Het is twee uur in de middag. Er is nog steeds niet gebeld. Het kan nooit goed zijn als het zo lang duurt. Beer heeft van de zenuwen alles wat eetbaar is opgegeten, ze heeft zelfs de pot pindakaas leeg gelepeld. Pip zit nog steeds op zijn kamer. Er sijpelt muziek naar beneden door. Het Zwanenmeer. We zitten aan de keukentafel en kijken naar de telefoon. De klok tikt. Ik sta stijf van de zenuwen en heb maagpijn. Mijn schuld, mijn schuld, als hij doodgaat is het mijn schuld, dreunt het door mijn hoofd. Dan gaat de telefoon. Mijn adem stokt in mijn keel. Isabel neemt de telefoon op. 'Hallo, met Isabel... van Zwanenburg.' Ze bloost. Ik kan niet horen wat er gezegd wordt. Dan legt ze neer. 'Ze zijn klaar,' zegt ze. 'Kom, roep Pip, we gaan.'
We scheuren op de fiets naar het ziekenhuis. We rijden door rood licht en er wordt getoeterd. Hijgend rennen we de trappen op. We hebben geen geduld om op de lift te wachten. We lopen papa's gang op. Mijn hart staat stil als ik zijn kamer in kijk. Zijn bed is leeg.
'Hij is dood!' ik draai me om naar Isabel, Beer en Pip, die ook verstijfd van schrik naar het lege bed staren. Ik trek aan Isabels arm. 'Hij is dood, hij is dood en het is mijn schuld!' Ik laat me op de grond vallen. Ik heb het gevoel dat ik moet overgeven, dat ik stik, dat mijn hart breekt. Beer en Pip barsten ook in tranen uit. Isabel knielt naast me neer. Ik klem me aan haar vast. 'Het is mijn schuld, ik heb het gedaan, en nu is hij dood! Het is mijn schuld! Ik heb papa ook vermoord!' 'Maar schatje, jij hébt het helemaal niet gedaan, je was er niet eens bij. Ik ben tegen hem aan gereden. Het was een ongeluk.' 'Nee, nee,' gil ik, 'het is mijn schuld, ik had hem gevraagd om het vuilnis buiten te zetten. Ik wilde dat alles anders werd. Het is wel mijn schuld!' Ik zie opeens benen in een witte broek voor me staan. 'Wat is hier aan de hand?' Het is de dokter. Hij helpt ons overeind. Ik durf hem niet aan te kijken en verberg mijn gezicht in mijn handen.. nu gaat hij het zeggen. Pip trekt de dokter aan zij mouw. 'Is hij dood? Is mijn vader dood? Schreeuwt hij. Zijn stem slaat over. Voor de eerste keer hoor ik dat Pip een mannenstem begint te krijgen. 'Nee,' zegt de dokter verbaasd. 'Hoe komen jullie daarbij. Meneer van Zwanenburg maakt het naar omstandigheden goed. De operatie is geslaagd. Het was een goedaardige tumor. Ik denk dat hij nog een heleboel mooie boeken gaat schrijven, hoor.' Ik haal mijn handen voor mijn ogen weg. 'Ma-maar waar is hij dan?' stotter ik. 'In de uitslaapkamer,' antwoord de dokter.
JE LEEST
Het zwanenmeer (maar dan anders)
RandomIk zal ons eerst maar eens even voorstellen, anders snap je er niks van. Wij zijn namelijk geen gewoon gezin. Om te beginnen: ik ben twaalf. 'Ja, duh, is dat zo bijzonder?' Nee, maar mijn zus is ook twaalf. 'O, een tweeling, wat leuk!' En mijn broer...