'Zit stil, Pip, ik kan niet recht knippen als je de hele tijd alle kanten op kijkt.' 'Je knipt scheef!' Pip tuurt met een ontevreden gezicht in de spiegel die hij met uitgestrekte armen voor zich uit houdt. Zijn lip is wat minder gezwollen, maar zijn oog is nog flink paars. 'Wat heb jij een rot humeur, zeg. ik ben nog niet klaar hoor.' 'Au!' Pip grijpt naar zijn oor. De spiegel valt op de grond in scherven. 'Stommerd! Moet je nou kijken, het bloedt! Idioot, je hebt mijn oor eraf geknipt!' 'Nietes, het is maar een heel klein knipje en ik kon er niks aan doen. Jij zat niet stil!' Pip klemt zijn hand om zijn oor en springt door de keuken. 'Au, au, au, ik bloed dood!' 'Stel je niet zo aan, watje, er is niks aan de hand.' 'Ik ben geen watje,' schreeuwt Pip met een overslaande stem. 'Jij bent een moordenaar!' Ik schiet in de lach. Hij ziet er heel raar uit. Aan de linkerkant hangen zijn krullen tot op zijn schouder, aan de rechterkant zijn ze kort. 'Lach me niet uit, stomme griet!' Zijn onderlip trilt. Woedend wrijft hij in zijn ogen, waardoor er haren in komen en ze nog harder gaan tranen. Er loopt een dun straaltje bloed in zijn nek. Pip vindt het zelf vreselijk dat hij zo snel moet huilen. Ik had hem geen watje moeten noemen. het floepte eruit voordat ik er erg in had. Ik maak de punt van de theedoek nat en steek hem naar Pip uit. 'Hier, veeg het maar af, dan knip ik verder, je ziet er niet uit zo.' Pip slaat mijn arm weg. 'Jij knipt helemaal niet verder. Je blijft van me af!' 'Ga da gewoon naar de kapper!' schreeuw ik. Ik begin mijn geduld te verliezen. Zit ik me daar uit te sloven, en dan is het nog niet goed. 'Nee,' gilt Pip. 'Ik doe het zelf wel!' Hij rent weg. In de deuropening knalt hij tegen Beer op. Haar gezicht staat ook op onweer. 'Moet je nu eens kijken!' roept ze. 'Dit was de enige die nog goed paste!' Ze houdt een lichtblauwe linnen broek omhoog. 'Hij is hartstikke gekrompen! Ik krijg hem niet meer dicht! En de lakens van mijn bed stinken, terwijl ik ze net schoon uit de kast hem gehaald.' Ze kijkt om zich heen. 'Wat een puinhoop is het hier!' Nu wordt ik zo woest dat ik de schaar, die ik nog in mijn hand heb, door de keuken smijt. Hij scheert rakelings langs Beers hoofd. Ik schrik van mezelf, maar mijn woede is sterker. 'En nou heb ik er compleet genoeg van!'schreeuw ik. 'Wie denken jullie dat ik ben? Jullie sloofje? Een slavin? Doe je was voortaan zelf! Ik doe het niet meer! Ik doe niks meer! Ik doe toch nooit iets goed! Jullie zoeken het maar uit!' Ik storm de keuken uit, struikel over de rotzooi die op de trap ligt, verzwik mijn engel, vloek, ren mijn kamer binnen en sla de deur met zo'n klap dicht dat het hele huis ervan trilt. Dan geef ik een enorme trap tegen Annabel, die daardoor tegen de spiegel aan vliegt. Haar arm breekt af, de pruik vliegt door de kamer heen. 'En jij, Stomme rotmoeder, waarom heb je ons in de steek gelaten? Waarom moet ik alles doen? Ik aat je! Ik plof op mijn bed neer en barst in huilen uit.
Als ik wakker word, is het 02.41. De kikkers in het zwembad kwaken nog steeds. Mijn ogen voelen branderig en gezwollen en ik heb barstend koppijn. Annabel ligt in een bundel maanlicht op de grond. Kaal en zielig geknakt, alsof ze een ongeluk heeft gehad. Ik moet heel nodig plassen. Voor mijn deur in de gang staat een bord met drie boterhammen, een stuk ontbijtkoek, een reep chocolade en een glas melk. Ik val er bijna over. Op het glas zit een geel briefje.
oef, wat maakt Pip veel fouten. Uit de boterham steekt ook een briefje. Lekker handig; als ik dat niet gezien had, had ik het opgegeten.
Ik stap over het bord heen. Het is wel makkelijk om sorry te zeggen, maar het lost niks op. Het maanlicht valt door het badkamerraam naar binnen. De lamp is al weken kapot en ik vergeet steeds om een nieuwe te kopen. Ik moet ook aan zoveel denken. Ik schrik me rot als ik ineens vlak achter me gekwaak hoor. Het bad zit vol met kikkers. Ze proberen langs de wand omhoog te kruipen, maar vallen steeds terug. Gelukkig kunnen ze er niet uit. Ik zucht en ga op de wc zitten. Na twee seconde plassen spring ik gillend omhoog. Ieeeek, er zit iets aan mijn billen! Ik kijk om. Getverdegetver! Er zit een dikke vette kikker in de plee. Gatver, mijn onderbroek is nat en de vloer ook. En ik heb de kikker nat geplast. Hij kijkt me met grote uitpuilende ogen aan en kwaakt. Op de gang klinkt gestommel. Beer schuifelt met een slaperig gezicht de badkamer binnen. 'Wat is er? Is er een inbreker?' Ik wijs naar de wc. Beer spert haar ogen wijd open en gilt: Getverdemme, wat een joekel!' 'Hij zat aan mijn billen!' 'Jasses, wat een viezerik!' De kikker kwaakt weer en maakt een sprong. Beer springt achteruit om hem te ontwijken. Ze glijdt uit over de badmat en grijpt zich vast aan de wastafel. De wastafel kraakt en bezwijkt onder haar gewicht. 'Haal hem weg! Hall dat vieze beest weg!' 'Doe het zelf!' gil ik terug. 'Ik raak hem niet aan. Ik ga Pip halen.' Ik ren de trap op en ruk de deur open. 'Pip, waker worden, er is een beest ontsnapt!' Pip komt met een slaperig gezicht overeind. Hij heft nog steeds lang en kort haar tegelijkertijd. Zijn bed staat voor een verschrikkelijk boos stuk bos.
JE LEEST
Het zwanenmeer (maar dan anders)
عشوائيIk zal ons eerst maar eens even voorstellen, anders snap je er niks van. Wij zijn namelijk geen gewoon gezin. Om te beginnen: ik ben twaalf. 'Ja, duh, is dat zo bijzonder?' Nee, maar mijn zus is ook twaalf. 'O, een tweeling, wat leuk!' En mijn broer...