kleine momentje voor er weer een nieuw avontuur voor de deur staat.

JE LEEST
Bloed Vergoten (tijdelijk stopgezet)
Про вампировDeel 1 De vampieren en weerwolven staan al van begin af aan lijnrecht tegenover elkaar. De vampieren zijn aan de macht en behandelen de mensen als hun slaven, terwijl de weerwolven zich schuilhouden in het bos. Soms vallen ze elkaar aan, maar er ko...