De Efteling Leeft ~ voltooid ~

Zeya

We rennen weg. Ik weet niet waarheen, maar het is in ieder geval weg van de Python. Daarmee weet ik niet of ik de achtbaan of de letterlijke slang bedoel. Als ik doorheb waar ik naartoe ren, voel ik vastberadenheid. Met een paar sprongetjes spring ik over de hekjes heen en gooi de deuren van de Droomvlucht open. De rest voegt zich bij mij. Net als ik de deuren wil sluiten zie ik in de verte de dikke slang aankomen. Snel doe ik de deuren dicht en we stappen in de skiliftwagentjes. 'We moeten zorgen dat we in de juiste kamer eruit springen!' Roept Alice naar ons. We gaan door totdat we bij de elfjes aankomen en springen. We komen met een klap neer en het word zwart voor mijn ogen...

Einde!

Grapje 😂

Als ik mijn ogen opendoe heb ik hoofdpijn. Ik ga rechtop zitten. Alice en Hannah zijn ook al wakker, Nerani, Jenna en Dede lijken nog bewusteloos te zijn. We liggen in een klein bos en om ons heen vliegen elfjes. Eentje ziet dat we rechtop zitten en komt naar ons toe. In het echt zien de elfjes er minder eng uit dan de poppen, en zijn erg mooie wezentjes. 'Hallo mens, goed dat je wakker bent geworden. Ik ben Licana en je bent in het elfenrijk.' Ik kijk naar Alice en Hannah, die een kom heerlijk ruikende drank krijgen. Ik krijg er ook een en neem voorzichtig een slok. Een goed gevoel verspreid zich door mijn lichaam en mijn hoofdpijn verdwijnt langzaam.

Nerani is ook al wakker en Dede beweegt een beetje in haar slaap. Jenna ligt nog stil maar lijkt wat te mompelen. Bezorgd kijk ik naar Dede en Jenna, hopend dat ze snel wakker worden. Ik neem nog een slokje van de drank en vraag: 'Waar zijn we? Wat is er gebeurd?' 'Jullie zijn in een stuk van het elfenrijk dat je niet kan zien vanaf de karretjes. Jullie zijn flink gevallen. Mag ik vragen waarom jullie het in jullie hoofd haalden om te springen?' 'Er was een slang en een vrouw.' Mompelt Dede die ook net wakker is geworden. Jenna niest in haar slaap en schrikt daardoor wakker. Ik, Alice en Nerani grinniken en Hannah lacht hardop. Maar Licana trekt wit weg. 'Oh nee...' Mompelt ze bezorgd. 'Een slang en een vrouw... Dat moeten Pythor en... Och nee toch, niet alweer...' 'Pythor en wie? En wat alweer?' Vraag ik verbaasd. Maar Licana loopt weg en laat ons achter.