Hoofdstuk 2

30 1 0
                                    

Kennis

Ik opende mijn ogen en stapte uit bed. Nu ik een vampier was leek dat ook veel makkelijker. Ik trok schone kleren aan en liep de slaapkamer uit om Jaco te zoeken. Ik vond hem uiteindlijk in de kamer waar we gister het grootste deel van de avond hadden doorgebracht. Vandaag zou Jaco mij alles leren over het vampierenleven. Hij zat achter zijn bureau te lezen. Ik keek mee over zijn schouder en zag dat het een groot en oud boek is. Zo te zien stonden er verhalen in over wolven en vampieren. 'Dit is onze geschiedenis.' zei Jaco. Verbaasd en nieuwsgierig keek ik naar het boek. Ik wist niet dat de vampieren een geschiedenisboek hebben. Natuurlijk hebben zij ook een geschiedenis, maar dat ze dat werkelijk allemaal bij hielden dat verbaasde mij. De meeste vampieren zijn nogal zelfingenomen en verdraaien de waarheid altijd naar hun voordeel. Ik twijfelde dan ook een beetje aan de betrouwbaarheid van het boek. 'Ga zitten.' zei Jaco. Ik deed wat hij mij opdroeg en nam plaats op de groene bank. Jaco pakte het boek en kwam naast mij zitten. Hij legde het boek op zijn schoot en zocht de juiste bladzijde. 'Vampieren en weerwolven hebben een lange geschiedenis samen en het grootste gedeelte is niet al te vrolijk.' begon hij. 'Hebben vampieren een weerwolven ooit wel eens vrede gehad?' vroeg ik. Jaco schudde zijn hoofd. 'De vampieren en weerwolven hebben nooit vrede gehad. Daarvoor is teveel gebeurd, maar ze hebben wel rustige periodes gehad. Periodes waarin er geen ruzies werden gemaakt. Een soort van onofficiële wapenstilstand, maar deze duurde nooit lang.' vertelde Jaco verveeld verder. Hij sloeg een paar bladzijdes om en wees uiteindelijk naar een afbeelding. 'Dit is het belangrijkste stukje van onze geschiedenis. Hier begint de grootste ruzie tussen de vampieren en weerwolven, maar eerst ga ik je iets meer over de weerwolven vertellen.' zei hij. Ik knikte en luisterde aandachtig. 'Wat weet je al van weerwolven?' vroeg Jaco terwijl hij opnieuw in het boek bladerde. 'Niet veel, over de vampieren is ons veel verteld. Maar de weerwolven zijn altijd een beetje in het duister gebleven.' zei ik. Jaco knikte en begon met vertellen. 'Weerwolven bestaan al erg lang. Toen de vampieren en wolven elkaar leerde kennen ging het meteen al mis. Het begon met Alpha Damiën en zijn mate Rosaly.'

'Rosaly!' riep Damiën. Het meisje in de witte jurk draaide zich om en exuseerde zich tegenover de mensen met wie ze stond te praten. 'Wat is er?' vroeg ze. Damiën trok Rosaly tegen zich aan. Hij keek haar liefdevol aan en kuste haar. Vol passie en overgave zoende ze haar mate terug. Een ijzige gil verbrook hun kus. Damiën keek geschrokken om zich heen, terwijl Rosaly dichter tegen hem aan trok. 'Wat was dat?' vroeg Rosaly fluisterend. Damiën haalde zijn schouders op. 'Blijf hier dan ga ik kijken.' zei hij. Rosaly was het er niet mee eens, maar knikte toch als bevestiging. Terwijl Damiën voorzichtig verder liep naar het steegje waar de gil vandaan kwam, bleef Rosaly angstig wachten. 'Gaat alles goed mevrouw?' vroeg Damiën met een frons toen hij een paar in het steegje zag staan. Het leek erop alsof ze gewoon stonden te zoenen en er niks mis was. Toch wist Damiën dat er iets mis was. 'Damiën?' vroeg Rosaly, die nog steeds stond te wachten tot haar mate terugkeerde. Een tweede gil vulde de lucht. Een onbekende man gooide Damiën voor haar voeten. Rosaly schreeuwde het uit van pijn, ongeloof en woede. Ze keek woedend op naar de man die haar Damiën had vermoord. Meteen viel het haar op dat de man rode ogen had en scherpe hoektanden. Rosaly keek de man geschrokken aan, maar was vastbesloten om haar mate niet achter te laten. 'Goedendag, schoonheid.'

'Niemand weet precies hoe het is afgelopen met Rosaly en de vampier. Wel is het duidelijk dat de vampieren en weerwolven ruzie hebben sinds dat gebeurd is.' Vol afschuuw luisterde ik naar het verhaal. Geen wonder dat de weerwolven zich liever niet toonde. Ze hadden een hekel aan vampieren en groot gelijk hebben ze. Hoe kan je iemand zoiets aandoen? 'Is Rosaly nooit gevonden?' vroeg ik aan Jaco. Jaco schudde zijn hoofd. 'Sommige denken dat de vampier haar ook vermoord heeft of dat ze aan een gebroken hart is gestorven, het was tenslotte haar mate.' 'Hoe denk jij dat het is afgelopen?' vroeg ik. Jaco haalde zijn schouders op. 'Ik weet het niet. Er kan van alles zijn gebeurd met haar.' zei hij zuchtend. 'Waarom houden de weerwolven zich schuil in de bossen? Waarom nemen ze niet gewoon wraak en helpen ze de mensen niet?' vroeg ik. Ik snapte het niet. Ze hadden toch zo'n hekel aan de vampieren dan moest het vast makkelijk zijn om aan te vallen. 'De weerwolven weten niet zo goed hoe ze het moeten aanpakken. Regelmatig vallen ze aan, maar meestal haalt het niet veel uit. Bovendien zijn de vampieren met zoveel en zitten ze overal. De weerwolven weten niet zo goed wat de beste plek is om aan te vallen. Ook planten de vampieren zich sneller voort dan de weerwolven, dus eigenlijk zijn de weerwolven in de minderheid.' En daar ging mijn hoop. In één keer weg, als sneeuw voor de zon.
'Kan ik mijn familie bezoeken?' vroeg ik aan Jaco. Jaco dacht na. 'Misschien later. Nu heb je jezelf nog niet onder controle.' zei hij. Ik fronste. Blijkbaar zag hij dat, want hij begon verder te vertellen. 'De kans is groot dat als je je familie nu ziet dat je ze aanvalt en vermoord. Je hebt de honger nog niet onder controle. Eerst zullen we moeten trainen om dat onder controle te krijgen, dan pas mag je naar je familie.' Ik knikte geschrokken. Zou ik ze echt iets aan doen? 'Wanneer beginnen we met trainen?' vroeg ik. 'Ik vind dat we voor nu wel even genoeg geschiedenis hebben gehad, dus laten we nu maar beginnen aan je training.' zei Jaco en klapte het dikke geschiedenisboek dicht. Ik knikte vrolijk. Eindelijk konden we gaan trainen. Jaco wenkte mij als teken dat ik achter hem aan moest lopen. Ik liep samen met Jaco de gang op, op zoek naar een kamer. Alhoewel echt zoeken kon je het niet noemen, want Jaco weet de weg. Stil liep ik achter hem aan tot we in een legen kamer kwamen. Op de grond en tegen de muur lagen matjes. En aan de muur aan de linkerkant gingen verschillende soorten wapens. Ik zag letterlijk van alles hangen, bogen, zwaarden, messen, kruisbogen en nog veel meer. Er hingen zelf wapens waar ik de naam niet eens van wist. Bewonderd keek ik ernaar. 'Dat is voor later, we beginnen met een aantal simpele zelfverdediging trucjes.' zei Jaco en nam mij mee naar het midden van de zaal. 'We beginnen met je reactievermogen. Sinds je veranderd bent in een vampier kun je beter kijken, horen, ruiken en reageren.' Ineens uit het niets vloog er een tennisbal op hoge snelheid naar mijn hoofd. Als automatische reactie sloeg ik mijn handen voor mijn gezicht, waar de bal ook tegenaan vloog en dat deed best zeer. Jaco zuchtte. 'Je had de bal kunnen vangen. Je bent nu een vampier en je moet je dus ook gedragen als een vampier. Je moet stoppen met het denken als een mens op dit gebied.' Kon het nog vager. Ik moest stoppen met het denken als mens, maar wel alleen op dit gebied. Ik zuchtte en opnieuw vloog er een tennisbal op hoge snelheid op mij af, alleen deze keer ving ik de tennisbal met mijn rechterhand. Stralend keek ik naar de tennisbal. Ik had hem echt gevangen. Ik sloeg een klein kreetje van geluk nog voor ik iets hard tegen mijn gezicht aan voelde vliegen. Ik keek beduusd naar een tennisbal op de grond. 'Je hebt de bal goed gevangen, maar om nog sneller en beter te reageren moet je je zintuigen gebruiken. Je moet je gehoor aanscherpen door je te concentreren op je omgeving. Om dit gemakkelijker te maken kun je voor nu je ogen sluiten.' Ik deed wat Jaco zei en sloot mijn ogen. Nog voor ik het door had hoorde ik een zoevend geluidje links van mij. Ik vind de tennisbal in één keer en keek ernaar. Het was mij weer gelukt! Jaco gaf mij niet te tijd om blij te zijn over wat ik had gedaan, want er vloog opnieuw en tennisbal naar mijn hoofd. Ook deze ving ik weer. Zo voerde Jaco het tempo steeds sneller op.
'Zo is het wel weer genoeg.' zei Jaco na een tijdje. Overal lagen tennisballen op de grond en ik had ze allemaal gevangen. 'Je mag ze nu weer opruimen.' Meteen vloog mijn hoofd naar hem en keek hem aan. Dit meende hij toch niet serieus toch. 'Kom op, we hebben niet de hele dag de tijd.' Wel dus. Hij meende het. Zuchtend liep ik naar de eerste tennisbal. 'Gebruik je vampierensnelheid, dan ben je sneller klaar.' zei Jaco. Ik knikte. Hoe ging ik dat in hemelsnaam doen? Ik sloot mijn ogen en liep. Toen ik mijn ogen opende merkte ik dat het gewoon van zelf gaat. Ik glimlachte en raapte de eerste tennisbal op. Al snel kreeg ik door hoe het moest en raapte snel alle andere tennisballen op en stopte ze terug in de mand waar ze uit kwamen. Jaco knikte tevreden en overhandigde mijn een flesje. Vragend keek ik hem aan. 'Het is bloed. Als je veel gebruik maakt van je krachten zul je vaker moeten drinken.' legde hij uit. Ik knikte en opende het flesje. Meteen overwelmde de heerlijk zoete geur mij. 'Wacht maar even.' zei Jaco. Fronsend keek ik hem aan. 'Ik ga je leren om je in te houden als er bloed aanwezig is.' Ik knikte en staarde naar het flesje. Meteen dacht ik aan de heerlijke smaak van het rode vloeistof. Iets wat niet echt hielp. Ik voelde een branderig gevoel in mijn keel en wilde zo graag het flesje leegdrinken. Ik keek snel een andere kant op, maar ook dat hielp niet. De zoete geur drong mijn neus binnen en het werd steeds moeilijker om mij in te houden. 'Nu mag je drinken.' zei Jaco. Ik twijfelde geen moment en sloeg het flesje in één keer achterover. Jaco knikte. 'Daar moeten we nog even aan werken.' mompelde hij. Samen liepen we de trainingszaal uit. 'Je hebt de rest van de dag vrij het wordt zo ochtend, dus ik stel voor dat je gaat slapen.' Je hoort het goed vampieren slapen wel. We slapen alleen overdag en we kunnen ook dagen overslaan en dus niet slapen.
'Hoe zit dat eigenlijk met de ochtenden? Verbranden wij echt als we in het licht lopen?' vroeg ik. 'Het licht verbrand ons niet, alleen de zon. Op bewolkte dagen in de ochtend kunnen we gewoon lopen, het voelt alleen onaangenaam aan. Verder maakt de volle maan ons sterker en sommige moordlustiger. En voor je het gaat vragen ja je kunt ook op dierenbloed leven, maar ik raad het je niet aan. Je kan het namelijk niet van de ene op de andere dag, dat vergt training en ik kan je verzekeren dat die trainingen erg onaangenaam zijn.' legde Jaco uit. Ik fronste. Hoe wist hij dat ik dat over dat bloed wilde vragen? Ben ik zo'n open boek? 'Hoe wist je dat ik dat wilde vragen?' besloot ik te vragen. 'Dat leg ik je morgen wel uit.' zei Jaco en liep weg. Ik fronste weer en liep uiteindelijk naar mijn kamer. Na een warme douche, trok ik mijn pyjama aan en dook ik mijn bedje in. Ik verheugde mij nu al op de trainingen van morgen.

----------------------------------------------------

A/N:
Hallo lezers,
Yeah, hoofdstuk 2 is af. Ik hoop het volgende hoofdstuk ook snel te kunnen publiceren. Het liefst wil ik dat doen voor het einde van de vakantie, want na de vakantie ga ik het druk krijgen met school. Ik heb in de vierde week van januarie een belangrijke toetsweek, dus ik ben druk bezig met leren. Natuurlijk ben ik daar nu al mee bezig, maar nu heb ik meer plek om tijd vrij te maken voor schrijven dan wanneer ik op school zit.
Vergeet niet te stemmen!
Liefs,
Lovesmex
(Iyanla Cok)

Bloed Vergoten (tijdelijk stopgezet)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu