Familieberaad

4 0 0
                                    

Even later zitten we met zijn drieën bij kaarslicht in de keuken ijs te eten.  Pip heeft de kikker naar buiten gebracht. Nu maar hopen dat de rest in bad blijft. De vloer is redelijk netjes opgeruimd, maar ik zie in het maanlicht nog scherven glinsteren en haar liggen. Het aanrecht staat vol met afwas. Ik ben er nu te moe voor. 'We moeten een familieberaad houden,' zeeg ik ernstig. 'Het gaat zo niet langer.' 'Wat gaat niet langer?' vraagt Beer met volle mond. Ze lepelt het ijs zo uit de doos. 'Alles niet. Ik houd het niet meer vol. Ik weet niet of jullie het in de gaten hebben, maar ik zorg zo'n beetje overal voor. Ik doe het hele huishouden. En jullie hebben altijd maar commentaar. ik doe het niet meer en ik kan het niet meer. Ik heb niet eens tijd voor mijn huiswerk.' Er wellen tranen in mijn ogen op. Stik. Ik wil niet dat ze me zien huilen. Ik verberg mij gezicht in mijn handen. Pip klopt op mijn rug. 'Huil je?' vraagt hij met een dun stemmetje. 'Ja, ik kan ook huilen, hoor,' zeg ik fel. 'Ik ben gewoon hartstikke moe van alles.' Pip haalt zijn hand weg. 'Sorry hoor,' zegt hij. 'Dat wist ik niet. Ik heb er nooit zo bij nagedacht... Ik kook toch vaak?' 'Ja, dat wel, maar wat dacht je van de was, de boodschappen, wie stofzuigt er, wie ruimt de rotzooi op?' 'Ik... het was altijd zo gewoon... ik was eraan gewend dat jij alles deed, Sam. En je zei er nooit iets van. Het spijt me.' Ik snuit mijn neus in de vieze theedoek die op de tafel ligt en kijk woedend naar Beer. 'En waarom doe jij nooit iets? Omdat je het altijd druk hebt, hé? Omdat je moet leren. Omdat je alleen maar tienen wilt halen. Maar denk je ook wel eens aan mij? Ik ga waarschijnlijk niet eens over.' 'Sssst, niet zo hard schreeuwen, papa slaapt,' zegt Pip. 'Hij is net toch ook niet wakker geworden?' zeg ik kwaad. 'Wij moeten alles maar alleen uitzoeken. ik kan het niet meer aan. Er moet iets veranderen, het kan zo niet meer. Moet je zien in wat voor puinhoop we leven! We nemen nooit iemand mee naar huis en waarom niet? Omdat we ons schamen voor de zooi.' 'Ja, maar ook omdat iedereen ons alleen maar aardig vindt omdat we rijk zijn en een beroemde vader hebben,' zegt Beer bitter. 'Pip wordt gepest op school,' ga ik verder, 'en niemand die er iets aan doet.' 'We meppen die pestkoppen gewoon in elkaar,' zegt Beer strijdlustig. 'Nee, dat den jullie niet,' zegt Pip snel. 'Ze schelden me nu al uit voor watje en mietje. En als mijn zussen me dan komen helpen, sta ik al helemaal voor gek.' 'Jullie moeten meer doen in het huishouden,' zeg ik. 'Papa moet ook meehelpen. En hij moet van die werkkamer af. Dat writer's Block wordt alleen maar erger. Hij moet de deur uit, iets meemaken, dan komt die vastgeroeste boel misschien los.' 'Ja, hij moet ons helpen,' mompelt Pip zachtjes. Beer staat op om een nieuwe doos ijs uit de vriezer te pakken. We hebben altijd een hele voorraad. 'Jullie ook nog?' vraagt ze. Pip en ik knikken somber. Zo zitten we een tijdje in stilte te lepelen. Boven gaat een deur open. We kijken elkaar aan. "Nou, wie gaat het zeggen?' vraag ik. Beer en Pip kijken verwachtingsvol naar mij. Ik zucht. Papa stommelt de keuken binnen. Mager, ongeschoren, plakkerig haar, zwarte kringen onder zijn ogen. 'Zo kinderen, gezellig dat jullie nog op zijn.' Ik kijk naar de keukenklok. Het is half vier. 'Pap we moeten met je praten.' 'Wat zeg je?' "Oordoppen uit!' roep ik. Hij plukt ze uit zijn oren en stopt ze in zijn zak. 'We willen met je praten,' zegt Beer. 'Dat komt goed uit,' zegt mijn vader. 'Ik moet ook eens even ernstig met jullie praten.' We kijken hem allemaal verbaast aan. Hij haalt een verkreukelde rode envelop uit zijn broekzak. 'Ik had er vandaag alweer een bij de post. Een gedicht. Is dit soms een grap van een van jullie?' Hij kijkt ons met gefronste wenkbrauwen aan. 'Nee,' zeggen Beer en Pip tegelijk. 'Sam?' 'Nee,'zeg ik. 'Natuurlijk niet. Mag ik hem lezen?' Hij knikt. Ik haal de brief uit de envelop. Hij is weer knalgeel. Ik lees het gedicht hardop voor.

Tot op heden

Ik klamp mij vast aan mijn woorden
maar ze buigen om
Razendsnel komt de bodem dichterbij
Inslag
Einde
Krater
Grot
God het suist in mijn oren
Waar is de noodrem, de lichtknop
het valscherm, de verdoving
Mijn houvast
Zijn enkel woorden

Maar helaas
tot op heden
geen bericht

Iedereen is stil. Mijn vader schraapt zijn keel. 'Ik had het idee dat een van jullie me door deze gedichten iets probeerde te vertellen.' 'Nee, hoor,' zeg ik. 'Zo goed kunnen wij helemaal niet dichten.' 'Ik krijg er kippenvel van,' zegt Pip met een klein stemmetje. 'Het lijkt alsof ze over ons gaan.' Papa wrijft in zijn ogen. 'Dan snap ik er helemaal niks van.' Hij heeft Pips vreemde kapsel niet een opgemerkt. 'Pap, wij hebben dat gedicht echt niet geschreven, maar... maar we willen wel met je praten,' zeg ik. Mijn stem klinkt schor. Ik schraap mijn keel en ga rechtop zitten. Ik ga het nu echt zeggen, ook al heb ik buikpijn van de zenuwen. 'Papa... het gaat zo echt niet langer...' 'Wat niet? Het gaat toch goed met jullie? We hebben het toch fijn samen? Gaat het niet goed op school? Is er te weinig geld?' 'Kijk eens om je heen, pap.' Mijn vader kijkt de keuken rond. Zijn blik blijft op Pip rusten. 'Wat is er met je gezicht gebeurd, jongen? Ben je gevallen?' Pip krijgt een rood hoofd en knikt. 'Dat is niet waar, pap, hij wordt gepest op school,' zeg ik fel. 'Ze hebben hem geslagen. Verder is het een enorme troep hier in huis. ik doe bijna alles in mijn eentje. De was, de boodschappen, de vuilnisbakken, stofzuigen, alles. En Beer heeft ook problemen.' 'Wat, ik? Problemen?' onderbreekt Beer me met een schrille stem. 'Ik niet, hoor.' Ik ga er niet op in. 'En... en ik... ik kan het gewoon niet meer. Ik ben de hele tijd hartstikke moe. Ik moet aan alles denken en jij zit maar op je kamer en... en... jij doet helemaal niks! Jij laat ons gewoon stikken!' Oeps, dat laatste was ik niet van plan te zeggen. Ik kijk hulpzoekend naar Beer en Pip, die allebei met een rood hoofd aan hun nagels zitten te plukken. Mijn vaders ogen vullen zich met tranen. Ik kan mezelf wel voor mijn kop slaan. Nog drie jaar Writer's Block erbij. Stik, stik,stik, allemaal mijn schuld. 'Sorry papa, dat had ik niet moeten zeggen... ik... we...' stotter ik. Mijn vader legt zijn hand op mijn arm. 'Stil maar, Sam. Je hebt gelijk. Het is inderdaad niet verantwoord dat drie kinderen zonder moeder... en ik...' Hij stopt met praten omdat hij een brok in zijn keel heeft. Pip snottert in de theedoek en Beer verbergt haar gezicht in de bak ijs. Ik zie dat ze ook moet huilen. Mijn vader veegt zijn ogen af en haalt diep adem. 'We hebben hulp nodig. We moeten weer een au pair in huis nemen. En een nieuwe tuinman.' 'Nee!' roepen we alle drie tegelijk. 'Dat niet!' 'Wat dan?' vraagt mijn vader verbaasd. 'Wat moeten we dan doen?' 'Misschien kun jij gewoon een beetje meer doen,' zeg ik voorzichtig. 'Wie weet is dat wel goed voor je. Dan gebeurd er ook eens iets... en kom je ook het huis uit.' 'Daar zit wat in...' zegt mijn vader bedachtzaam. 'Je hebt gelijk, Sam. Ik zit alleen maar op mijn kamer en er komt niks uit mijn handen. Ik ben jullie vader, ik moet voor jullie zorgen.' Hij kijkt naar de rode envelop en het gedicht op tafel. Dan haalt hij diep adem en glimlacht. 'Doe mij ook maar wat ijs. Vanaf vandaag gaat alles veranderen. Ik ga mijn best doen, ik beloof het jullie.

 Ik ga mijn best doen, ik beloof het jullie

Deze afbeelding leeft onze inhoudsrichtlijnen niet na. Verwijder de afbeelding of upload een andere om verder te gaan met publiceren.
Het zwanenmeer  (maar dan anders)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu