Hoofdstuk twintig

32 12 0
                                    


       'Dauw en Duister staan dichtbij elkaar. Allebei doen ze wat hun meester wilt: het verschil ligt aan de manier waarop. Dauw zal zelfs als het de controle heeft doen wat zijn meester wilt: Duister werkt anders. Soms gaat het zijn eigen gang.'
       - Boek Magie van het Duister, bladzijde twintig

       Ik heb samen met Jayden op mijn kamer geslapen, het er gewoon niet meer over gehad. Hij leek er geen bezwaar tegen te hebben en lag dicht tegen me aan toen we in slaap vielen. De volgende dag vroeg hij zich af waarom hij er eerst een probleem mee had en antwoorde ik simpelweg dat Weerwolven vreemde dingen doen als ze net iets ergs hebben meegemaakt.

       We waren eigenlijk van plan zijn spullen pas volgende week op te halen, maar Suzanne klopt bij ons op de deur om te vertellen dat Jaydens vader alles weggooit als we niet meteen alles uitruimen. Jayden werd redelijk chagrijnig tot ik hem eraan herinnerde dat ik portalen kon maken.

       Binnen een half uur hadden we alles verplaatst, zelfs zijn bed die we tegen de mijne hebben geschoven. Tevreden ging hij op het nu veel grotere bed zitten en rekte zich uit. Iets minder ontspannen plofte ik naast hem neer. Hij sloeg zijn arm om me heen.

       'Het komt wel goed.'

       Door de Doorgang ging het zo snel dat het pas tien uur is. Ik vraag me af hoe laat Hnall wilt dat ik langs Tyler ga. Het zal wel niet zo laat zijn, dus maak ik een portaal voor het landhuis en ga een paar seconden op het houten bankje zitten voordat ik opsta en naar de deur loop, door de tuin heen.

       Het is mooi weer. Als ik zo dadelijk terug kom zal ik vader helpen met alle paarden borstelen voordat de Weerwolven die naar het kasteel moeten hun paard komen ophalen. Daarna zal Max hem helpen voor de Weerwolven die net zoals hem naar de academie gaan.

       Ik klop op de deur. Vrijwel gelijk wordt hij opengemaakt door een vrouw met grijs haar die er toch jong uitziet. Als ze mijn verbaasde blik ziet glimlacht ze en neemt een stap opzij zodat ik naar binnen kan. De pijnlijke herinnering van Hnall die in deze zaal stond en me op mijn knieën liet vallen met een knik naar de vloer komt weer naar boven en ik duw hem weg door me op de vrouw te concentreren.

       'Ah, jij moet Dimitri zijn.' Zegt ze met een glimlach op haar gezicht. 'Ik ben Madeleine, de schoonmaakster. Alfa Hnall vertelde me al dat je zou komen.' Ze draait zich om en loopt naar de keuken. Als ik vragend in de hal blijf staan wenkt ze me mee door een van de twee openingen in de muur waar normaal een deur zou zitten.

       Het is de keuken. Het is niet zo groot als dat ik verwacht had, hooguit onze hele benedenverdieping. Er staan aanrechten tegen de muren aan en een grote tafel in het midden, waar één plaat op ligt met brood met ham. Daarnaast staat er nog een glas water en verder zijn er in stukjes gesneden wortels in een kommetje gedaan. Ze kijkt toe als ik de plaat oppak en volgt me weer de ruimte uit.

       Ze kijkt richting de twee trappen die naar de volgende verdieping leidden en wijst door de opening in het plafon naar de tweede deur van links.

       'Daar is zijn kamer.'

       Zonder verder iets te zeggen loop ik de trap op en voel zelfs nog haar blik in mijn rug als ik even op de deur klop voordat ik hem langzaam openmaak.

       Ik weet niet wat ik verwacht had: een kamer net zo groot als de mijne en Max' bij elkaar? Een mooi goud behangen muur met ingewikkelde symbolen? Een bed met rode lakens en sneeuwwitte kussens?

       Het komt dichterbij bij mijn kamer dan ik ooit gedacht had. Het heeft zeker een groot bed, maar met een bruin en wit laken. De kamer is groter dan de mijne, maar niet veel groter. De muren zijn niet behangen: ze zijn lichtgrijs geverfd. Er ligt wel een koninklijk rood vloerkleed met gouden symbolen op de houten vloer, verder staat er een simpele houten kledingkast, zijn er twee ramen met grote gordijnen en – tot mijn eigen verbazing – een volle boekenkast.

OnzijdigWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu