Hoofdstuk dertien

24 12 0
                                    


       ''Het is niet alsof je altijd vastzit in de negatieve kant. Net zoals in het echt, kan je vechten om bij de positieve kant te komen. De vraag die je jezelf moet stellen is, is het gevecht het waard?''
       - Boek Magie van het Duister, bladzijde dertien

       De schreeuw moet hard zijn geweest. We rennen zeker twintig stappen voordat we op een kleine open plek komen en Chris zien.

       Hij ziet er erg uit. Zijn haar klit aan zijn voorhoofd en door zijn rechterschouder zit een pijl met een dunne, lange, scherpe punt. Zijn hele bruine tuniek zit onder het bloed en hij houdt zijn linkerhand tegen de wond aan. Uit zijn linkerhand komt een zwak geel licht van de Magie van het Licht en uit zijn rechterhand een rode gloed, de Magie van het Vuur.

       Ik blijf verstard staan terwijl Tom gelijk naar voren rent om Chris te helpen. Ik heb nog nooit iemand zo ernstig gewond gezien: de pijl steekt uit zijn schouder, hij is er recht doorheen gegaan. Een akelige rilling loopt over mijn rug en ik heb het gevoel alsof ik elk moment mijn middageten eruit kan gooien.

       Volgens mij vraagt Tom aan Chris of hij nog kan lopen, maar ik hoor het al niet meer als ik me omdraai richting de struiken en met krampen in mijn maag alles eruit gooi. Zodra ik dat er eindelijk op heb zitten draai ik me weer om en zie dat Tom moeite heeft met Chris overeind houden.

       Ondanks mijn maag nog steeds voelt alsof het zichzelf nog wel een paar keer kan omdraaien loop ik naar ze toe. Chris ziet eruit alsof hij elk moment kan flauwvallen en Tom doet er alles aan hem bij bewustzijn te houden. Hij kijkt me aan met een serieuze blik in zijn ogen.

       'Dimitri, jij neemt zijn andere schouder.' Zegt hij terwijl hij zelf voorzichtig de gewonde kant neemt. Chris schreeuwt het uit en duwt Tom van zich weg. 'Het- het waren mensen. Ze komen eraan. Ren.'

       Ik en Tom kijken elkaar tegelijkertijd aan. 'Ik laat je hier niet achter.' Zegt hij en ik loop naar de andere kant van Chris om zijn arm rond mijn schouder te slaan, maar net zoals bij Tom duwt hij me weg.

       'Je redt het alleen als je rent. Waarschuw koning Selini dat- dat-' Tom grijpt hem vast nog voor hij de grond raakt. Ik help hem Chris weer overeind te krijgen. Hij ziet er wit uit, alsof hij elk nu echt elk moment zijn bewustzijn kan verliezen.

       Maar er is iets ergers. Iets veel, veel ergers.

       Ik en Tom kijken elkaar weer aan en we horen het allebei. Het geluid van voetstappen die dichterbij komen. Niet een paar, zeker tien. Vijftien. Twintig. Eerst kon ik moeilijk de schakeling maken tussen rustig joggen en het gevaar waar Chris over sprak.

       Nu stroomt de adrenaline door mijn lichaam. Al mijn zintuigen gaan op scherp staan en mijn hart begint sneller te kloppen als ik de voetstappen dichterbij hoor komen. Alles in mijn lichaam wilt rennen.

       'Ik pak Chris-'

       'En ik dek je.'

       Tom pakt Chris vast en negeert de zwakke pogingen die hij doet om hem weg te duwen. Ondanks dat mijn lichaam tegen me schreeuwt en wilt rennen ga ik een beetje achter Tom en Chris lopen met al mijn concentratie op het geluid van de rennende voetstappen gericht.

       Dit kunnen we nooit halen. We zijn precies bij de helft van het parcours, zeker drieduizend stappen bij het kasteel vandaan. Zelfs al zouden we op een wonderbaarlijke manier de mensen voorblijven, Chris ziet eruit alsof hij elk moment kan doodvallen doordat hij zoveel bloed verliest.

       Dit is serieus. Er staat een leven op het spel.

       Als we niet snel iets doen om sneller vooruit te komen gaan we er allemaal aan, dan is het gedaan.

OnzijdigWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu