Clove
Ik word alweer vroeg wakker en mijn gedachten gaan meteen naar gisteren. Er waren zoveel dingen gebeurd. Ook al voelde het geweldig om die haren uit Glimmer's hoofd te trekken, ik voelde me toch wel rot, omdat ik mezelf niet in bedwang kon houden. Wat was er met me aan de hand? Ik heb haar aangevallen vanwege een opmerking die ze niet eens over míj maakte. Normaal gesproken zou ik het me niet zo aangrijpen, waarom dan nu wel? Het voelde net alsof ik Marvel's pijn voelde toen ze die opmerking over de armband zei. Nee, ik heb geen spijt dat ik haar aangevlogen ben. De Spelmakers zullen het vast ook niet zo erg vinden, nu lijkt het juist alsof ik erg strijdlustig ben. Ik weet niet of ik nog problemen krijg met de vrouw, want volgens haar mochten we niet vechten buiten de arena, maar het kan me even niet schelen. Glimmer heeft het zelf uitgelokt en ik wilde haar graag wat schade toebrengen.
Dan denk ik aan Cato, die geen enkel beetje aandacht aan haar geschonken had. Toen ik bijkwam, was Marvel daar voor me. Ik voel een vreemd soort blij gevoel in mijn buik, die zich uitspreidt over mijn hele lichaam. Waarom was hij er voor me? Misschien omdat hij me dankbaar is dat ik het voor hem opgenomen had? Een soort van. Of omdat hij me echt aardig vindt? Hij heeft me in ieder geval ook niet gevraagd waarom ik haar aangevlogen ben. Nu ik eraan denk, ik reageerde wel erg heftig voor iemand die er zo ver buitenaf staat. Of sta ik er niet ver buitenaf? Marvel had me verteld over zijn zusje, over hoe ze vroeger was. Dat betekent toch dat hij me vertrouwt? Want waarom zou je anders over zo'n gevoelig onderwerp praten en me vervolgens haar armband geven?
Het wantrouwerige gevoel komt weer in me boven en heel even vraag ik me af of hij het niet expres doet. Dat hij mijn vertrouwen probeert te winnen, om me in de arena genadeloos af te slachten.. Meteen voel ik me schuldig en verwerp ik de gedachte. Dat kan niet, dat zou hij nooit doen. Hij geeft écht om zijn zusje en hij is er écht kapot van, waarom zou hij dat spelen? Ik vervloek Cato voor het wantrouwerige gevoel die hij door de jaren heen bij me gekweekt heeft en sla de dekens van me af. Ik sta op en stel mezelf de grote vraag: ben ik al helemaal over Cato heen? Ik moet eerlijk zeggen dat ik dacht van wel, maar als ik nu zo aan hem denk, doet het me nog steeds heel veel pijn. Komt dat omdat Marvel niet bij me is om de pijn weg te halen? Ik denk het wel, want als ik aan Cato dacht als Marvel erbij was, deed het me niet zoveel pijn. Maar nu ben ik alleen en breekbaar. Ik loop snel naar de badkamer om een douche te nemen.
Als ik de eetkamer in kom, zit iedereen er al. Ik weet zeker dat ik nog veel te vroeg ben en dat de training nog lang niet begint, dus zit ik nog wel even met ze opgescheept. Ik ga naast Enobaria zitten en negeer de blik van Brutus. 'Zo, daar hebben we ons vechtertje.' Als ik hem toch aankijk, zie ik dat hij grijnst. 'De spelmakers zijn behoorlijk onder de indruk van je, dat je het zo op durft te nemen tegen iemand die je bondgenoot is.' Ik haal mijn schouders op en zeg: 'Dat heeft ze zelf verdient.' Ik voel de armband tegen mijn pols branden als ik eraan denk. Hij grijnst nog steeds. 'Ik vroeg ze of ze je zouden straffen, maar dat gaan ze niet doen.' Nog niet, denk ik, maar ik zeg het niet. Ik haal mijn schouders weer op en begin aan mijn ontbijt. Ondertussen zie ik Cato steeds naar me kijken, maar ik negeer hem.
'Waarom werd je eigenlijk zo boos op haar?' vraagt Enobaria. Ik besef me dat niemand gehoord heeft waar het om ging, alleen Marvel, Glimmer en ik. Dus ik verzin maar iets. 'Ze daagde me uit,' zei ik. Ik nam een slok water en zeg dan: 'Ik was haar zat, dus.' Brutus en Enobaria grijnzen. 'Ja, dat zal vast wel.' Zij mogen haar dus ook niet. Ik grijns even. 'Wij allemaal, maar Cato vindt haar wel leuk, hè Cato?' Hij kijkt me chagrijnig aan en eet weer verder. 'Nou, ik snap echt niet wat je in haar ziet,' gaat Enobaria verder. En op dit moment besef ik dat ik haar wel mag.
Ik sta te trappelen om naar het trainingscentrum te gaan, maar ik word teleurgesteld als ik binnenkom. Cato en ik zijn opnieuw de eersten, verder is er nog niemand. Als ik op de klok kijk, merk ik wel waarom. De vrouw komt naar ons toegelopen en zegt: 'Het is de laatste trainingsdag, dus begin maar vast.' Ze kijkt even naar mij en loopt dan weg. Ja hoor, ik zal me gedragen, denk ik. Ik loop meteen naar het messenonderdeel en ik merk dat ik gevolgd wordt door Cato. 'Wat denk je, Clove? Zullen we onze oude tactiek voortzetten?' Hij heeft het over samen trainen. Ik kijk hem aan en schud mijn hoofd. 'Nee, je weet best dat ik dat niet wil.' Hij fronst. 'Kom op, denk je nou echt dat ik Glimmer leuk vond? Ik speelde gewoon met haar, omdat we straks in de arena zitten. Dan maken we meer kans.' Het we dringt tot me door en mijn oude gewoonte is om blij te zijn, maar dan bedenk ik me dat dit ook weer een truc van hem is. Ik haal mijn schouders op. 'Het maakt me niet uit wat je doet, Cato. Laat me gewoon met rust.' Hij glimlacht weer zoals hij vroeger ook deed. 'Ach, kom nou Clove. Je weet toch dat jij de leukste bent?' Ik doe mijn best om niet meer in mijn oude gewoonte te vallen, maar ik voel hoe het begint te mislukken. Dat ziet hij ook. 'Als we in de arena zijn, gebruiken we die losers om iedereen snel uit te moorden, en dan zijn zij aan de beurt.'
